Etniciteit: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting
Dit artikel leest als een betoog. Daar draagt de verteltrant met referenties als: "(zie hiervoor ook volksnationalisme en etnisch nationalisme)." sterk aan bij. Daarom deze omgebouwd naar wikilinks in tekst en "zie ook" referenties onderaan (zie stonden er al gedeeltelijk)
Regel 12:
("This approach to ethnicity advocates a focus on that which is ‘Socially Effective’ in inter-ethnic relations, and Barth regards the ethnic group chiefly in terms of social organisation. It follows that ethnic groups must be defined from within, from the perspective of their members. (…) Barth defines ethnicity as categorical ascriptions which classify individuals in terms of their 'basic, most general identity'. Since ethnic membership must be acknowledged by the agents themselves in order to be socially effective, this is the crucial criterion for Barth.")
Beide wetenschappers zijn typisch voor de anglo-amerikaanse benaderingswijze, die zich sinds het einde van de 19de eeuw richtte op pre-moderne volken, met name die in de gekolonialiseerde [[Derde Wereld]]. Deze, ook wel antropologie genoemde, wetenschap is echter niet goed toepasbaar op de etniciteit in Europa. Om de historische betekenis van etniciteit in de Europese verhoudingen te kunnen begrijpen, moet men een uitgangspunt zoeken in de filosofische benadering van [[Johann Gottfried Herder]] (zie hiervoor ook [[volksnationalisme]] en [[etnisch nationalisme]]). In recente tijd is het begrip etnisch losgemaakt uit de historische context door sommige kringen die het tot een doelwit van maakten in hun streven naar 'taalzuivering'. Maar dan wel door het in zijn betekenis te verengen tot culturen en identiteiten uit, wat vroeger werd aangeduid als, de [[Derde Wereld]]. En door die betekenis vervolgens met een negatieve waardering te verbinden. Echter, wanneer het gebruik van etniciteit ook in historische en algemene zin als niet meer gepast wordt gediskwalificeerd, zal voor de in dit lemma beschreven verschijnselen een feitelijke begripsaanduiding wegvallen.
 
== Etniciteit herkenbaar in ras, taal en religie ==
Regel 21:
== Relatie tussen nationaliteit en etniciteit ==
Nationaliteit en etniciteit komen vaak overeen en worden daarom vaak verward, maar beide concepten hebben toch een duidelijk verschil. Men kan ze het beste begrijpen als op elkaar aansluitende dus gefaseerde begrippen. Nationalisme was een beweging die in de negentiende eeuw opkwam en werd geleid door een intellectuele elite. Voor haar was de moderne nationaliteit de basis van een modern staatsburgerschap. Zij wilden de verschillende culturen, zo men wil etniciteiten, en de verschillende sociale lagen binnen de staatsgemeenschap verbroederen en homogeniteit bewerkstelligen met het verspreiden van één (nationale) standaardtaal en één historische identiteit. Op grond daarvan zouden zich vervolgens onderlinge herkenning en solidariteit zouden kunnen ontwikkelen als voorwaarden voor een democratische, uitdrukkelijk nationale, rechtsstaat. In wezen was het de dominante etniciteit binnen de staat die zich tot die overkoepelende nationaliteit ontwikkelde waarin vervolgens andere etniciteiten geabsorbeerd werden. De ontwikkeling van de heterogene bevolking van Frankrijk tot ‘la grande nation’ is daarvan het voorbeeld. Vanuit het Île-de-France werden de regio’s vanaf de 15de eeuw in één staatkundig verband - niet zonder dwang en geweld - geharmoniseerd. In dit grotere Frankrijk vond eerst een adellijke elite elkaar, en vervolgens kwam in 18de eeuw een burgerlijke nationale elite naar voren die de adel onttroonde en in de Franse Revolutie ‘de Fransman’ schiep als de ‘citoyen’: de bewuste staatsburger die in een gelijkwaardige positie aan het politieke proces van de staat ging nemen. Deze Fransman werd zelfs als universeel model gezien voor de politiek geëmancipeerde individu en de Franse revolutionairen beschouwden daarom alle mede-revolutionairen in de buurlanden in die zin ook als ‘Fransen’, en in de verovering van de naburige staten zagen zij daarom geen bezetting maar een bevrijding. Dit ''Franse universalisme'' was dubbelzinnig en kon daarom geen stand houden en de democratische emancipatie zou in de 19de eeuw in elke Europese staat een eigen nationaal programma gaan volgen. In 1919, na de [[Eerste Wereldoorlog]] en de ontbinding van de multinationale staten, met name het Oostenrijks-Hongaarse rijk, kregen de nationaliteiten in Midden-Europa een eigen staat en werden zij ''staatsnaties'' die het succesvolle programma van het ontstaan van de Franse natie en vervolgens van de andere West-Europese staten gingen navolgen, maar dat leidde voorlopig tot een veelvoud van elkaar uitsluitende en bestrijdende nationalismen en was mede een oorzaak van het uitbreken van de [[Tweede Wereldoorlog]]. De nieuwe nationale staten kregen niet de tijd om de verschillende etnische componenten in een vreedzaam proces op te nemen in de ene natie maar pasten onderdrukking en geweld toe om ze daartoe te dwingen. Na 1945 streefden de bevrijde staten ernaar om etniciteiten die zich nationaal niet wilden laten assimileren in die ene en staatseenheid garanderende "staatsnatie" te verwijderen van hun staatsgebied: enkele tientallen miljoenen Midden en Oost-Europeanen werden toen etnisch dan wel nationaal ''gezuiverd'' door ze over de staatsgrenzen te drijven. Daaronder bevonden zich ca 15 miljoen Duitsers en Duitstaligen. Zie ook [[etnische zuivering]], [[staatsnationalisme]] en [[Verdrijving van Duitsers na de Tweede Wereldoorlog]].
Een voorbeeld waarbij het Franse model mislukte is Hongarije. Het Habsburgse Koninkrijk Hongarije slaagde er in de negentiende eeuw in om zowel etnische Hongaren (Magyaren) als [[Szekler]]s (een bevolkingsgroep in [[Transsylvanië]] sinds 1920 deel van de Hongaarse minderheid in Roemenië) tot één moderne natie te hervormen. Maar dat betrof dan niet meer dan de helft van de totale staatsbevolking. Inderdaad namen grote delen van de bovenlagen van tal van andere volken die in dit koninkrijk leefden - [[Slowaken]], [[Duitsers]], [[Joden]], [[Roemenen]] - de Hongaarse taal en cultuur en dus identiteit over, met name na ca. 1860, toen hun eigen onderwijs gaandeweg werd vervangen door Hongaars onderwijs. Zij werden aldus nationale Hongaren. Deze verdere ontwikkeling van de Hongaarse natie riep weerstand op bij etniciteiten die zich nationaal op eigen wijze wilden emanciperen. Zij werd echter definitief een halt toegeroepen door de ontbinding van het Hongaarse koninkrijk en de verdeling van haar grondgebied over nieuwe nationale staten in het [[Verdrag van Trianon]], in 1919. Een bijzondere etnische groep waren de [[Csángó]]'s die eeuwenlang in Roemenië, over de staatsgrens van het Hongaarse Rijk, leefde . Zij werden geroemeniseerd hoewel in laatste jaren banden tussen de Csángó's en de Hongaren aangehaald met het oogmerk om onder hen alsnog een nationaal Hongaars nationaal bewustzijn te wekken. Voor de overige Hongaarse minderheden die in 1920 ontstonden omdat hun woongebied werd toegewezen aan de nieuwe nationale staten Slowakije, Servië en Roemenië ([[Transylvanië]], geldt dat zij aanspraak deden en blijven doen op een Hongaarse nationaliteit en dus geen etnische maar nationale minderheden vormen. In recente tijd heeft Hongarije hun nationaliteit geformaliseerd door hen de gelegenheid te geven ook een Hongaars paspoort aan te vragen en emigratie naar Hongarije te faciliteren. In de betrokken staten wordt zo'n dubbele nationaliteit dan weer afgewezen.
Regel 27:
In het geval van Nederland hebben de [[Friezen]] het langst een etnisch karakter behouden en dat bewust willen vormgeven met wat genoemd werd de [[Friese Beweging]]. De meeste Friezen gingen zich echter na de oprichting van het [[Koninkrijk der Nederlanden]] als etniciteit onderdeel van de moderne Nederlandse natie voelen. Het vormgeven van de politieke identiteit van een Friese natie bleef die van een minderheid, waarnaast op een breder grondvlak wel een Friese etniciteit bleef bestaan als een regionaal-culturele identiteit, die zich met name uitte in het gebruik en de cultivering van een eigen (standaard-)taal en het streven naar behoud van culturele en landschappelijke eigenheid.
 
Na de oprichting van het [[Koninkrijk der Nederlanden]] hebben lange tijd vele rooms-katholieken zich in de zuidelijke provincies afgewend gehouden van de ontwikkeling van een Nederlandse natie. Onder hen vormde zich in de eeuw van [[Verzuiling]] (1850-1960) een eigen religieuze identiteit, in het begin vaak nog tegenover die van de Nederlandse nationaliteit. Het verzet tegen de militaire mobilisering, met name in Noord-Brabant en Limburg, in het land van Maas en Waal, de Liemers en Twente, voor de bestrijding van de Belgische opstandelingen na 1830, is daarvan een voorbeeld. Vervolgens was dat in de jaren zestig van de 19de eeuw de aanmelding van vrijwilligers tegen de Italiaanse staatkundige eenwording, namelijk als [[Zoeaven|''Zoeaf'',]] soldaat voor de militaire verdediging van de Pauselijk-kerkelijke staat (zie [[Zoeaven]]). Katholiek-intellectuele kringen konden niet meegaan in de beperkende definitie van een [[calvinistisch]]e nationale identiteit en verbreedden die identiteit tot een [[Groot-Nederland]]se. Zij grepen daarmee terug op de gezamenlijke geschiedenis met de zuidelijke Nederlanden (Vlaanderen) van vóór de [[Reformatie]]. De katholieke elite in Holland nam toch het voortouw bij de integratie als een katholiek-religieuze etniciteit binnen de Nederlandse natie (zie de [[verzuiling]]). Hierin wordt duidelijk dat het Nederlandse natiebegrip nooit een eenduidig concept werd maar gelaagd bleef. Het bestond uit verschillende elkaar sceptisch of zelfs vijandig bejegenende varianten. Dit heeft de Nederlandse nationale identiteit een veel losser karakter gegeven dan de nationale identiteiten van andere landen zoals met name Engeland, Duitsland en Frankrijk, waar zij binnen hun nationale kader strakker geregisseerd werden via onderwijs, media en politieke partijvorming en godsdienst. Met name in Duitsland gaf dat problemen (ziein de vorm van de zogenaamde ''[[Kulturkampf]])''.
Het werd lange tijd verdedigd dat er binnen de Nederlandse nationaliteit etnische groepen als die van de "Marokkaanse Nederlander" en "Turkse Nederlander" zouden bestaan voor mensen die dan een bewust Nederlandse nationale identiteit zouden willen beleven boven hun etnische identiteit als [[Marokkaan]] of [[Turken|Turk]]. Dat bleek tot op heden een wensdenken dat door de ontwikkelingen werd gelogenstraft. Onder de Marokkanen voelt aantal hoogopgeleiden zich weliswaar primair Nederlander, maar dan altijd altijd ook Marokkaan, niet als ondergeschikte etniciteit maar als tweede nationaliteit. Voor de meeste Marokkanen zijn beide nationaliteiten gelijkwaardig en voor velen staat de Marokkaanse dan primair in hun identiteitsbeleving. De discussie hierover is niet alleen juridisch van aard maar ook emotioneel gepolitiseerd. In sterkere mate geldt dit voor de Turken in Nederland, waaronder velen zich primair als behorend tot Turkse natie voelen, en hun Nederlandse nationaliteit als daaraan ondergeschikte formaliteit beschouwen. Formeel wordt dat dan ook nog bevestigd in het dubbele staatsburgerschap de daaraan verbonden militaire dienstplicht. Complicerend is dat etnische minderheden als [[Berbers]] (onder de Marokkanen), en [[Koerden]] en [[Alevieten]] (onder de Turken) zich weer op afstand voelen staan binnen die aan hun toegeschreven nationaliteiten. Men zou kunnen verwachten dat deze etniciteiten dan toegankelijker zijn voor de Nederlandse nationale identiteit. Voor de meesten geldt tussen de uitersten een dynamische middenpositie. Dynamisch omdat die positie kan verschuiven in de persoonlijke ontwikkeling, maar ook kan wisselen tussen de sociale ruimtes waarin men verkeert: beroep, familie, geloof, politiek. Actuele politieke spanningen zijn ook van invloed op de beleving van deze identiteiten en hun onderlinge verhoudingen. Zelfs actuele collectieve emoties, zoals de prestaties van nationale sportteams, spelen (tijdelijk) een rol in de nationale positiebepalingen.
Regel 37:
* [[Nationalisme]]
* [[Staatsnationalisme]]
* [[etnischEtnisch nationalisme]]
* [[etnischeEtnische zuivering]]
* [[Volk]]
*[[Verdrijving van Duitsers na de Tweede Wereldoorlog]].
 
{{Appendix|2=
* Barth, F. (1969) ''Ethnic Groups and Boundaries, The Social Organization of Culture Difference''. Oslo.
* Eriksen, T.H. (1993) ''Ethnicity and Nationalism, Anthropological Perspectives''. Londen.
}}
{{Commonscat|Ethnicity}}