Sebastian Castellio: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Geheel herzien (deel 4)
Geheel herzien (deel 5)
Regel 1:
{{Infobox persoon
[[Afbeelding:SebastianCastellio.jpg|thumb|right|200px|Sebastian Castellio (1515-1563)]]
| naam = Sebastian Castellio
| afbeelding = Jean Paul Laurens Castellion.jpg
| onderschrift = Sébastien Castellion afgebeeld door [[Jean-Paul Laurens]]
| geboortedatum = 1515
| geboorteplaats = [[Saint-Martin-du-Frêne]], [[Hertogdom Savoye]]
| sterfdatum = 29 December 1563
| sterfplaats = [[Bazel]], [[Zwitserland]]
| beroep = Theoloog, predikant, hoogleraar, vertaler
| bekendvan = [[Tolerantie]], [[Godsdienstvrijheid]]
| notable_works = ''De haereticis, an sint persequendi''
| portaal = Christendom
}}
 
'''Sebastia(a)n Castellio''', eigenlijk ''Sébastien Châtillon'', ook wel genoemd Castellion, Châtellion of Châteillon ([[Saint-Martin-du-Frêne]], [[1515]] - [[Bazel (Zwitserland)|Bazel]], [[23 december]] [[1563]]) was een [[Frankrijk|Frans]] [[Renaissance-humanisme|humanist]] en [[theoloog]]. Als verdediger van de [[Godsdienstvrijheid|geloofs]]- en [[Vrijheid van geweten|gewetensvrijheid]] tegenover [[Johannes Calvijn]] ontwikkelde hij in zijn geschriften een theorie over [[Tolerantie (maatschappij)|tolerantie]].
 
Regel 35 ⟶ 48:
===De kwestie Servet===
[[Bestand:Michael Servetus.jpg|thumb|left|Michael Servet met op de achtergrond de brandstapel]]
De Spaanse [[arts]] en theoloog [[Michael Servet]] was een eminent geleerde die vanwege zijn [[Unitarisme (theologie)|anti-trinitarische]] denkbeelden vervolgd werd door zowel de rooms-katholieke kerk als door de reformatoren. In 1553 publiceerde Servet anoniem het boek ''[[Restitutio Christianismi]]'' (''Herstel van het christendom''). Daarin bekritiseerde hij Calvijn en diens Institutie. Servet wilde niets weten van drie personen binnen de Godheid, maar sprak van drie krachten. Al op 3 februari [[1546]] schreef [[Calvijn]] aan [[Guillaume Farel]] dat hij het voornemen had Servet te laten ombrengen, zodra hij daar de gelegenheid voor zou hebben. (''"Si venerit, modo valeat mea autoritas, vivum exire nunquam patiar<!--partiar?-->": Wanneer hij hier komt, als mijn gezag ook maar iets waard is, zal ik niet toestaan dat hij levend vertrekt.'')
 
Op zondag 13 augustus 1553 woonde Servet in Genève een dienst in de [[Madeleinekerk]] bij die door Calvijn werd geleid. Daar werd Servet herkend. Calvijn gaf hem aan bij het stadsbestuur en drong erop aan Servet te laten arresteren. Het kwam tot een rechtszaak bij ''de Raad van Genève'', een wereldlijke rechtbank. Daarbij dolf Servet het onderspit en werd, met goedkeuring van Calvijn en andere reformatoren (onder wie [[Guillaume Farel]], [[Theodorus Beza]], [[Pietro Vermigli]] en [[Philipp Melanchthon]]<ref>''[http://www.godrules.net/library/smyth/NEWsmyth17.htm www.godrules.net]'', website met uitgebreide informatie over christelijke auteurs en publicaties, (Engels)</ref>), tot [[ketterij|ketter]] verklaard en vervolgens veroordeeld tot de [[brandstapel]]. Calvijn stelde voor deze doodstraf door de brandstapel om te zetten in de doodstraf door het zwaard, hetgeen echter niet gebeurd is. Calvijn heeft Servet nog meerdere malen opgezocht in de gevangenis waar hij wachtte op zijn executie. Servet werd op 27 oktober 1553 voor de stadspoorten levend verbrand op de brandstapel.
Regel 54 ⟶ 67:
===De laatste jaren===
 
[[Afbeelding:SebastianCastellio.jpg|thumb|right|200px|Sebastian Castellio (1515-1563)]]
In zijn laatste jaren bekritiseerde Castellio in het bijzonder Calvijns leer van de [[predestinatie]], die hij zijn onvoltooide ''Dialogi quatuor'' bestreed. De groeiende invloed van het calvinisme zat Castellio behoorlijk in de weg: het werd lastig om zijn werken gepubliceerd te krijgen. Castellio werd immers door de calvinisten beschouwd als "werktuig van Satan". Zijn laatste werk, ''De arte dubitandi'' („Over de kunst van het twijfelen“), werd pas in 1981 volledig gepubliceerd. Hierin betoonde hij zich als vroege proponent van het [[Rationalisme]], door de rede boven het dogma te stellen en bijvoorbeeld het [[Eucharistie|Avondmaal]] louter als symboliek te duiden.<ref>Salvadori: ''Sebastian Castellio and the Holy Supper,'' pagina 42.</ref>
 
Regel 60 ⟶ 74:
In Bazel kwam Castellio in contact met de Nederlandse [[anabaptisme|wederdoper]] [[David Joris]], die daar sinds 1544 tot aan zijn dood in 1556 in ballingschap woonde. Joris was een controversiële figuur met een aanzienlijke schare aanhangers; hij claimde de nieuwe [[Koning David|David]] te zijn en hij beweerde toverkracht te hebben. Joris preekte geweldloosheid en tolerantie. Tegelijkertijd matigde hij zichzelf onfeilbaarheid aan: hij sprak uit Gods mond, eiste volledige gehoorzaamheid van zijn aanhangers en ongeloof aan hem was die zonde tegen de Heilige Geest die nooit vergeven zal worden. In hoeverre Castellio een aanhanger was van Joris, is niet helder, maar dat er sprake was van sympathie, is wel duidelijk.<ref>[http://www.mirjamvanveen.nl/Mirjam_van_Veen/Castellio.html Mirjam van Veen, Castellio: vroege held van religieuze tolerantie]]</ref> Ook in Genève bleef dat niet onopgemerkt. Beza schreef in 1563 aan de predikanten van Bazel een lange opsomming van ketterse zonden van Castellio, waaronder diens contact met David Joris.<ref>Stückelberger, pagina 117–118.</ref> Dit leidde in november 1563 tot een officiële aanklacht, waartegen Castellio zich op 24 november 1563 schriftelijk verweerde.<ref>Mahlmann-Bauer</ref>
 
Castellio's vroegtijdige dood op 23 december 1563, 48 jaar oud, verhinderde een mogelijke veroordeling en ballingschap wegens ketterij. Hij werd in de [[Munster van Bazel]] begraven., Castellioin lietde achttombe kinderenvan na,een uitnotabele tweelocale huwelijkenfamilie. ZijnLang jongsteheeft zoonzijn gebeente daar niet gelegen, Friedrichwant fanatici haalden het weg, dieverbrandden bijhet delijk dooden vanverspreidden zijnde vaderasresten. slechtsDrie eenPoolse jaaredelen, oud-studenten wasvan Castellio, schopte hetrichtten later toteen hoogleraarmonument invoor dehem [[retorica]]op, aanmaar dedat [[Universiteitis vanlater Bazel]].<ref>Guggisberg,per abuis vernietigd; alleen de inscriptie paginabestaat 233nog.</ref>
 
Castellio liet acht kinderen na, uit twee huwelijken. Zijn jongste zoon, Friedrich, die bij de dood van zijn vader slechts een jaar oud was, schopte het later tot hoogleraar in de [[retorica]] aan de [[Universiteit van Bazel]].<ref>Guggisberg, pagina 233.</ref>
==Theologische en politieke opvattingen==
 
==Ideeën==
 
===Ketterij===
[[File:Castellio De haereticis.jpg|thumb|Sebastian Castellio, ''De haereticis, an sint persequendi'', voorblad]]
Al sinds haar vroegste tijd zag de christelijke kerk het als haar opdracht de kerkelijke dogma's te bewaken. De [[kerkvader|kerkvaders]], [[apologeten]] en [[kerkleraar|kerkleraren]] produceerden een grote hoeveelheid literatuur, waarin werd gepoogd de uiteenlopende ketters verklaarde leringen (vaak zeer gedetailleerd) te weerleggen. De tot ketters bestempelde gelovigen werden al vóór de tijd van de [[Eerste zeven oecumenische concilies|eerste concilies]] vervolgd en hun geschriften werden verbrand. Bij [[Ignatius van Antiochië]] (overleden ca. 110-120) was het begrip ketterij al duidelijk een negatief begrip voor een stelling, die niet te verenigen was met de leer van het christendom. Door [[Irenaeus van Lyon]] werd in ongeveer het jaar 180 duidelijker inhoud gegeven aan het begrip ketterij (heresie).
 
In de eerste jaren van de [[reformatie]] was nog niet uitgekristalliseerd hoe de reformatoren - zelf doorgaans verketterd door de [[Rooms-Katholieke kerk]] - dachten over ketterij in de protestantse leer. De idee dat er binnen dezelfde gemeenschap ruimte is voor verschillende opvattingen nog niet postgevat; dat afwijkende meningen te vuur en te zwaard bestreden moesten worden was immers eeuwenlang onomstreden geweest. Er waren wel protesten, maar die kwamen eigenlijk alleen van de vervolgden zelf, zoals de kalkoen niet dol is op kerstmis. Met name vervolgde dopers hadden reeds geprotesteerd tegen de niets en niemand ontziende wijze waarop de overheden hen het leven zuur maakten. Iemand als de Nederlandse [[anabaptisme|doper]] [[David Joris]] had betoogd dat hij een brave burger was die niemand kwaad berokkende. Het was oneerlijk, zo schreef hij aan het Hof van Holland, dat mensen die niets anders wilden dan leven in overeenstemming met hun geloof, meer van het justitiële apparaat te verduren hadden dan dieven en rovers. David Joris nam de wijk naar Bazel. Zijn gedreven pleidooi voor tolerantie werd nauwelijks door iemand serieus genomen.<ref>http://www.mirjamvanveen.nl/Mirjam_van_Veen/Castellio.html Mirjam van Veen, ´´Castellio: vroege held van religieuze tolerantie´´</ref>
 
De executie van [[Michael Servet]] op last van [[Calvijn]] dreef de zaak op de spits. Na de executie verdedigde Calvijn zijn daad in het geschrift [http://reader.digitale-sammlungen.de/resolve/display/bsb10193279.html ´´''Defensio orthodoxae fidei de sacra Trinitate´´'']. Hij betoogde daarin waarom de opvattingen van Servet aangaande de [[Drie-eenheid]] onjuist waren, en daarom ketters. En hij zette uiteen, onder verwijzing naar diverse Bijbelse bronnen, waarom ketterij fel bestreden moet worden. In de polemiek die volgde tussen Calvijn en Castellio, waarin ook Beza zich mengde, gaat het er verhit aan toe. Castellio was van opvatting dat een gelovig man als Servet de ruimte had moeten krijgen voor zijn afwijkende mening. Toch ging Castellio niet zo ver om ruimte te geven aan alle opvattingen. In zijn ´´Contra libellum´´ is hij daar het duidelijkst over, in de paragraaf getiteld ´´''wie is een ketter en hoe zij behandeld moeten worden´´''. Net zoals Calvijn maakte hij een onderscheid tussen de vromen, de onvromen en het midden. Over de onvromen had Castellio geen wezenlijk andere opvatting als Calvijn: "De onvromen minachten God, de godslasteraars, vijanden en bespotters van alle religie, die de Heilige Schrift gelijkstellen aan wereldlijke geschriften; dat zijn de hebzuchtigen, de losbandigen, sektariërs van de wellust. De meesten zijn afvalligen, die eerst in het Evangelie geloofden en toen atheist zijn geworden. (...) Als zij God loochenen, belasteren, als zij openlijk kwaad spreken over de heilige leer van de Christenen, als zij het heilige leven van de vromen verachten, dan moeten de magistraten hun bestraffen. Niet vanwege hun religie, die zij niet hebben, maar vanwege hun ongodsdienstigheid."<ref>Geciteerd door Hillar, pagina 11</ref>
Wat betreft de passende bestraffing van ketters liet Castellio zich pas aan het einde van zijn leven duidelijk uit. In zijn ''Conseil à la France désolée'' uit 1562 achtte hij [[excommunicatie]] de enige gepaste straf, en dan pas na herhaalde bekentenissen. Aangezien excommunicatie wordt uitgesproken door kerkelijke autoriteiten, en niet door de wereldlijke [[magistraat|magistratuur]], kwam hij daarmee terug op zijn eerdere opvatting dat bestraffing van ketterij een zaak is voor de rechter.
 
===Tolerantie===
Het duidelijkst over (godsdienstige) [[tolerantie (maatschappij)|tolerantie]] werd Castellio pas aan het einde van zijn leven, in zijn boek ''Conseil à la France désolée'' uit 1562. Hij stelde daarin de ene geloofsrichting niet boven de andere en meende dat geen enkel geloof als het enige ware geloof kon worden beschouwd. Castellio was daarom niet gericht op de leer maar op de [[moraal]] waarvan hij meende dat deze in de grondvorm in elke [[kerkgenootschap|kerkelijke]] richting hetzelfde zou zijn, namelijk dat men de ander moet behandelen zoals men zelf behandeld wenst te worden.
 
Ook over zijn eigen opvattingen was hij bescheidener dan veel tijdgenoten, en zeker dan Calvijn, die zijn opvattingen als onfeilbaar presenteerde. In zijn voorwoord bij zijn bijbelvertaling schreef hij dat de vertaling stellig veel fouten bevatte, aangezien hij veel passages uit de Bijbel zelf niet goed begreep. De lezer deed er daarom goed aan om te vertrouwen op zijn eigen oordeelsvermogen.
Regel 80 ⟶ 96:
Castellio was een voorstander van [[politiek]]-godsdienstige tolerantie waardoor ieder in vrijheid zijn eigen geloof kan beleven en de overheid alleen dan behoort op te treden als er zich uitwassen voordoen. Ook stelde hij zich onverschillig op ten aanzien van de christelijke dogma's van de goddelijkheid van [[Religieuze visies op Jezus#christendom|Jezus Christus]] en de [[protestants]]e leer van de rechtvaardiging door het geloof.
 
Of godsdienstige tolerantie zich ook uitstrekte tot gelovigen buiten het Christendom, daarover liet Castellio zich niet duidelijk uit. Allereerst constateerde hij dat Joden en Turken ([[islam|Islamieten]] dus) in het algemeen op tolerantie konden rekenen. Het leek hem raadzaam om als Christenen het goede voorbeeld te geven met onderlinge tolerantie. En het zou beter zijn als Joden en Moslims zich tot het ware Christelijke geloof zouden bekeren. Maar gedwongen bekeringen, daar zag hij niets in. Een gedwongen Christen is geen goede Christen; bekering zou een vrijwillige daad moeten zijn, zo schreef hij in zijn ''Conseil à la France désolée''.
 
===Invloeden===
Regel 87 ⟶ 103:
De auteurs die veel invloed hebben gehad op het denken van Castellio over tolerantie zijn handzaam terug te vinden in zijn geschrift ''De haereticis, an sint persequendi''. Het bevat een bloemlezing van eerdere auteurs over de vraag hoe en in hoeverre ketterij vervolgd moet worden. [[Luther]] en [[Calvijn]] worden erin geciteerd, evenals de humanisten [[Desiderius Erasmus]], [[Johannes Brenz]], [[Urbanus Rhegius]], [[Sebastian Franck]], [[Celio Secondo Curione]], [[Konrad Pellikan]] en [[Otto Brunfels]], alsook de kerkvaders [[Augustinus van Hippo]], [[Lactantius]], [[Johannes Chrysostomus]] en [[Hiëronymus van Stridon]].
 
Tijdgenoten waarmee hij correspondeerde zijn tegenwoordig niet meer zo bekend. De meest voorkomende namen, of personen die nu nog enige bekendheid genieten, zijn Jean l'Archer, [[Mathurin Cordier]], [[Celio Secondo Curione]], [[Joris Cassander]], [[Bonifacius Amerbach]], [[Francisco de Enzinas]], [[Felix Plater]], [[Christopher Carlile]], Hessel Scheltes [[van Aysma]], Niklaus Zurkinden, [[Philipp Melanchthon]], Guillaume Constantin, Justus Velsius, Benedictus Aretius, Martin Cellarius.<ref>[http://web.mst.edu/~bruening/Castellio%20Project/Index%20Page.htm Michael Bruening van de ''Missouri University of Science and Technology'' brengt de (overgebleven) correspondentie in kaart die Castellio bij zijn leven voerde]. De lijst met correspondentie is te vinden op de pagina van het [https://docs.google.com/document/d/1wX68i2CtVJZW0gREGByiTOysdG8qvHa3r0vZu3X1_ng/pub Castellio Correspondence Project]</ref>.
Via teksten van [[Aggaeus van Albada]], die Castellio graag citeerde, kwam diens gedachtegoed indirect ook terecht in werk van [[Dirck Volkertsz. Coornhert|Coornhert]]<ref>Met name in zijn ''Proces van't Ketterdoden'' (1590) haalde Coornhert indirect aldus Castellio aan (bron o.a.: {{aut|J. Gruppelaar}}, Coornhert Politieke geschriften. Opstand en Religievrede, Amsterdam, AUP, 2009)</ref>
Met bekende geestverwante tijdgenoten als [[Michel de Montaigne]] en [[Dirck Volkertsz. Coornhert]] onderhield hij geen aantoonbaar contact.
 
Castellio's ideeën over tolerantie hebben veel invloed gehad. [[John Locke]] bouwde voort op de ideeën van Castellio, evenals [[John Milton]], [[René Descartes]] en [[Michel de Montaigne]]. Hij opende de weg voor [[Pierre Bayle]] (1647-1706), die aan hem een lang artikel wijdde in zijn ''Dictionnaire historique et critique''. Ook de Nederlandse [[Remonstranten]] achten zich - mede onder invloed van [[Dirck Volkertsz. Coornhert]]<ref>Via teksten van [[Aggaeus van Albada]], die Castellio graag citeerde, kwam diens gedachtegoed indirect ook terecht in werk van [[Dirck Volkertsz. Coornhert|Coornhert]]. Met name in zijn ''Proces van't Ketterdoden'' (1590) haalde Coornhert indirect aldus Castellio aan (bron o.a.: {{aut|J. Gruppelaar}}, Coornhert Politieke geschriften. Opstand en Religievrede, Amsterdam, AUP, 2009)</ref> - schatplichtig aan de inzichten van Castellio. Ook het [[Socinianisme]], de vroege [[Verlichting (stroming)|Verlichting]] en [[Piëtisme (kerkgeschiedenis)|Piëtisme]] stonden onder invloed van Castellio's ideeën over tolerantie en vrijheid van religie. De ''Dialogi sacri'' werden tot in de 17e en 18e eeuw geregeld herdrukt en als schoolboek gebruikt.
 
== Werken ==