Naafversnelling: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
principe van planeetwielmechanisme in het eigen artikel, daar staat een duidelijke animatie
Regel 1:
Een '''naafversnelling''' is een versnellingssysteem voor [[fiets]]en dat geheel in de [[naaf]] van het achterwiel is weggewerkt. Hierdoor is het versnellingssysteem relatief onderhoudsarm. Het onderdeel waarmee wordt geschakeld heet de [[Versteller (fiets)|versteller]]. Een naafversnelling vraagt iets minder zorg[[onderhoud]] dan een [[derailleur]], omdat het [[versnellingsmechaniek]] in de naaf is verwerkt.
 
[[Sturmey-Archer]] was in de 20e eeuw nog de bekendste producent van versnellingsnaven, maar dat is sindsdien veranderd.
Regel 6:
[[Bestand:ROLLERS.jpg|thumb|Werking van planeetwielen]]
 
Een naafversnelling werkt met een systeem van [[tandwiel]]en, een [[planeetwielmechanisme]]. Andere namen voor dit mechanisme zijn epicyclisch systeem en planetair stelsel. Door het manipuleren van de [[verstellerVersteller (fiets)|versteller]] aan het stuur, die via een [[bowdenkabel]] met het [[Mechanisme (techniek)|mechanismeversnellingsmechaniek]] is verbonden, worden de tandwielen geschakeld en verandert de [[overbrengingsverhouding]]. Er bestaan ook naven die worden bediend door even terug te trappen.
 
De basis van het [[planeetwielmechanisme]] komt uit uurwerken en werd al voor 1800 als schakelsysteem in stoommachines toegepast. De Crypto-trapas voor de [[hoge bi]] (1878) was het eerste planetair stelsel in de fietstechniek; het had twee standen: een directe aandrijving en een versnelling. Met de komst van de kettingaandrijving kankon naafversnelling in de achternaaf worden toegepast.
 
Een planetair stelsel bestaat uit: een zonnewiel (geel), de planeetwielen (blauw) die gekoppeld worden in een stalen planeetwieldrager (rood), en een overkoepelend ringwiel (zwart). Het zonnewiel staat stil en de planeetwieldrager draait langzamer dan het ringwiel. Het planetair stelsel zit in een naaf; de naaf bevat een as, een naafhuis waar het wiel aan vastzit en een aandrijfkop waar het kettingwiel aan vastzit. De as zit vast in het frame; het zonnewiel zit vast op de as. We gaan nu schakelen door het naafhuis en de aandrijfkop te verbinden met de planeetwieldrager of het ringwiel. Als we de aandrijfkop verbinden met het ringwiel (snel), en de planeetwieldrager (langzaam) met het naafhuis hebben we een vertraging. Het kettingwiel gaat nu vaker rond dan het naafhuis. Als we de aandrijfkop verbinden met de planeetwieldrager (langzaam) en het ringwiel (snel) met het naafhuis, hebben we een versnelling. In de drieversnellingsbak bestaat niet alleen de mogelijkheid om te versnellen of te vertragen. In de tweede versnelling wordt de aandrijfkop direct aan het naafhuis gekoppeld. De driebak kent dus: 1. een vertraging, 2. een directe aandrijving, 3. een versnelling.
Epicyclische systemen zijn gebaseerd op het rollerprincipe; als we een plank (zwart) op twee rollen (blauw) leggen, zoals boven in de afbeelding, is de snelheid van de plank twee keer zo groot als die van de rollen. We voorzien alles van tanden, en rollen de bodem en de plank op tot een cirkel. Een planetair stelsel bestaat uit: een zonnewiel (geel), de planeetwielen (blauw) die gekoppeld worden in een stalen planeetwieldrager (rood), en een overkoepelend ringwiel (zwart). Het zonnewiel staat stil en de planeetwieldrager draait langzamer dan het ringwiel.
Het planetair stelsel zit in een naaf; de naaf bevat een as, een naafhuis waar het wiel aan vastzit en een aandrijfkop waar het kettingwiel aan vastzit. De as zit vast in het frame; het zonnewiel zit vast op de as. We gaan nu schakelen door het naafhuis en de aandrijfkop te verbinden met de planeetwieldrager of het ringwiel. Als we de aandrijfkop verbinden met het ringwiel (snel), en de planeetwieldrager (langzaam) met het naafhuis hebben we een vertraging. Het kettingwiel gaat nu vaker rond dan het naafhuis. Als we de aandrijfkop verbinden met de planeetwieldrager (langzaam) en het ringwiel (snel) met het naafhuis, hebben we een versnelling. In de drieversnellingsbak bestaat niet alleen de mogelijkheid om te versnellen of te vertragen. In de tweede versnelling wordt de aandrijfkop direct aan het naafhuis gekoppeld. De driebak kent dus: 1. een vertraging, 2. een directe aandrijving, 3. een versnelling.
 
Grootte van de versnelling. Als zonnewiel en ringwiel Z resp. R tanden hebben, dan correspondeert met één omwenteling van de planeetwieldrager 1+Z/R omwentelingen van het ringwiel. De versnelling bedraagt dus Z/R ofwel 100 Z/R %.