Krabben: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
k Wijzigingen door 2001:1C04:803:200:A821:B52D:C89D:6221 (Overleg) hersteld tot de laatste versie door Look Sharp!
Regel 124:
De [[columbuskrab]] (''Planes minutus'') leeft op open zee ([[Pelagische zone|pelagisch]]) en wordt aangetroffen op allerlei drijvend materiaal, de soort is voornamelijk bekend als vertegenwoordiger van de [[Sargassozee|Sargassumwiergemeenschap]].
 
De habitat van een krab hangt vaak samen met de groep waartoe deze behoort. De soorten uit de families [[Carpiliidae]] en [[Trapeziidae]] bijvoorbeeld leven rond [[koraalrif]]fen terwijl de [[helmkrabben]] tussen rotsblokken en wieren leven en soorten uit de familie [[Ocypodidae]] typische strandbewoners zijn. Veel krabben hebben zich gespecialiseerd, zo kunnen de soorten die in de diepzee leven het niet volhouden langs de kust en krabben die zich op het strandleven hebben aangepast zijn niet gebouwd om in de zee te leven. Krabben die langs de kust leven bij riviermondingen of in baaien, leven in water met een relatief laag zoutgehalte. De larven hebben echter hogere zoutgehalten nodig om zich te kunnen ontwikkelen, zodat de vrouwelijke exemplaren trekken hiervoor naar de zee trekken en hierkunnen daar de eitjes afzetten.
 
Een aantal soorten krabben heeft zich aangepast op het leven in zoet water, zoals in mangrovenbossen waar de getijden zout water aanvoeren maar het water overwegend zoet is. Andere soorten hebben zich volledig op het leven op het continent aangepast, soorten uit de familie [[Pseudothelphusidae]] zijn semi-terrestrische bewoners van bergbeken in [[Centraal-Amerika]]. Krabben die tot de familie [[Grapsidae]] behoren komen aan land maar leven langs oevers en kusten. Vrijwel al deze soorten leven in zoet water maar moeten om zich voort te planten naar de zee trekken. Deze jaarlijkse trek komt onder andere voor bij de soort ''[[Gecarcoidea natalis]]'', die leeft op [[Christmaseiland|Kersteiland]]. De krabben migreren met miljoenen van het bos aan de ene zijde naar de rotsen aan de andere zijde van het eiland<ref>{{aut|Adamczewska, A.M. & Morris, S.}} (2001). [http://www.biolbull.org/cgi/reprint/200/3/305.pdf Ecology and behavior of ''Gecarcoidea natalis'', the Christmas Island red crab, during the annual breeding migration.] ''Biological Bulletin, Marine Biological Laboratory, Woods Hole'' '''200''':305–320.</ref>. Krabben die in zoet water leven kunnen tot in bergstreken voorkomen, soorten uit het geslacht ''[[Potamon]]'' zijn aangetroffen tot een hoogte van 2100 meter boven [[zeeniveau]].<ref name="GRZ" /> De Australische soort ''[[Holthuisana transversa]]'' leeft in woestijnen en houdt zich in leven met het schaarse water dat in het hol wordt opgevangen.<ref name="WOESTIJN">{{aut|MacMillen RE, Greenaway PC}} (1978) Adjustment of energy and water metabolism to drought in an Australian arid-zone crab. ''Physiol Zool'' '''51''':230-240</ref> Deze laatste soort kan zich ook op het land voortplanten, wat bij andere kreeftachtigen wel meer voorkomt, zoals bij de Isopoda, maar bij de krabben zijn er maar weinig soorten die obligaat op het land leven en zich buiten het water kunnen voortplanten. Een voorbeeld zijn een aantal soorten uit de [[Sesarmidae]]familie, die in tropische streken leven. Dergelijke soorten komen voor in vochtige bossen, ook voor deze soorten geldt dat de krab in een kurkdroge omgeving niet lang overleeft. Net als andere op het land aangepaste kreeftachtigen, zoals pissebedden en heremietkreeften, moeten de ademhalingsorganen van een krab altijd vochtig blijven om te kunnen functioneren. Veel soorten graven hiertoe tunneltjes waarin ze schuilen tegen droogte. Door het afgeplatte lichaam kunnen krabben goed schuilen in spleten en tussen stenen, veel soorten kunnen zich snel achterwaarts ingraven. Veel landbewoners leven permanent in holletjes die ze zelf graven, het hol wordt verdedigd tegen indringers.