Arthur Seyss-Inquart: verschil tussen versies
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
k Wijzigingen door EQayyum (Overleg) hersteld tot de laatste versie door Hannes Karnoefel |
|||
Regel 59:
Hij was verantwoordelijk voor de deportatie van meer dan honderdduizend [[Joden]] naar de [[concentratiekamp]]en en [[vernietigingskamp]]en. Hoewel hij wist van de [[Jodenvervolging]]en en werkkampen (onder meer Westerbork), beweerde hij tijdens het [[Proces van Neurenberg]] dat, als hij op de hoogte was gebracht van het bestaan van daadwerkelijke vernietigingskampen in [[Oost-Europa]], hij alles zou hebben gedaan om deze [[deportatie]]s te voorkomen. Bij [[Heinrich Himmler|Himmler]] heeft hij - dat staat vast - verschillende pogingen ondernomen om een einde te maken aan de Jodenvervolgingen met als argument dat dit tijdens de oorlog alleen maar tot onnodige onrust leidde, in zowel de materiële productie als onder de rest van de "Arische" bevolking. Hij verzette zich echter niet daadwerkelijk tegen zijn superieuren.
Toen in september 1944 de [[Spoorwegstaking van 1944|spoorwegstaking]] uitbrak, verbood Seyss als represaille de [[binnenvaart]], waardoor de bevoorrading van Holland kwam stil te liggen. In november hief hij deze maatregel weer op, maar doordat kort daarna de wateren dichtvroren, bleef dat zonder effect. De [[hongerwinter]] in West-Nederland kan daarom aan Seyss worden verweten, hoewel anderen de schuld geven aan de stakingsoproep van premier [[Pieter Gerbrandy|Gerbrandy]]. In de laatste dagen van de oorlog was Seyss-Inquart persoonlijk betrokken bij onderhandelingen met de [[Geallieerden (Tweede Wereldoorlog)|geallieerden]] over [[Operatie Manna|voedseldroppings]] in de grote steden van West-Nederland. Tijdens een
Toen de oorlog verloren was, keerde Seyss-Inquart vanuit [[Flensburg]], waar hij met de Duitse regering van admiraal [[Karl Dönitz|Dönitz]] had overlegd, per [[onderzeeboot|duikboot]] terug naar het nog "bezette" Nederland. Op 8 mei werd hij door de Canadese marine gearresteerd en wekenlang vastgehouden in een speciaal gevangenhuis in de Twentse stad [[Delden (Overijssel)|Delden]], vlak bij het kasteel [[Twickel]] waar hij een buitenverblijf had.
|