Idealisme: verschil tussen versies
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting |
Vrijwel het hele artikel vervangen.De problemen met de oude tekst waren dusdanig dat het bijschaven tot een compleet nieuwe tekst leidden.Deze problemen waren het onoverzichtelijk introduceren van termen en personen, gebruik van termen die naar dode pagina’s verwezen. De huidige tekst introduceert eerst op dezelfde manier als de tegenhanger, realisme, het begrip idealisme. Het eerste tekstdeel legt het begrip uit.Het tweede deel maakt melding van de drie bekendste vormen in de vroeg-moderne filo |
||
Regel 1:
{{zie artikel|Dit artikel gaat over idealisme als filosofisch begrip. Voor de levenshouding, zie [[Ideaal]].}}
'''Idealisme''' is de verzamelnaam voor een aantal verschillende filosofische stromingen en standpunten, die de afhankelijkheid van de werkelijkheid van het bewustzijn benadrukken. Bewustzijn wordt als voorwaarde beschouwt voor het kennen van de buitenwereld. De term realisme is in de loop der tijden op verschillende manieren geïnterpreteerd. De [[moderne filosofie|moderne wijsbegeerte]] plaatst het idealisme tegenover het [[realisme (filosofie)|realisme]].
== Metafysisch idealisme==▼
==
Voor de 18de eeuw was de term "idealisme" niet in gebruik. Zo heeft [[George Berkeley]], die als idealist bij uitstek wordt gezien, zichzelf nooit een idealist genoemd.
Idealisme werd voor het eerst door [[Christian Wolff (filosoof)|Christian Wolff]] als filosofisch standpunt geclassificeerd.<ref>{{Citeer web|url=https://plato.stanford.edu/entries/idealism/|titel=Idealism; 1. Introduction|bezochtdatum=18 mei 2018|auteur=|achternaam=|voornaam=|datum=|uitgever=|taal=en|citaat=It seems to have been Christian Wolff who first used “idealism” explicitly as a classificatory term. Wolff, often considered the most dedicated Leibnizian of his time set out to integrate the terms “idealism” and “materialism” into his taxonomy of philosophical attitudes.}}</ref> Idealisten zijn, volgens hem, diegenen die alleen het bestaan van de geest en onstoffelijke dingen erkennen, en de materiële wereld en de zich daarin bevindende lichamen als niets meer dan verbeelding en een gereguleerde droom beschouwen. Wolff maakt onderscheid tussen idealisten die alleen het bestaan van hun eigen ik erkennen ([[solipsisme]]), en idealisten die een veelheid aan waarnemende geesten erkennen (het standpunt van Berkeley).<ref>{{Citeer boek|titel=Anmerkungen über die vernünftigen Gedancken von Gott, der Welt und der Seele des Menschen, auch allen Dingen überhaupt, den Liebhabern der Wahrheit mitgetheilet|auteurlink=|auteur=|medeauteurs=|voornaam=Christian|achternaam=Wolff|taal=de|url=https://archive.org/stream/bub_gb_ONMAAAAAcAAJ#page/n25/mode/2up|uitgever=Carl Hermann Hemmerde|plaats=Halle (Saale, Duitsland)|datum=1747|pagina's=Voorwoord van de tweede editie|ISBN=|editie=2de editie}}</ref>
==Kants idealisme==▼
[[Immanuel Kant|Kant]] onderscheidt het dogmatische idealisme, zoals de positie van Berkeley, van het sceptische idealisme van [[Descartes]]. Volgens het sceptische idealisme ''zou'' de wereld om ons heen schijn ''kunnen zijn'' en inderdaad niet meer dan een droom. Kant probeerde deze beide vormen van idealisme te weerleggen in de ''[[Kritik der reinen Vernunft]]'', waar hij zijn eigen positie karakteriseert als transcendentaal idealisme.
Na Kant kwam er in Duitsland ook een andere stroming van idealisme op, die bekend staat als [[Duits idealisme|absoluut idealisme]]. Hiervan zijn [[Schelling]] en [[Hegel]] het bekendst.
==
==
Het sceptisch idealisme werd door [[René Descartes|Descartes]] in de filosofie geïntroduceerd. Hij stelde vast dat we nooit zeker kunnen weten of de objecten die we waarnemen ook echt bestaan: al onze ervaring zou immers één grote droom of hallucinatie kunnen zijn.<ref>{{Citeer boek|titel=Méditations métaphysiques|auteurlink=|auteur=René Descartes|medeauteurs=|taal=Frans|url=https://fr.wikisource.org/wiki/M%C3%A9ditations_m%C3%A9taphysiques/M%C3%A9ditation_premi%C3%A8re|uitgever=|datum=|pagina's=Méditation première|ISBN=|citaat=Je supposerai donc, non pas que Dieu, qui est très bon, et qui est la souveraine source de vérité, mais qu’un certain mauvais génie, non moins rusé et trompeur que puissant, a employé toute son industrie à me tromper ; je penserai que le ciel, l’air, la terre, les couleurs, les figures, les sons, et toutes les choses extérieures, ne sont rien que des illusions et rêveries dont il s’est servi pour tendre des piéges à ma crédulité.}}</ref>
Volgens [[George Berkeley|Berkeley]] is een waargenomen object niet meer dan een verzameling zintuiglijke indrukken. Het is daarom, volgens Berkeley, absurd om aan te nemen dat een object los van een waarnemer bestaat.<ref>{{Citeer boek|titel=A Treatise Concerning the Principles of Human Knowledge|auteurlink=|auteur=George Berkeley|medeauteurs=|taal=Engels|url=https://en.wikisource.org/wiki/A_Treatise_Concerning_the_Principles_of_Human_Knowledge#OF_THE_PRINCIPLES_OF_HUMAN_KNOWLEDGE.|uitgever=|datum=1710|pagina's=Of the Principles of Human Knowledge, V.|ISBN=|citaat=Light and Colours, Heat and Cold, Extension and Figures, in a word the Things we see and feel, what are they but so many Sensations, Notions, Ideas or Impressions on the Sense; and is it possible to separate, even in thought, any of these from Perception? … But my conceiving or imagining Power does not extend beyond the possibility of real Existence or Perception. Hence as it is impossible for me to see or feel any Thing without an actual Sensation of that Thing, so is it impossible for me to conceive in my Thoughts any sensible Thing or Object distinct from the Sensation or Perception of it.}}</ref>
Kant betoogt in zijn hoofdwerk, ''[[Kritik der reinen Vernunft]]'', dat ruimte en tijd vormen zijn van onze zintuiglijkheid. Daarom vindt al onze waarneming van objecten plaats in ruimte en tijd. Omdat ruimte en tijd slechts zintuiglijke vormen van onze waarneming zijn, zijn de dingen op zichzelf –los van onze waarneming dus—niet ruimtelijk of in de tijd. Kant maakt onderscheid tussen de objecten van onze ervaring, verschijningen, en de objecten zoals ze onafhankelijk van onze waarneming zijn, de [[Ding an sich|dingen op zichzelf]]
Kant karakteriseert zijn eigen positie als transcendentaal idealisme:
{{Cquote|Onder het ''transcendentaal idealisme'' versta ik de leer volgens welke alle verschijningen moeten worden beschouwd als louter voorstellingen, en niet als dingen op zichzelf, en dat tijd en ruimte slechts zintuigelijke vormen van onze aanschouwing zijn, geen onafhankelijke bepalingen voor de objecten als dingen op zichzelf.<ref>{{Citeer boek|titel=Kritik der reinen Vernunft|auteurlink=|auteur=|medeauteurs=|voornaam=Immanuel|achternaam=Kant|taal=Duits|url=|uitgever=Johann Friedrich Hartknoch|plaats=Riga|datum=1781|pagina's=Blz. A369|ISBN=}}</ref>}}
==Referenties==
[[Categorie:Idealisme| ]]
|