Machtigingswet (1933): verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Jo-Jo Eumerus (overleg | bijdragen)
Regel 4:
== Voorgeschiedenis ==
Een machtigingswet in het Duitse politieke systeem geeft de zittende regering tijdelijk buitengewone volmachten zodanig dat het parlement regeringsmaatregelen niet meer kan controleren of verbieden. Dit was bedoeld alleen in tijden van ernstige crisis als snel en kordaat optreden geboden was. Voor het afkondigen van een machtigingswet was minimaal twee derde van de stemmen in het parlement nodig.
In de jaren 1919-1923 waren er al eens door het parlement drie machtigingswetten aangenomen, die toen voor korte periodes golden, om de gevolgen te bestrijden van de crisisjaren van 1919 tot 1924. In de helft van de regeringsperiode van [[Friedrich Ebert sr.|Ebert]] werd geregeerd op grond van deze machtigingswetten. Toch kende de Weimarconstitutie niet de mogelijkheid tot het afkondigen van dit soort wetten. Men redeneerde echter dat wanneer twee derde van de Rijksdag de grondwet kon wijzigen, deze ook tot een dergelijke vergaande wet kon besluiten ([[grondwetsdoorbreking]]).
 
=== Hitlers weg naar de macht ===