Stroomvoorziening van spoorwegen: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
dit is niet de plek voor een natuurkundeles
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 1:
'''Elektrificatie''' is het voorzien van een (rail)voertuig van continue [[elektriciteit|elektrische]] voeding door middel van een [[bovenleiding]] of een [[derde rail]]. De term wordt ook gebruikt voor het aanbrengen van een dergelijke voorziening.
 
Er kan [[gelijkspanning]] of [[wisselspanning]] toegepast worden. Daarnaast is er de keuze van het voltage. Over het algemeen heeft de gebruikte voedingsspanning te maken met het [[vermogen (natuurkunde)|vermogen]] van de [[motor]] van een voertuig. Zo worden [[tram]]s en [[trolleybus]]sen gevoed met 600 of 750 [[Volt (eenheid)|volt]] gelijkspanning, bij metrostellen kan deze waarde tot 1500 volt oplopen en bij de spoorwegen tot 25.000 volt wisselspanning. Hoe hoger de spanning, hoe lager de stroom voor een gegeven vermogen kan zijnis en hoe lager het vermogensverliesenergieverlies in de bovenleiding<ref>De weerstand is afhankelijk van de dikte van alle bovenleidingsdraden (ook de draden t.b.v. de ophanging worden gebruikt voor de stroomtransmissie) Met een hogere spanning kan er ook voor gekozen worden voor een lichtere bovenleiding.</ref>. In [[Zuid-Afrika]] is de goederenspoorlijn [[Dingleton|Sishen]]–[[Saldanha]] uitgerust met de uitzonderlijke hoge spanning van 50 kV.<ref>[http://www.railwaygazette.com/news/single-view/view/orex-upgrade-targets-more-capacity.html Orex upgrade targets more capacity, Railway Gezette, 3 juni 2007]</ref>
[[Bestand:Onderstation.jpg|thumb|Onderstation te Wijhe]]