Jacques Villeneuve: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 29:
Villeneuve groeide op in [[Monaco-Ville|Monaco]], waar hij onder mentorschap van [[Craig Pollock]] furore maakte in diverse [[Formule 3]]-kampioenschappen. In 1994 maakte hij de overstap naar de [[IndyCar]]-klasse.
 
Na in 1995 kampioen IndyCar te zijn geworden, tekende Villeneuve voor 1996 bij het Formule 1-team van Williams. In zijn eerste race pakte hij al [[poleposition]], door een technisch probleem eindigde Villeneuve als tweede. In zijn vierde race behaalde hij zijn eerste Grand Prix-overwinning. Hij moest de wereldtitel 1996 aan zijn teamgenoot [[Damon Hill]] laten, en eindigde dankzij vier overwinningen en zeven bijkomende podiumplaatsen zelf als tweede met 78 punten. In 1997 won Villeneuve zeven maal en veroverde hij zelf het wereldkampioenschap, dankzij de derde plaats die hij tijdens de laatste race van het seizoen op het [[Circuito Permanente de Jerez]] behaalde, en dit ondanks dathoewel [[Michael Schumacher]], met wie hij streed om de leiding in de race en het kampioenschap, hem bij een inhaalpoging aanreed.
 
In 1998 kwam er een nieuwe motorleverancier voor het team van Frank Williams. Uiteindelijk bleek de [[Mecachrome]]-motor niet krachtig genoeg te zijn. Het werd een teleurstellend jaar voor Villeneuve zonder een Grand Prix te winnen. Na dit seizoen tekende Villeneuve bij het nieuwe team van [[British American Racing]]. Villeneuve kon ook daar weinig voor elkaar krijgen en in 2003 maakte het team bekend dat ze Villeneuve in 2004 niet nodig hadden. Daarop besloot de coureur zijn seizoen af te breken.