Honderdjarige Oorlog: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
k Wijzigingen door 81.82.222.107 (Overleg) hersteld tot de laatste versie door Bitbotje
→‎Koninkrijk Frankrijk: ovt en andere taalkundige kwesties
Regel 73:
== Strijdende partijen ==
=== Koninkrijk Frankrijk ===
[[Bestand:Adoubement1.jpg|thumb|left|Het koninkrijk Frankrijk kende een feodaal stelsel dat veel belang hechtehechtte aan de ruiterij (ridders). Op deze verluchting deelt [[Jan II van Frankrijk|Jan II de Goede]] de ridderslag uit.]]
Aan het begin van de 14e eeuw telde het [[Koninkrijk Frankrijk (987-1328)|Koninkrijk Frankrijk]] een bloeiende landbouw met ongeveer 16 à 17 miljoen inwoners,<ref>[http://classes.bnf.fr/ema/ville/ville/index7.htm La ville en crise, in ''L'enfance au Moyen Âge'', classes.BnF.fr (2004)], [http://pedagene.creteil.iufm.fr/ressources/histoire/p_royal.html {{Aut|M. Girot}}, ''L'affirmation du pouvoir royal (XII°-XV° siècles)'', pedagene.Creteil.IUFM.fr (1998)], {{Aut|B. Bove}}, ''Le Temps de la guerre de Cent Ans 1328-1453'', Parijs, 2009, p. 30.</ref> wat het tot het land met het grootste aantal inwoners maakte in Europa. In 1328 kon men op basis van een administratieve enquête, die bij bijna drie vierde van de bevolking werd uitgevoerd en het aantal (fiscale) [[haardstede]]n inventariseerde, een schatting geven van het grondgebied. Men telde 2.469.987 haardsteden, wat neerkomt op ongeveer 12 miljoen inwoners en 32.500 parochies.<ref>{{Aut|B. Bove}}, ''Le Temps de la guerre de Cent Ans 1328-1453'', Parijs, 2009, p. 26.</ref> Parijs alleen telde volgens deze (volks)telling meer dan 200.000 inwoners.<ref>{{Aut|B. Bove}}, ''Le Temps de la guerre de Cent Ans 1328-1453'', Parijs, 2009, p. 32.</ref>
 
Deze bevolkingstoename was niet zonder gevolgen voor de exploitatie van het land, een groot deel van de bossen werden ontgonnen voor landbouw en met de verschijning van nieuwe technieken voor landbewerking zoals het inzetten van gezamenlijk aange[[Span (dieren)|span]]nen trekdieren, het gebruik van het paard in plaats van eende os, was men nu ook in staat minder vruchtbare gebieden te exploiteren. De landbouw was in staat de bevolking te voeden (er was geen hongernoodhongersnood meer geweest sinds de 12e eeuw)<ref name="Balard223">{{Aut|M. Balard - J.-P. Genet - M. Rouche}}, ''Le Moyen Âge en Occident'', Parijs, 2003, pp. 222-223.</ref>, waarbij de adel tot taak had de gronden, het territorium, te verdedigen.<ref name="kaplan89">{{Aut|M. Kaplan - P. Boucheron}}, ''Le Moyen Âge, XI<sup>e</sup> - XV<sup>e</sup> siècle'', Parijs, 1994, pp. [http://books.google.be/books?id=RP-bn29KCB8C&pg=PA89 89]-[http://books.google.be/books?id=RP-bn29KCB8C&pg=PA90 90].</ref> Het landbouwsysteem zelf was gebaseerd op een [[feodaliteit|feodaal]] en erg gehiërarchiseerd religieus stelsel.
 
De [[clerus]] speelde een grote sociale rol in deze maatschappelijke organisatie. De clerici, die konden lezen en schrijven, beheerden de staatsinstellingen;, hielden liefdadigheidswerkenliefdadigheidsinstellingen<ref>{{Aut|M.-T. Lorcin}}, Des Restos du cœur avant la lettre, in ''Historia Spécial'' 65 (2000), pp. 48-51.</ref> en scholen draaiende;<ref>{{Aut|C. Beaune}}, Petite école, grand ascenseur social, in ''Historia Spécial'' 65 (2000), pp. 42-47.</ref> en door allerlei religieuze feesten kwam het aantal vrije dagen voor de bevolking op 140 per jaar.<ref>{{Aut|J.-M. Mehl}}, Près de cent quarante jours chômés par an, in ''Historia Spécial'' 65 (2000), pp. 58-64.</ref>
 
De adel, de ridders, moest rijkdom, macht en moed tonen op het slagveld; levend van het werk van de landbouwers, moest de heer blijk geven van zijn moed en loyaliteit tegenover hen.<ref name="kaplan89" /> De Kerk had zich sinds het eind van de 10e eeuw ingezet om de [[roofridder]]s in te tomen. Sinds het [[concilie van Charroux]] in [[989]] ([[godsvrede]]), werden de mannen onder de wapens verzocht hun kracht ten dienste te stellen van de armen en de Kerk en ''milites Christi'' ("soldaten/ridders van Christus") te worden.<ref>{{Aut|L. Bourquin}}, Qu'est-ce que la noblesse?, in ''L'Histoire'' 195 (1995), p. 24.</ref> En sinds de 13e eeuw was de koning van Frankrijk er inerin geslaagd het idee ingang te doen vinden dat zijn koningschap bij gratie Gods hem toestond (nieuwe) edelen te creëren.<ref name="bourq.p.26">{{Aut|L. Bourquin}}, Qu'est-ce que la noblesse?, in ''L'Histoire'' 195 (1995), p. 26.</ref> De adel onderscheidde zich dus van de rest van de bevolking door zijn zin voor eer en moest een ridderlijke geest tonen, het volk beschermen en recht spreken terwijl men toch een zeker materieel comfort behield. Hij moest op het slagveld zijn sociale status rechtvaardigen: de tegenstanders moest in een heroïsch lijf-aan-lijf-gevecht worden verslagen. Het Frans leger was dan ook opgebouwd rond de machtigste [[Ridderschap (instituut)|ridderschap]] van Europa, een zware cavalerie die in de voorlinie gevechten uitvocht.<ref name="Girot">[http://pedagene.creteil.iufm.fr/ressources/histoire/p_royal.html {{Aut|M. Girot}}, ''L'affirmation du pouvoir royal (XII°-XV° siècles)'', pedagene.Creteil.IUFM.fr (1998).]</ref> Dit verlangen te schitteren op het slagveld werd in die tijd vermeerderd door de gewoonte uit de [[Middeleeuwen]] om [[losgeld]] te eisen voor vrijlating van adel. Oorlog werd aldus zeer lucratief voor hen die goed waren in de strijd en voor de minder succesvolle tegenstander nam het risico om te worden gedood af.<ref name="Balard231">{{Aut|M. Balard - J.-P. Genet - M. Rouche}}, ''Le Moyen Âge en Occident'', Parijs, 2003, pp. 231-232.</ref>
 
Sinds [[Filips IV van Frankrijk|Filips de Schone]], kon de koning "[[Bannum|de leenmannen en achterleenmannen]]" oproepen voor het leger, dit wilde zeggen alle mannen van 15 tot 60 jaar (ridders en boeren, jongeren en ouderen, rijken en armen). Rond 1340 kon de koning zodoende in theorie rekenen op 30.000 krijgslieden alsook 30.000 man voetvolk. Praktisch was deze mobilisatie echter niet uit te voeren, het onderhoud van een dergelijk aantal strijders betekende buitengewoon hoge kosten en het leger was ook een heteroclietheterogeen en weiningweinig gedisciplineerd geheel.<ref name="Xavier Hélary">{{Aut|X. Hélary}}, Charles VII remet la France en ordre de bataille, in ''Historia Spécial'' 107 (2007), p. 25.</ref>
 
Om de koninklijke macht te verstevigen tegenover de hoge adel en de paus, schonken de Capetingers vrijheden aan het volk. De stichting van [[vrijstad|vrijsteden]] met toestemming van een handvest werd mogelijk en de [[Staten-Generaal (Frankrijk)|Staten-Generaal]] werdwerden opgericht <ref>{{Aut|M. Balard - J.-P. Genet - M. Rouche}}, ''Le Moyen Âge en Occident'', Parijs, 2003, p. 144.</ref> Het volk aanvaardde een sterke koninklijke macht die hun emancipeerde van de feodale willekeur, en een een meer en meer gecentraliseerde administratie, die hen een zeker materieel comfort verzekerde. Het sociaal evenwicht met de lokale adel verdween.
 
Aan de vooravond van de Honderdjarige Oorlog, verzwaktverzwakte dehet maatschappelijkmaatschappelijke systeem. Als gevolg van de aanhoudende bevolkinggroei die zich voordeed sinds de 10e eeuw aanhoudende bevolkingsgroei, iswas er overbevolking op het platteland. ErDe issteden vraagvroegen naarom meer autonomie van de steden.<ref>{{Aut|J. Favier}}, ''La guerre de Cent Ans'', Parijs, 1980, p. 54, [http://classes.bnf.fr/ema/ville/ville/index7.htm La ville en crise, in ''L'enfance au Moyen Âge'', classes.BnF.fr (2004)], [http://www.cliohist.net/medievale/europe/bmed/cours/chap3.html Communautés rurales et urbaines], [http://www.cliohist.net/medievale/europe/bmed/cours/chap5.html Le royaume de France, politique et institutions (XII<sup>e</sup> au XIII<sup>e</sup>), in ''Le Bas Moyen Age'', Cliohist.net (1999).]</ref> De perceelgrootte van de boeren vermindertverminderde, de landbouwprijzen dalendaalden en dus nemennamen de financiële middelen van de landadel af. Het wordt noodzakelijk voor de adel om te schitteren op het slagveld om inkomsten te versterkenvergroten <ref>{{Aut|J. Favier}}, ''La guerre de Cent Ans'', Parijs, 1980, p. 53.</ref> EnBovendien werd het goud voor de uitrusting van de ridder kost steeds meerduurder.
 
In drie eeuwen zijnwaren de Capetingers erin geslaagd om hun gezag te consolideren en hun territorium uit te breiden ten koste van de [[Plantagenet]]s. Het koninklijke prestige van Frankrijk is enorm, en in de tijd van Filips de Schone strekt het Franse netwerk van allianties zich uit tot Rusland.<ref name="Girot" />
 
=== Koninkrijk Engeland ===