Arie Dirk Bestebreurtje: verschil tussen versies
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting |
|||
Regel 11:
Op 17 september ging hij na de landing bij [[Groesbeek]] met commandant Gen.Maj. James Gavin op verkenning. Tijdens deze tocht stuitten zij op een verdekte Duitse mitrailleurpost. Bestebreurtje doodde de Duitser met een razendsnel schot vanaf de heup en maakte daarmee grote indruk op commandant Gavin. <ref>Hooiveld, J., Operatie Jedburgh: Geheime Geallieerde missies in Nederland 1944-1945, Uitgeverij Boom, 2014, p. 78</ref> Bij latere verkenningen raakte hij aan handen en elleboog gewond. Enkele dagen later ging hij over naar een Britse eenheid en slaagde erin de [[Waalbrug bij Nijmegen|Waalbrug]] te bereiken na een sluipschutter te hebben gedood en een andere gevangen te hebben genomen. Hij hielp met het bezet houden van het veroverde terrein zodat de Amerikaanse luchtlandingstroepen konden landen.
Eind oktober deed hij met de Britten mee aan de bevrijding van [['s-Hertogenbosch]]. Hij was de verbindingsofficier die de contacten tussen de Britten en de [[Nederlandse Binnenlandse Strijdkrachten]] onderhield.<ref>Hooiveld, J., Operatie Jedburgh: Geheime Geallieerde missies in Nederland 1944-1945, Uitgeverij Boom, 2014, p. 150</ref>
In de nacht van 7 op 8 april maakte hij deel uit van [[operatie Amherst]]. Zijn team bestond verder uit RAF-kapitein Harcourt, [[Carel Ruijsch van Dugteren]] en de Britse sergeant radiotelegrafist C.C. Somers. Er werd geparachuteerd boven [[Hooghalen]] in [[Drenthe]]; door het slechte weer kwamen ze terecht bij [[kamp Westerbork]]. Bij de landing kwam Bestebreurtje ongelukkig op zijn been terecht en kon niet verder aan de operatie deelnemen. <ref>Hooiveld, J., Operatie Jedburgh: Geheime Geallieerde missies in Nederland 1944-1945, Uitgeverij Boom, 2014, p. 221</ref>Harcourt verstopte hem en Bestebreurtje ligt een paar dagen in het bos. Na vier dagen bereikte hij kruipend de boerderij van de heer Schutten in [[Hooghalen]]. Harcourt werd later gevangengenomen. De andere leden van het team waren zo verspreid gedropt, dat er geen contact meer met hen was. Op vrijdag 12 april werd de regio en ook Kamp Westerbork door de Canadezen bevrijd.
Tijdens de oorlog werd hij captain Harry genoemd, want de Amerikanen en Britten konden zijn achternaam niet uitspreken.
| |||