Communistische Partij van Nederland: verschil tussen versies
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
k Embleem toegevoegd. |
k →Bekende CPN-leden en voormalige leden: Enkele leden toegevoegd en tevens enkele interpunctiefouten verholpen. |
||
Regel 50:
[[Bestand:Gerben Wagenaar.jpg|frame|Gerben Wagenaar in 1956]]In het eerste jaar was het beleid van de illegale CPN minder fel gekant tegen de Duitse bezetter dan tegen het "imperialistische Westen" inclusief het [[Monarchie in Nederland|Huis van Oranje]]. In de juni-uitgave van [[1940]] van het partijmaandblad Politiek en Cultuur werd zelfs opgeroepen tegenover de Duitse bezetter een "correcte houding" aan te nemen. Nog ruim vóór de door de CPN georganiseerde [[Februaristaking]] in [[1941]] veranderde deze houding echter en versterkte zich nog na de Duitse aanval op [[Sovjet-Unie|Sovjet-Rusland]] in juni 1941. De [[Nederlands verzet in de Tweede Wereldoorlog|verzetsactiviteiten]] richtten zich behalve op het verspreiden van krant en [[pamflet]]ten (waaronder ''[[Aan het Nederlandsche volk (verzetsblad, Eindhoven)|Aan het Nederlandsche volk]]'' in Eindhoven) vooral op [[sabotage]]. Met dat laatste werd oud-Spanjestrijder [[Jan Hendrik van Gilse|Janrik van Gilse]] belast. Met [[Gerben Wagenaar]], [[Max Meijer]] (eveneens oud-Spanjestrijder), [[Jan Willem Schouten|Jan Schouten]] en [[Gerrit Willem Kastein]] richtte hij de zogeheten [[Militaire Commissie]] of ''Militair Contact'' (MC) op, die landelijk aanslagen ging plegen op spoorwegen, fabrieken en dergelijke. Een aparte groep onder leiding van [[Daan Goulooze]] bedreef [[spion]]age ten behoeve van de Sovjet-Unie en droeg zorg voor (beveiligd) radiografisch contact tussen de illegale leiding van de CPN en de Comintern.
De illegale CPN werd fel vervolgd. De Duitsers en de politie konden de actieve CPN-leden betrekkelijk makkelijk opsporen doordat de Nederlandse regionale inlichtingendiensten meteen na de Nederlandse capitulatie hun vooroorlogse [[infiltrant]]en in de partij ook voor de [[Sicherheitsdienst]] inzetten. Zo heeft de infiltrant Van Soolingen, actief sinds 1923 en tot maart 1945, in Den Haag honderden mensen laten arresteren, waarvan er minstens 130 om het leven zijn gekomen. Het gevolg van de vervolging was dat halverwege 1942 de helft van het illegale kader was gearresteerd en uitgeschakeld. In 1943 wilde het driemanschap De Groot, Dieters en Jansen zich om veiligheidsredenen uit de illegale leiding terugtrekken en deze overdragen aan een andere leiding, bestaande uit Piet Vosveld, Jaap Brandenburg en Gerrit van den Bosch. Zover kwam het niet. Vosveld werd door de SD gepakt en werd vervolgens onder zware druk gezet om als verklikker en lokvogel te fungeren. In april 1943 werden daardoor Jansen en Dieters gearresteerd. Vooral Jansen liet onder druk van de zware SD-verhoren veel informatie los over organisatie en personen van de CPN. Beiden werden voor hun verzetsactiviteiten ter dood veroordeeld en op [[9 oktober]] [[1943]] op de [[Waalsdorpervlakte]] gefusilleerd. Nadat De Groot in 1942
De Waarheid bleef tot het eind van de oorlog verschijnen. Naar schatting zijn ruim 2000 communistische verzetsmensen tijdens de oorlog om het leven gekomen. Vele tientallen van hen werden op diverse plaatsen in Nederland [[Nederlanders gefusilleerd tijdens de Duitse bezetting|gefusilleerd]]. Vele anderen verdwenen in de Duitse kampen en werden soms kort voor de bevrijding nog vermoord, een lot dat ook [[Hannie Schaft]] overkwam.
Regel 63:
Onder invloed van de [[Koude Oorlog]] verloor de partij in de jaren `50 veel aanhang, tot een dieptepunt van 2,4% van de stemmen in 1959. De partij was erg impopulair tijdens de [[Hongaarse Opstand]] in 1956. Als gevolg van de inval van de Sovjet-Unie in Hongarije werd door een stenengooiende menigte gepoogd de in het gebouw [[Felix Meritis]] gevestigde redactieburelen van het partijdagblad ''De Waarheid'' te bestormen, omdat partij en krant de inval steunden.
De [[Binnenlandse Veiligheidsdienst]] probeerde tegelijk de interne verdeeldheid binnen de CPN te vergroten. Verdeeldheid ontstond binnen de partij vooral over de ingezette destalinisatie in de Sovjet-Unie naar aanleiding van de rede van [[Nikita Chroesjtsjov]] tijdens het 20e partijcongres van de CPSU in 1956 over de onder verantwoordelijkheid van Stalin gepleegde misdaden en over de aansturing van de Eenheidsvakcentrale [[Eenheids Vakcentrale|EVC]]. Paul de Groot leidde een partijlijn die zich tegen serieus doorgevoerde destalinisatie verzette en de macht in de EVC trachtte over te nemen - en toen dit mislukte de EVC probeerde te liquideren -, terwijl een minderheid zich daartegen keerde.<ref>[http://dare.uva.nl/document/2/99071 C.A.M. van der Heijden, ''Dat nooit meer: de nasleep van de Tweede Wereldoorlog in Nederland'', Deel 2, p.211]</ref><ref name="Wagenaar">[http://resources.huygens.knaw.nl/bwn1880-2000/lemmata/bwn5/wagenaar A.A. de Jonge, 'Wagenaar, Gerben (1912-1993)', in ''Biografisch Woordenboek van Nederland''.]</ref> Door deze interne strijd werden vooral door het toedoen van [[Paul de Groot]] diverse gezaghebbende partijprominenten met een respectabel verzetsverleden geroyeerd, zoals [[Gerben Wagenaar]], [[Henk Gortzak]], [[Rie Lips]], [[Bertus Brandsen]] en [[Frits Reuter]]. Een grote rol hierbij vervulde het Tweede-Kamerlid [[Marcus Bakker]]. Hij werd lange tijd beticht de auteur te zijn geweest van de geruchtmakende brochure
Onderwijl zette zich een ontwikkeling in waarin de partij zich langzamerhand ontworstelde aan het juk van Moskou en er een meer - naar eigen zeggen - autonome koers werd ingezet. Dit bleek onder meer tijdens de inval van de legers van het Warschaupact in Tsjechoslowakije in 1968, die door de CPN werd veroordeeld.
Regel 69:
Een aantal geroyeerde en uitgetreden prominente partijleden vormden de [[Brug-groep]]. Zij deden, zonder succes, als [[Socialistische Werkers Partij]] ([[Socialistische Werkers Partij|SWP]]) mee aan de [[Tweede Kamerverkiezingen 1959|Tweede-Kamerverkiezingen van 1959]].
In de jaren
Aan het begin van de 70'er jaren kwam een omvangrijke toestroom van leden uit de studentenbeweging, vooral in de bolwerken Amsterdam en Groningen, op gang, die zich in die jaren nog snel aanpaste aan de binnen de partij bestaande discipline en de orthodoxe marxistische en leninistische opvattingen.
Bij de verkiezingen van [[Tweede Kamerverkiezingen 1977|1977]] volgde een dramatische electorale terugval, van zeven naar twee zetels. De door De Groot bedachte, door de partij gehanteerde verkiezingsslogan "van Agt eruit, de CPN erin" bleek een faliekante miskleun. Deze nederlaag luidde zijn ondergang als erelid van het partijbestuur in, vooral nadat hij de partijleiding heftige verwijten over deze terugval had gemaakt. Voor het eerst kreeg hij te maken met serieuze oppositie van partijprominenten die hem tot dan toe tientallen jaren kritiekloos hadden gevolgd. Zijn wegvallen uit de partijtop resulteerde in een geleidelijk groeiende democratische partijcultuur, waarin meer ruimte ontstond voor discussie en verschil van opvattingen. Parallel aan deze ontwikkeling echter zette de al jaren geleden ingezette uitstroom van aanhang onder de arbeiders zich in versterkte mate voort. Weliswaar werden in [[Tweede Kamerverkiezingen 1981|1981]] (met Bakker als lijsttrekker) en bij de vervroegde [[Tweede Kamerverkiezingen 1982|verkiezingen van 1982]] (lijsttrekker [[Ina Brouwer]]) weer drie zetels behaald, maar de partij herstelde zich nooit meer echt van de terugslag van 1977. In datzelfde jaar werd het oude zeer van de zuiveringen in de jaren vijftig weer onder ogen gezien; het rapport ''De CPN in de oorlog'' (1958), waarin het verzetsverleden van diverse geroyeerde partijprominenten verdacht werd gemaakt, werd formeel ingetrokken.
Regel 184:
* [[Bertus Brandsen]]
* [[Ina Brouwer]]
* [[Jan Dieters]]
* [[Roestam Effendi]]
* [[Elsbeth Etty]]
* [[Meindert Fennema]]
* [[Herman Gorter]]
* [[Henk Gortzak]]
* [[Daan Goulooze]]
* [[Paul de Groot]]
▲* [[Ger Harmsen]]
| Kolom2=
* [[Ger Harmsen]]
* [[Henk Hoekstra]]
* [[Wim Hulst]]
|