Ottoonse renaissance: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Jean-Pierre Remy (overleg | bijdragen)
Geen bewerkingssamenvatting
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 1:
[[Bestand:St Michaels Church Hildesheim.jpg|thumb|240px|De [[Michaeliskirche|St. Michael]] in [[Hildesheim (stad)|Hildesheim]]]]
De '''Ottoonse renaissance''' was een beperkte renaissanceperiode tijdens de regeringen van de eerste drie keizers van de [[Liudolfingen|Ottoonse dynastie]]. Deze oorspronkelijk Saksische [[Liudolfingen]], die alle drie Otto heetten: [[Otto I de Grote]] (936-973), [[keizer Otto II|Otto II]] (973-983), en [[keizer Otto III|Otto III]] (983-1002). beschermdenDe tijdsduur van de Ottoonse renaissance wordt soms uitgebreid tot de regering van [[Hendrik II de Heilige|Hendrik II]]. Het begon met het huwelijk van Otto de Grote met [[Adelheid (heilige)|Adelheid]] in [[951]]. Hierdoor werden de koninkrijken Italië en Duitsland in een staat verenigd. Zodoende kwam het Westen dichter bij het [[Byzantijnse Rijk]]. De keizerlijke kroning in 963962 bevorderde de noodzaak van een christelijke (politieke) eenheid. De tijdsduur van de Ottoonse renaissance wordt soms uitgebreid tot de regering van [[Hendrik II de Heilige|Hendrik II]] en soms ook met de op de Ottoonse dynastie volgende Salische dynastie. De term wordt in het algemeen beperkt tot de keizerlijke hofcultuur. Het is de overgang van de [[Vroege middeleeuwen]] naar de [[Hoge middeleeuwen]].
 
De Ottoonse renaissance komt vooral tot uiting in de [[kunst]] en de [[architectuur]], die werd beïnvloed door hernieuwd contact met [[Constantinopel]]. Er wordt nieuw leven geblazen in kathedralen en in sommige scholen, zoals die van [[Bruno van Keulen]], in de productie van geïllustreerde handschriften uit een handjevol elite scriptoria, zoals de [[abdij van Quedlinburg]], die in 936 door Otto I de Grote in 936 werd opgericht en in de politieke ideologie. Het keizerlijke hof werd het centrum van het religieuze en spirituele leven, dat werd geleid door het voorbeeld van de vrouwen uit de keizerlijke familie: [[Mathildis van Ringelheim|Mathilde van Ringelheim]], de moeder van Otto I de Grote, zijn zuster [[Gerberga van Saksen]], zijn tweede vrouw [[Adelheid (heilige)|Adelheid]] en zijn schoondochter keizerin [[Theophanu]].
 
Na de kroning op 2 februari 962 in [[963]]Rome van Otto I de Grote tot keizer ontstond er in diensWest- directeen kringCentraal eenEuropa, hernieuwdopnieuw geloofeen incentraal gezag, het ideeontstaan van het [[Heilige Roomse Rijk]]. OokMet ontstondhet erhuwelijk van Otto II en een hervormdeByzantijnse kerk;prinses, er[[Theophanu]], volgdeop een14 periodeapril van972 verhoogdewerden niet alleen de politieke banden, maar ook de culturele banden met het [[Byzantijnse Rijk]] aangetrokken. De invoering van het [[rijkskerkenstelsel]], hervorming van het kerkbestuur, zal ook hier op cultureel en artistiekeartistiek vlak voelbaar hartstochtzijn. De Ottoonse kunst was een hofkunst, gemaakt om het Heilige en Imperialistische geslacht te bevestigen als een bron van macht die werd gelegitimeerd door de gelegde verbinding met [[Constantijn de Grote|Constantijn]] en [[Justinianus I]]. In deze sfeer versmolten de gemaakte meesterwerken de tradities, waarop de Ottoonse kunst was gebaseerd: schilderijen uit de [[Late Oudheid]], de Karolingische renaissance, en Byzantium. Op deze manier wordt de term gebruikt als een analogon met de [[Karolingische renaissance]], waarvan de start rond [[800]] lag, het jaar waarin [[Karel de Grote]] tot keizer werd gekroond.
 
Een kleine groep van Ottoonse kloosters werd direct door de keizer en de bisschoppen gesponsord. Hier werden een aantal schitterende middeleeuwse geïllustreerde handschriften, de belangrijkste kunstvorm van de tijd, vervaardigd. De [[abdij van Corvey]] produceerde enkele van de eerste manuscripten, na het jaar [[1000]] gevolgd door het [[scriptorium]] in [[Hildesheim (stad)|Hildesheim]]. Het beroemdste Ottoonse scriptorium maakte deel uit van de [[abdij van Reichenau]], een [[eiland]] in het [[Bodenmeer]]: vrijwel geen andere werken hebben het imago van de Ottoonse kunst zo gevormd als de [[Boekverluchting#Miniaturen|miniaturen]] die daar ontstonden. Een van de belangrijkste werken uit Reichenau was de [[Codex Egberti]], met verhalende miniaturen uit het leven van Christus, de eerste cyclus van dit type, in een mix van stijlen, waaronder de Karolingische renaissance en sporen van insulaire en Byzantijnse invloeden. Andere bekende handschriften zijn onder meer het [[Reichenau-evangeliarium]], de [[Liuther-codex]], de [[perikopen van Hendrik II]], de [[Bamberg-apocalypse]] en de [[Hitda-codex]].