Johan van Oldenbarnevelt: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Regel 45:
 
== Landsadvocaat en raadpensionaris ==
Na de moord op Willem van Oranje in [[1584]] ontstond een machtsvacuümmachtsvacuum. Voor de opstand tegen Spanje werd de [[stadhouder]] aangesteld door het Habsburgse Huis, maar na de [[Plakkaat van Verlatinghe|onafhankelijkheidsverklaring]] lag die verantwoordelijkheid bij de gewesten van de lage landen. De oudste zoon van Willem van Oranje, [[Filips Willem van Oranje|Filips Willem]], zat gevangen in Spanje, en was daarom niet beschikbaar voor die functie. Maurits was de tweede zoon van Willem van Oranje. Van Oldenbarnevelt was een van degenen die pleitten voor een overdracht van de functie van stadhouder aan de 16-jarige Maurits. Johan van Oldenbarnevelt was intussen door zijn vele werk in verschillende statencommissies een belangrijke persoon geworden binnen het landsbestuur. In [[1586]] werd Van Oldenbarnevelt [[landsadvocaat]] en [[raadpensionaris]] van de [[Staten van Holland]]. Hij zou dit tot zijn dood blijven. Een landsadvocaat was formeel gezien slechts een woordvoerder, maar Van Oldenbarnevelt slaagde erin zich via deze functie omhoog te werken. Hij leidde vergaderingen en alle besluiten en uitgaande stukken gingen via zijn hand. Hij wist te bereiken dat niet de [[Raad van State (historisch)|Raad van State]], maar de [[Staten-Generaal van de Nederlanden|Staten-Generaal]] het hoogste bestuursorgaan werd. Omdat Van Oldenbarnevelt zitting had in de Staten-Generaal, kon hij op deze manier zijn macht en invloed verder uitbreiden. In de praktijk kon niemand om hem heen.
 
Van Oldenbarnevelt stond bekend om zijn kennis van zaken en om het feit dat hij nooit iets uit handen gaf. In feite werd hij voor de jonge [[Maurits van Oranje|Maurits]] plaatsvervangend politiek leider. Maurits was bovendien meer geïnteresseerd in het leger; hij ging de militaire zaken afhandelen. Als landsadvocaat was Van Oldenbarnevelt in staat om de Nederlanden onafhankelijk van Engeland te maken. Engeland had namelijk in [[1585]] de uitnodiging om het gezag over de Nederlanden te aanvaarden geweigerd, maar zond wel de [[Robert Dudley|graaf van Leicester]] met een troepenmacht van 6000 man als steun tegen de Spanjaarden. Leicesters streven naar een machtig centraal landsbestuur in Utrecht stond de gewesten echter niet aan. Na het verraad van [[William Stanley (1548-1630)|Stanley en York]] wist Van Oldenbarnevelt er voor te zorgen dat Leicester in 1587 het land verliet. In de ''[[Justificatie of Deductie]]'' werd vastgelegd dat de politieke macht voortaan bij de Staten-Generaal kwam te liggen. In feite werd daarmee besloten dat de Nederlanden voortaan onafhankelijk van buitenlandse vorsten zouden zijn.