The Bonzo Dog Doo-Dah Band: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Robbot (overleg | bijdragen)
k Robotgeholpen doorverwijzing: Underground - Koppeling(en) gewijzigd naar Underground (cultuur)
Spel-, taal- en stijlfouten
Regel 49:
De geschiedenis van de band begon op een Britse kunsthogeschool, waar Rodney Slater en Vivian Stanshall in 1962 de Bonzo Dog Dada Band oprichtten. Bonzo had betrekking op een animatiefiguur uit de jaren 20 en Dada op het [[dadaïsme]]. Na talloze wisselingen bij de band werden in 1966 de twee eerste singles bij [[Parlophone]] opgenomen, echter zonder noemenswaardig succes.
 
In het begin speelde men anarchistische versies van songs uit de begindecceniabegindecennia van de 20e eeuw. Met de voortdurend wisselende bezetting veranderde ook het spectrum van de muziek. Men bediende zich van stilistische middelen van verscheidene muziekstromingen. Een constante waren echter de teksten, die steeds met schuine humor waren doordrenkt. In 1967 vond de wissel in Gerry Brons handen op het label [[Liberty Records]] plaats met het eerste album ''Gorilla''. Sindsdien beschouwde men de Bonzo's als muzikale tegenhanger van de legendarische [[Monty Python]]s, waarmee ze al voor hun oprichting optraden in het tv-programma ''Do Not Adjust Your Set''. Songs als ''Hello Mabel'', ''Rhinocratic Oaths'' en ''Trouser Press'' kenmerkten de diepzinnige nonsence-humor, die een natuurlijke betrekking met de verdediger van de "Neue Frankfurter Schule" verbindt.
 
Het enige financiële succes in de Britse popcharts was het door [[Paul McCartney]] onder het pseudoniem "Apollo C. Vermouth" geproduceerde ''I'm the Urban Spaceman'' (1968). Een verdere binding met [[The Beatles]] was er door een optreden van de Bonzo's in de film ''[[Magical Mystery Tour (1967)|Magical Mystery Tour]]''. In een tafereel begeleidt de band een striptease-voorstelling.
Regel 56:
 
== Ontbinding en heroprichting ==
In 1970 werd de band ontbonden. Na een desastruesedesastreuse VS-tournee, die voor Stanshall het begin van zijn ziekte betekende, maakten ze er een eind aan. Contractueel bleven ze verbonden bij hun label, waaraan ze eennog verdereen album waren verschuldigd. Stanshall, Cowan en Innes namen in 1972 met gastmuzikanten het album ''Let's Make Up And Be Friendly'' op. Spear en Smith leverden hun eigen, maar muzikaal onbeduidende bijdragen. Slater werd slechts vermeld ''In Spirit''.
 
Neil Innes werd vervolgens lid bij [[Monty Python's Flying Circus]], speelde onder andere in ''[[Monty Python and the Holy Grail]]'' mee en schreef filmmuziek. Naast enkele solo-albumssoloalbums publiceerde hij in 1976 het album ''Rutland Weekend Television'', samen met Python-lidPythonlid [[Eric Idle]], die ook een belangrijke partner was voor het in 1978 verschenen album ''[[The Rutles]]: All You Need Is Cash'', een parodie op The Beatles. Hij schreef een groot gedeelte van de songs voor de gelijknamige film en speelde Ron Nasty, de tegenpool van [[John Lennon]]. Later volgden tv-series, zoals ''The Innes Book of Records'' bij de Britse televisie en in 1997 een verder Rutles-projectRutlesproject ''Archaeology'' (naar de Beatles-publicatieBeatlespublicatie ''Anthology'').
 
Vivian Stanshall had enkele kortdurende bandprojecten als Big Hunt, Sean Head Showband, Gargantuan Chums en Kilgaron, die wegens Stanshalls labiele gezondheidstoestand niet lang bestonden. Hij nam vier solo-albumssoloalbums op, waarvan twee zuivere muziekplaten en twee grotendeels vertelde werken. Hij had de eigen radioserie ''Rawlinson Ends'', schreef toneelstukken en films, zoals ''Crank'' en ''Stinkfoot''. Op [[Mike Oldfield]]s ''[[Tubular Bells]]'' is hij te horen als Master of Ceremonies. Zijn psychische problemen zorgden aan het begin van de jaren 90 voor vereenzaming en leidden in 1995 bij een brand in zijn woning tot zijn dood. Zijn tweede echtgenote Ki onderhoudt een [[Internet]]-site ter ere van Vivian Stanshall.
 
Roger Ruskin Spear nam een EPep, twee solo-albumssoloalbums en een verdere single op in 1978 onder het pseudoniem Tatty Ollity. Na problemen met zijn gehoor werkte hij later als docent aan het Chelsea Art College in [[Londen]].
 
Rodney Slater werd maatschappelijk werker. Hij kwam tot aan de heroprichting niet meer voor op LPlp en CDcd, maar speelde wel live met The Wites Scandals, zijn New Titanic Band en met Spears bij Bill Posters Will Be Band.
 
Legs Larry Smith verdween na slechts een obscure single (uit de [[Mel Brooks]]-film ''The Producer'') en trad in het kaderprogramma van [[Elton John]] op. Tijdens de jaren 80 zag men hem in de buurt van [[George Harrison]], voor wie hij de cover ontwierp voor diens album ''Gone Troppo''.
 
Dennis Cowan verscheen in 1970 nog eens bij Stanshalls Big Grunt, waarna hij zich vervoegdevoegde bij Neil Innes' Band of the World. Ook op het laatste Bonzo-albumBonzoalbum ''Let's Make Up And Be Friendly'' speelde hij mee. Cowan werkte in 1973 mee als bassist bij de Londense toneelbewerking van ''[[The Rocky Horror Picture Show]]''. Daarna ging hij spelen bij de band Darien Spirit, die een album opnamen genaamd ''Elegy to Marilyn''. Kort na de publicatie overleed hij in 1975 aan een buikvliesontsteking. Voor hem schreef Vivian Stanshall de tekst voor ''Vacant Chair'', en de muziek daarvoor schreefwaarvoor [[Steve Winwood]] de muziek schreef.
 
Dave Clague richtte met Kevin Coyne de band Siren op, verscheen nog bij Spears eerste album, maar verdween daarna weer. Later bracht hij op zijn eigen label DJC het eerste Spear-albumSpearalbum uit op CDcd en stelde het album Anthropolgy met niet gepubliceerde Bonzo-opnamen samen. Aan het begin van de nieuwe eeuw werkte hij mee in de coverband Wypeout.
 
Vernon Dudley Bowhay -Nowell, geboren in 1932 en al tijdens de Bonzo-periodeBonzoperiode al relatief oud, nam slechts een EPep op als Vernons Banjo Trio, maar vervoegdevoegde zich later met Sam Spoons bij Bob Kerrs Whopee Band.
Bob Kerr, Sam Spoons en ook Spear en Slater speelden vanaf 1983 kortstondig in de Bill Posters Will Be Band. Kerr en Spoons spelen tegenwoordig samen in Bob Kerrs Whopee Band.
Over het verblijf van de overige muzikanten is weinig resp.of niets bekend.
 
Op 28 januari 2006 werd er in het Londense Astoria een concert gegeven metgaven de originele leden Innes, Spear, Slater, Smith, Bohay-Nowell, Spoons, Kerr en Andy Roberts een concert in het Londense Astoria. Als gastzanger traden op: [[Ade Edmondson]], [[Phill Jupitus]], [[Paul Merton]] en [[Stephen Frey]]. De DVDdvd van dit concert verscheen in mei. In november 2006 kwam de band weer samen voor een tourtoer in Engeland met 12 concerten. In de zomer van 2007 werd in [[Suffolk]] een studio-albumstudioalbum opgenomen, dat in december 2007 verscheen onder de titel ''Pour l'amour des chiens''.
 
Roger Ruskin Spear, Rodney Slater en Sam Spoons hadden weer plezier gevonden aanin de samenwerking en richtten samen met de pianist Dave Glasson de band Three Bonzos and a Piano op. Bij meerdere concertreeksen in het zuiden van Engeland werden ze meermaals begeleid door Andy Roberts, Legs Larry Smith en/of Vernon Dudley -Bowhay Nowell. In februari 2010 verscheen de CDcd ''Hair of the Dog''. In de zomer van 2012 publiceerden de Three Bonzos anand a Piano hun tweede album ''Bum Notes''. Legs Larry Smith heeft zijn mini-musicalminimusical ''Call Me Adolf'' in eigen productie hergepubliceerdgeherpubliceerd (verkrijgbaar via zijn website).
 
Neil Innes richtte in 2011 samen met Ade Edmondson, Rowland Rivron en Phill Jupitus de Idiot Bastard Band op, die echter uitsluitend live optraden. In 2016 verhuisde Neil Innes naar [[Frankrijk]] om zich grotendeels terug te trekken uit de business.
 
Three Bonzos and a Piano tourdentoerden later als Almost the Bonzo Dog Doo-Dah Band verder. Aan het eind van 2014 ontbond Spears de band en richtte met Sam Spoons en vroegere leden van de Bill Posters Will Be Band de band Bonzo Bills op. Rodney Slater leidde de band verder en gaf met gastzangers enkele concerten, waarvan een 50ste Verjaardagverjaardag live-albumlivealbum werd gepubliceerd (''I Should Koko!''). Naast de Bonzo Dog Doo-Dah Band tourttoert Slater met Rodney Slaters Parrots, waartoe ook de drummer John Halsey van de Rutles behoort.
 
== Discografie ==