In het christendom wordt wijding gebruikt om het gewijde te bestemmen voor de eredienst of om de [[genade (christelijk geloof)|genade van God]] over de betrokken personen of zaken af te smeken. Zo kan men bijvoorbeeld in het [[christendom]] gewijd worden tot [[diaken]], [[priester]] of [[bisschop]]. Het gebruik komt vooral voor in de [[Rooms-Katholieke Kerk|katholieke kerk]] en het [[oosters christendom]], en komt minder voor binnen het [[protestantisme]]. De wijding tot het priesterschap is een van de zeven [[katholicisme|katholieke]] [[sacrament]]en.
===Katholieke Kerk===
Regel 31:
====Niet-sacramentele wijdingen====
Naast het sacrament van de wijding kent de roomsRooms-katholiekeKatholieke kerk nog de [[Abt (abdij)|abtswijding]] (beter is te spreken van abtszegening) en de [[maagdenwijding]]. Dit zijn geen eigenlijke sacramenten, maar [[sacramentaliën]]. Tot enige jaren na [[Vaticanum II]] (1962-1965) werden katholieke geestelijken alvorens priester te worden ook gewijd tot [[exorcist]], [[ostiarius|poortwachter]], [[lector]] en [[acoliet]]. Dit zijn de zogenaamde [[Lagere en hogere wijdingen|lagere wijdingen]] die heden aanzienlijk minder worden toegediend in de Kerk van de [[Latijn]]se [[ritus]]. In de oosterse ritus bestaan echter het [[subdiaken|subdiaconaat]], het lectoraat en enkele andere lagere wijdingen voort.
====Liturgie====
Regel 42:
===Oosters-orthodoxe en oudkatholieke kerken===
De [[oosters-orthodoxe kerken]] en de [[Oudkatholieke Kerk]] geloven vrijwel hetzelfde als in de roomsRooms-katholiekeKatholieke kerkKerk, en passen diaken-, priester- en bisschopswijdingen toe, evenals overige zegeningen en objectwijdingen.