Vredesverdrag van 1760: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
samenvoegen
Label: bewerking met nieuwe wikitekstmodus
Wigbold Crommelin
Label: bewerking met nieuwe wikitekstmodus
Regel 2:
Het '''Vredesverdrag van 1760''' is een verdrag dat vrijgevochten slaven in Suriname op 10 oktober 1760 sloten met de toenmalige Nederlandse overheid. Het verdrag hield in dat de [[Ndyuka (Marrons)|Ndyuka]], een in het oerwoud gevormde stam van [[Marrons van Suriname|Surinaamse Marrons]], vrijheid en territoriale autonomie verwierven. In ruil daarvoor verplichtten zij zich onder andere, om nieuwe weggelopen slaven aan te brengen bij de Hollanders.
 
Het akkoordconceptverdrag werd geslotenopgesteld door de gouverneur-generaal [[Wigbold Crommelin]] na een opstand aan de [[Tempatiekreek]], begin 1757. Op zes verschillende plantages braken daar opstanden uit, die grote verliezen kostten aan Hollandse zijde. Het vredesakkoord waswerd ontworpen door een Marrononderhandeld genaamdmet [[Adyáko Benti Basiton|Boston]], een Marron die eerder van Jamaica naar Suriname was gedeporteerd en lezen en schrijven kon, en een variant van het enige eerder tussen Marrons en kolonisten gesloten akkoord (op [[Jamaica]], 1738) middels achtergelaten briefjes aan de Hollandse militairen overbracht. Hij plaatste kanttekeningen bij zes van de artikelen van het conceptverdrag van 1760 en bracht het verdrag terug van zeven naar negen artikelen.

Verschillende stammen volgden het voorbeeld van de Ndyuka, zodat er zich eind 18de eeuw een specifieke Marron-beschaving kon ontwikkelen in het Surinaamse binnenland die zich had vrijgemaakt van de kolonisten en uniek is voor het hele [[Caraïben|Caraïbische gebied]]. In Jamaica was er bijvoorbeeld (mede door het beperkte grondgebied) een veel grotere vermenging. In [[1762]] volgde een vergelijkbaar verdrag met de [[Saramaccaners]], en in [[1767]] met de [[Matawai (volk)|Matawai]].
 
Het document heeft 250 jaar na dato internationale historische en juridische waarde. Ook is het verdrag van juridisch belang, omdat de Marrons territoriale autonomie werd toegestaan; heden ten dage zijn in dat gebied aanzienlijke goudvondsten gedaan en is de vraag opgelaaid hoe het verdrag thans moet worden geïnterpreteerd.{{bron?}}