Johan van Nassau-Idstein: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Retireduser3768 (overleg | bijdragen)
aanvulling
Retireduser3768 (overleg | bijdragen)
aanvulling
Regel 20:
| opvolger2 = [[George August Samuel van Nassau-Idstein|George August Samuel]]
| functie3 = [[Bestand:Nassau_wapen.svg|10px]] [[Regent (bestuurder)|Regent]] van [[Nassau-Weilburg]]
| regeerperiode3 = [[1655]]-[[1663]]<br>[[1675]]-[[1677]]
| inauguratie-naam3 =
| inauguratie3 =
Regel 26:
| mederegent3 =
| voorganger3 = n.v.t.
| opvolger3 = n.v.t. (in 1663)<br>[[Johan Lodewijk van Nassau-Ottweiler]] (in 1677)
| huis-naam =
| huis = [[Huis Nassau-Idstein|Nassau-Idstein]]
Regel 69:
Johan ging in 1651 met zijn broer Ernst Casimir en hun neven [[Johan Lodewijk van Nassau-Ottweiler|Johan Lodewijk]], [[Gustaaf Adolf van Nassau-Saarbrücken|Gustaaf Adolf]] en [[Walraad van Nassau-Usingen|Walraad]] over tot een nieuwe verdeling, waarbij zij gezamenlijk bleven bezitten [[Kasteel Nassau|Nassau]], [[Bad Ems|(Bad) Ems]],<ref>Huberty et al. (1981): Het bezit van Ems was theoretisch want het is evident dat Ems sinds 1255 gezamenlijk bezit van het huis Nassau was en dat de Ottoonse Linie het in 1404 gedeeld had met Hessen (zie ''Handbuch der historische Stätten Deutschlands'' V, 23 en Spielmann, p. 112).</ref> [[graafschap Saarwerden|Saarwerden]] met [[Herbitzheim]] en [[Wadgassen]],<ref>Huberty et al. (1981): Herbitzheim en Wadgassen waren bezet door de hertog van Lotharingen tot 1670 (zie Spielmann, p. 185).</ref> [[Homburg (Saar)|Homburg]]<ref>Huberty et al. (1981): Homburg was bezet door de hertog van Lotharingen tot 1697 (zie Spielmann, p. 185).</ref> (in [[de Palts]]), [[Klooster Rosenthal|Rosenthal]], [[Rosbach vor der Höhe|Ober]]- en [[Rosbach vor der Höhe|Nieder-Rosbach]].<ref name="huberty" /> Johan ontving als zijn bezit Idstein, [[Wiesbaden]], [[Sonnenberg (Wiesbaden)|Sonnenberg]], [[Wehen (Taunusstein)|Wehen]], [[Burgschwalbach]] en Lahr.<ref name="huberty" /><ref name="medlands" /><ref>Huberty et al. (1981) m.b.t. Lahr: “Fix schrijft op p. 340: ''ʻEin 1532 eröffneter Rechtsstreit fand 1629 sein Ende: die Herrschaft (Lahr) wurde zwar dem Hause Nassau zugesprochen, doch musste dasselbe bis zur Zahlung bedeutender Geldsummen das halbe und seit 1659 das ganze Gebiet an Baden zum Pfande geben. Die neben Lahr gelegene Herrschaft Mahlberg teilt in genauere Verbindung mit dem badischen Hause und wurde semselben 1629 völlig zugesprochen.ʼ'' Dit wordt bevestigd door ''Handbuch der historische Stätten Deutschlands'' VI, 415 zodat de vermelding bij Spielmann, p. 175 dat Mahlberg in 1651 gezamenlijk bezit van de graven van Nassau-Saarbrücken was, onjuist is.”</ref>
 
Toen in 1653 zijn oudste zoon, [[Gustaaf Adolf van Nassau-Idstein|Gustaaf Adolf]], katholiek werd, verstootte Johan hem. In de periode 1655-1663 was Johan [[Regent (bestuurder)|regent]] van [[Nassau-Weilburg]] en [[Voogd (familierecht)|voogd]] van zijn neef [[Frederik van Nassau-Weilburg]]. Johan herbouwde [[Slot Idstein]].<ref name="dek" /> In 1668 woedde de pest in Idstein. In 1669 begon het werk aan de herbouw van de kerk te Idstein. In 1672 streefde Johan naar de [[rijksvorst]]enwaardigheid. HijVan 1675 tot zijn dood was hij opnieuw regent van Nassau-Weilburg en voogd, ditmaal van zijn achterneven [[Johan Ernst van Nassau-Weilburg|Johan Ernst]] en [[Frederik Willem Lodewijk van Nassau-Weilburg]]. Johan overleed in 1677 en werd begraven in de [[Uniekerk (Idstein)|Uniekerk]] te Idstein.
 
De voogd van de pas twaalfjarige opvolger [[George August Samuel van Nassau-Idstein|George August Samuel]] werd [[Johan Casimir van Leiningen]].<ref>Dit wordt vermeld in het artikel over Johan op de [[w:de:Johann (Nassau-Idstein)|Duitstalige Wikipedia]]. In het artikel over zijn zoon en opvolger George August Samuel op de [[w:de:Georg August (Nassau-Idstein)|Duitstalige Wikipedia]] wordt de voogd echter Johan Caspar van Leiningen-Dachsburg genoemd.</ref> In zijn “Politiek Testament” beschreef Johan het heersersambt als een taak waarvoor een heerser later rekenschap voor God moet afleggen.