Zachte g: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Regel 6:
Zowel een harde als een zachte ''g'' wordt gevormd door een vernauwing van de mondholte die ontstaat wanneer de achterkant van de tong omhooggebracht wordt. Het verschil is de plaats in de mondholte waar deze vernauwing optreedt: bij een zachte ''g'' is dat bij het harde gehemelte (palatum), bij een harde ''g'' verder naar achteren, bij het zachte gehemelte (velum) of zelfs richting de huig (uvula).
 
De ''g'' wordt vooral richting het zuidoosten steeds palataler en 'zachter', en is dus vooral in Zuidoost-Brabant en Limburg hoorbaar anders dan de harde ''g''. In de dialecten in het uiterste zuidoosten van Limburg, en ook verder naar het zuidoosten in het [[Ripuarisch|Ripuarische]] taalgebied rond [[Keulen (stad)|Keulen]], is de ''g'' zelfs zo ver [[palatalisatie|gepalataliseerd]] dat hij in een ''j'' overgaat. Evenals in ede [[Ingveoons|IngveooneIngveoonse]] dialectentalen als het [[Oudengels]] en het [[Oudfries]] de zachte ''g'' in een ''j'' is overgegaan.
 
==Verspreiding==