Gender (identiteitsaspect): verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
→‎Gender en lichaam: Voor het weggehaalde stuk mag nu toch echt weleens een bron gegeven worden.
k Met <ref> ook Appendix/References
Regel 6:
 
== Gender en feminisme ==
[[FileBestand:Willy Fokke kunstwerk thema gender blender -1487761986.JPG|thumb|Kunstwerk van [[Willy Fokke]] getiteld "gender blender"]] In de [[feminisme|feministische]] theorievorming neemt het onderscheid tussen sekse en gender een bijzondere plaats in. De feministische schrijfster die het onderscheid tussen sekse en gender heeft geïntroduceerd in het feministische denken was [[Ann Oakley]], zij schreef de invloedrijke tekst Sex, Gender and Society in 1972. Oakley was de eerste die het concept van gender in verband bracht met een theorie over de ongelijkheid en de onderdrukking van vrouwen. Het onderscheid dat de feministen maakten tussen sekse en gender viel een wereldwijd geaccepteerde theorie aan die stelt dat verschillen tussen mannen en vrouwen ‘natuurlijk’ zijn, dat ze komen door genitale en genetische verschillen en dus onmogelijk te veranderen. Deze theorie over man/vrouwrollen (ontwikkeld door Parsons en Bales (1956)) was voordat de [[Tweede feministische golf]] opkwam, het dominante [[sociologie|sociologische]] perspectief in de studies die de relaties tussen mannen en vrouwen bestudeerden. Parsons en Bales suggereren dat er in een [[gezin]] in een [[kapitalisme|kapitalistisch]] geïndustrialiseerde samenleving behoefte was aan rolspecialisatie; verschillende sociale functies vereisen verschillende persoonlijke karaktertrekken. De instrumentale rollen waren weggelegd voor mannen en omvatten het functioneren in de keiharde wereld van de economische competitie. Daartoe moesten mannen [[agressie]]f, meedogenloos en [[intelligentie|intellectueel]] zijn. Vrouwen aan de andere kant, hadden [[uitdrukking|expressieve]] rollen. Rollen waarin ze moesten verzorgen, voor de kinderen zorgen en iedereen voorzien in hun fysieke en emotionele behoeften. De rollen waren onderling niet uitwisselbaar. Deze theorie werd onderbouwd door de biologische kijk op de voortplantingsfunctie van vrouwen en hun hormonen die van hen ‘natuurlijke’ zorgdragers maken. Sociobiologen stelden dat de rol van mannen als ‘jagers’, hun mannelijke fysiek en hormonen van mannen hen ‘natuurlijk’ agressief en competitief maken. Deze theorie vormde de rechtvaardiging voor het type gezin dat in de jaren vijftig overheersend was in de Verenigde Staten, het traditionele broodwinner/huisvrouw-gezin. Deze naturalistische kijk op mannelijkheid en vrouwelijkheid als biologisch bepaald werd ondermijnd door het gender/sekse-onderscheid.
 
In het [[modernisme]] richtte het feminisme zich zoals gezegd vooral op de ongelijkheid tussen man en vrouw. ‘[[De verlichting|Verlichting]]’ was het centrale begrip voor de feministen in de moderne tijd. In het [[postmodernisme]] vond er een verschuiving plaats in de feministische analyse van gender. Steeds meer richtten feministen hun aandacht op het kritisch bekijken van hun eigen aannames, in plaats van op de [[Gendergelijkheid|genderongelijkheden]] in de wereld. Als het wachtwoord van de feministen in de moderniteit ‘verlichting’ was, was dat ‘[[deconstructie]]’ in de postmoderniteit. Feministen werden meer zelfkritisch en reflecteerden op hun eigen procedures. Dit reflecteren heeft geleid tot het besef van een tegenstelling in hun gedachtegoed. De kruistocht voor [[gelijkheidsbeginsel|gelijkheid]], die in het politieke hart ligt van het feminisme, is gebaseerd op het idee van een duidelijke en afgesloten [[genderidentiteit]]. Het idee dat mannen en vrouwen verschillend zijn ligt nu juist aan de basis van alle ongelijkheid die de feministen bestrijden.
 
In het huidige tijdperk is de vorming van gender en identiteit nog altijd een groot onderwerp van studie. In 1990 schreef Amerikaans filosofe en feministe [[Judith Butler]] het boek Gender Trouble. Hierin beschrijft ze hoe het gender en identiteit niet vast ligt in ons brein, maar hoe we het als het waren 'performen', wat [[gender performativity]] heet. Ons gender ligt volgens haar niet vast bij de geboorte, maar we krijgen van buitenaf (opvoeding, educatie, media) gewoontes gepresenteerd die als normaal worden beschouwd en bij je gender zouden passen. We wennen ons deze gewoontes aan, en omdat we ze blijven herhalen bevestigen we telkens opnieuw dat we bij een bepaald gender horen. Dus niet 'ik draag make-up omdat ik vrouw ben' maar 'ik ben vrouw omdat ik make-up draag'. Dit idee ligt ten grondslag aan veel kritiek op hoe de media en marketing zich uiten, deze dringen immers de beelden van de huismoeder en de werkende vader keer op keer aan de mensen op.
 
 
== Beeldvorming ==
Regel 48 ⟶ 47:
* Swaab, Dick. (2010) Wij zijn ons brein. Amsterdam: Atlas Contact.
 
{{Appendix|2=
{{References}}
}}
{{Navigatie LGBT}}