Neogotiek: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Regel 69:
De eerste sporen van neogotische of neomiddeleeuwse architectuur in België zijn te plaatsen in de geest van de vroege romantiek. Zo lieten de landvoogden [[Albrecht Casimir van Saksen-Teschen]] en zijn vrouw [[Maria Christina van Oostenrijk (1742-1798)|Maria Christina van Oostenrijk]] al in de jaren 1780 in het romantische landschapspark van het [[Kasteel van Laken]] een gotische burchtruïne bouwen die evenwel niet bewaard bleef. Het ging om een romantische fantasiestijl die vooral het pittoreske en geheimzinnige van de middeleeuwse architectuur wilde evoceren. Het ging overigens over niet meer dan een 'folly', een nep-middeleeuws bouwsel dat was bedoeld om de tuin op te sieren. De romantische en pittoreske geest kenmerkt ook alle andere vroege voorbeelden van neogotische bouwkunst. Het gaat om een heel decoratieve stijl die losjes elementen en motieven uit verschillende tijdvakken en scholen van de gotiek combineert. Deze romantische stijl werd ook wel 'Troubadourstijl' genoemd.
 
De eerste verwezenlijkingen in deze stijl waren van de hand van Gentse architect [[Jean Baptiste Pison]]. Hij bouwde omstreeks 1800 het portiershuis van het [[Kasteel van Moregem]] bij [[Oudenaarde]]. In het eerste decennium van de 19de eeuw gaven de architecten Pisson en [[François Verly]] een romantisch neogotisch uiterlijk aan het door hen verbouwde [[Kasteel Wissekerke]] (1803-1811). Deze realisatie inspireerde zich duidelijk op vroege Engelse voorbeelden zoals [[Strawberry Hill]]. Een zo romantisch en pittoresk mogelijk uitzicht was duidelijk het uitgangspunt. Verly bouwde voor het overige in de Neoklassieke trant maar vervaardigde ook romantische landschappen in aquarel. Ander vroege creaties zijn de aankleding van de 'Gotische zaal' van het Brusselse stadhuis (1825) en het fraaie landgoed 'Les Masures'(1835-1837) bij [[Pepinster]]. Van dit grote landhuis, opgetrokken in een duidelijk Engels geïnspireerde 'neo-[[Tudorstijl']] door architect [[Auguste Marie Vivroux]] voor de industriël Edourard de Biolley rest helaas alleen nog het poortgebouw.
 
Ook de architecten van de volgende generatie zoals [[Tieleman Franciscus Suys]] en [[Louis Roelandt]] hadden nog een vorming genoten in het klassieke academisme. Hun restauratie- en nieuwbouwprojecten in de gotische trant waren romantisch van karakter en niet gebaseerd op diepgaande studie of kennis van de gotische stijlen. Suys renoveerde het middeleeuwse [[kasteel van Bouchout]] omstreeks 1830 in een romantische neogotiek deels geïnspireerd op de Engelse Tudorstijl. De kerkgebouwen van Roelandt (zie bijvoorbeeld: [[Onze-Lieve-Vrouw-van-Bijstand-der-Christenenkerk (Sint-Niklaas)]]) hebben aanvankelijk structureel weinig gemeen met gotische architectuur maar zijn opgesmukt met gotische lancet- en rozetvensters en met steunberen en pinakels. De jong gestorven architect [[Louis Van Overstraeten]] kwam in het ontwerp voor de [[Koninklijke Sint-Mariakerk]] in Schaarbeek al vroeg tot een zeer originele synthese van gotische, romaanse en byzantijnse elementen. Hij gebruiket bij de bouw overigens moderne constructietechnieken. Zo is de draagconstructie van de koepel in staal uitgevoerd. Deze stijl loopt vooruit op het eclecticisme van de late 19de eeuw.