Neogotiek: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Regel 73:
De Bethune en zijn navolgers zullen in België zorgen voor de echte doorbraak van de neogotiek. In de tweede helft van de 19de eeuw kent de stijl op alle vlakken toepassing. Naast nieuwe kerken en kloosters worden ook burgerwoningen, kastelen, postgebouwen, stations en dergelijke meer in neogotische stijl opgetrokken. De stijl richt zich ook meer en meer op de lokaal historisch aanwezige gotische bouwstijl. Toch wordt hij vooral geassocieerd met de katholieke 'Ultramontaanse' politieke strekking. Een 'nationale' stijl zal de neogotiek nooit worden in België. Daarvoor is het politieke landschap te verdeeld. De overheden en steden die traditioneel meer in handen zijn van de liberale (en veelal antiklerikale) burgerij zullen duidelijk opteren voor niet-gotische neostijlen. Zo zijn gerechtsgebouwen - de magistratuur werd beheerst door liberalen - bijna zonder uitzondering in een klassiek geïnspireerde bouwstijl opgetrokken.
 
In het laatste kwart van de 19de-eeuw was [[Joris Helleputte]] een toonaangevende figuur. Als hoogleraar in Leuven een belangrijke invloed had op de jongere generaties. Helleputte was ook actief als katholiek politicus. Zijn stijl kenmerkt zich evenwel door de introductie van tal van technische vernieuwing en nieuwe materialen. Daarin is zijn achtergrond als 'ingenieur' zeker niet vreemd. Men spreekt in deze fase van de 'Ingenieuze Neogotiek'. Leerlingen van Helleputte zoals [[Pierre Langerock]], [[Louis Cloquet]] en [[Joseph-François Piscador]] zullen de traditie nog tot de vroege twintigste eeuw doorzetten. Langerock blijft het meest trouw aan de degelijke studie van laatgotische voorbeelden. Hij is dan ook betrokken bij heel wat belangrijke 'restauraties' van kerken en burgerlijke gebouwen zoals het [[Paleis van de Grote Raad]] in Mechelen. Nieuwbouwprojecten zoals het [[Station van Binche]] of het [[Kasteel van Jeanne de Merode]] blijven - tenminste uiterlijk - trouw aan de Brabantse laatgotische traditie. Zijn plannen voor het nieuwe 'Nationale Heiligdom' de [[Basiliek van Koekelberg]] sluiten aan bij het type van de 'ideale kathedraal' van [[Eugène Viollet-le-Duc]]. De bouw komt echter niet verder dan de fundamenten die na de Eerste Wereldoorlog als basis zullen worden gebruikt voor een nieuwe basiliek in Art Decostijl naar de plannen van [[Albert Van Huffel]]. Architecten als Cloquet en Piscador introduceren meer nieuwe vormen en zijn ook meer beïnvloed door de Arts and Craftsstijl en zelfs de Art Nouveau. Cloquet bouwt het [[Station Gent Sint-Pieters]] dat in 1913 opent. Piscador realiseert tijdens de Eerste Wereldoorlog de wederopbouw van zijn atelierwoning in Leuven in een late Art Nouveaustijl.
 
[[Bestand:Loppem chateau face 2.JPG|thumb|left|[[Kasteel van Loppem]] (J.B. Bethune)]]