Koos Andriessen: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Snirpprins (overleg | bijdragen)
Versie 51296362 van Snirpprins (overleg) ongedaan gemaakt: het wordt te veel een cv zo, niet encyclopedische stijl
Label: Ongedaan maken
Regel 23:
Andriessen studeerde [[economie (wetenschap)|economie]] aan de [[Nederlandsche Economische Hoogeschool]] te [[Rotterdam]] en [[wetenschappelijke promotie|promoveerde]] in 1955 aan de [[Vrije Universiteit Amsterdam]] met het [[proefschrift]] "De ontwikkeling van de moderne [[prijstheorie]]".
 
Van 1955 tot 1959 vervulde hij diverse ambtelijke topfuncties op het [[Ministerie van Economische Zaken (Nederland)|ministerie van Economische Zaken]] waarna hij tot 1963 hoogleraar economie aan de [[Universiteit van Amsterdam]] was. Hierna was hij twee jaar lang als het jongste lid van het [[kabinet-Marijnen]] belast met het ministerschap van Economische Zaken. Hij bond toentertijd de strijd aan met minister [[Joseph Luns]] van [[Buitenlandse Zaken]] over wie het wat de handelspolitiek betreft het voor het zeggen behoorde te hebben. Als minister was verantwoordelijk voor de oprichting van de [[Nederlandse Gasunie|Gasunie]] en de aanleg van het aardgasnet dat binnen een periode van 10 jaar alle Nederlandse huishoudens zou ontsluiten en de gasfabrieken in de steden overbodig zou maken.
 
In 1965 zette hij zijn carrière in het bedrijfsleven voort. HijZo werd lid van de directie van [[Van Leer (bedrijf)|Van Leer's Vatenfabrieken N.V.]], waarwas hij in 1980deze werdperiode benoemdenige tottijd voorzitter- van het1988 bestuur.tot Na1989 22 jaar trad hij af en werd hij benoemd tot- voorzitter van het [[Nederlands Christelijk Werkgeversverbond]] (NCW), de [[christelijk]]e [[werkgeversorganisatie]].
 
Toen [[Ruud Lubbers]] inIn 1989 voorwerd zijnhij [[kabinet-Lubbers III]] te rade ging bij de voorzitter van het NCW voor een nieuweopnieuw minister van EconmischeEconomische Zaken, schoofnu Andriessenin zichzelfhet naar[[kabinet-Lubbers vorenIII]] en zo werdwaarbij hij 24 jaar later in 1989 opnieuw minister, deze keer als één van de oudste bewindspersonen in dit [[Nederlands kabinet|kabinet]] was. Hij was in die hoedanigheid verantwoordelijk voor een nieuwe [[elektriciteit]]swet, bevorderde een verruiming van de openingstijd van winkels en deed een [[kaderwet]] het licht zien aangaande allerlei [[subsidie]]mogelijkheden voor het bedrijfsleven. HijOok bedachtwas hij samen met premier [[Ruud Lubbers]] de [[technolease]]motor constructieachter voorde Philipsinvoering omvan de enormeomstreden patentenportfolio[[technolease]] omwaarbij tenoodlijdende zettenbedrijven invia cash die ervoor zorgde dat het bedrijf kon overleven. Ook nam hij in die periode politieke verantwoordelijkheid voor de redding vaneen financieel-[[DAF (fabrikant)fiscus|vrachtwagenfabrikant Daffiscale]]. constructie werden geholpen.
 
In 1994 was hij daarnaast voor een paar maanden minister van [[Verkeer en Waterstaat]] vanwege de overstap naar het [[Europees Parlement]] van minister [[Hanja Maij-Weggen]] (eveneens CDA).<br />Na zijn ministeriële periode vervulde hij talloze bestuursfuncties in het bedrijfsleven en de (semi-)overheid. Hi was commissaris bij ING en andere beursgenoteerde bedrijven. Zijn fascinatie voor digitale technologie kon hij kwijt bij [http://www.isoc.nl Nederlandse chapter] van de internationale [[Internet Society]]. Vanaf de oprichting in 1997 tot 2001 was hij voorzitter en zette hij zich in voor een versnelling van de digitale samenleving. In die hoedanigheid leidde een tiental onderzoeksmissies van Nederlandse ondernemers. Na zijn aftreden zat hij talloze commissies voor om de vervanging van koperkabels in de grond door glasvezel (de verglazing van Nederland) te helpen versnellen. Vanaf 2008 trok hij zich terug uit het bedrijfsleven.
Na zijn ministeriële periode vervulde en vervult hij allerlei bestuursfuncties in het bedrijfsleven en de (semi-)overheid. Zo was hij voorzitter van de ISOC.NL de internet society Nederland en zette hij zich in voor de versnelling van de digitale samenleving.
 
Andriessen schreef ook een aantal leerboeken voor het hoger economisch onderwijs, ''De sociaal-economische besturing van Nederland'' en ''Economie in theorie en praktijk'' die heden ten dage nog steeds - in herdruk - worden gebruikt.