Langspeelplaat: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
-1 cat
Regel 3:
 
==Beschrijving==
De afkorting lp staat voor ''long play''. De meeste lp's moeten op 33⅓ [[toerental|toeren]] per minuut worden afgespeeld. Andere platenformaten zijn [[single (muziek)|singles]] en [[Extended play|EP's]]. Elke [[grammofoonplaat]] heeft per zijde één doorlopende groef bestaande uit de inloop, daarna de opname en aan het eind de uitloop. De langspeelplaat werd in [[1948]] geïntroduceerd door [[Columbia Records]]. In de jaren [[1990]] verloren langspeelplaten aan populariteit door de opkomst van de [[compact disc|CDcd]], al bleven sommige artiesten hun muziek nog steeds alleen op lp uitbrengen.
 
== Variabele spoed ==
Om zo veel mogelijk muziek op de plaat te krijgen past men variabele spoed (verplaatsing van de naald per omwenteling) toe. De studiorecorder waarop de master wordt afgespeeld, is voorzien van een extra leeskop (weergavekop) die het signaal op luidheid bemonstert en de spoed van de platensnijder aanstuurt. Zodoende liggen bij zachte passages de groeven heel dicht tegen elkaar aan om bij luidere passages ruimer te worden. Hoe ruimer de spoed, hoe minder muziek er per kant opgenomen kan worden. Het klassieke label [[Deutsche Grammophon]] Gesellschaft stond bekend om zijn ruime spoed. 12 minuten per (klassieke) plaatkant kwam regelmatig voor. Bij de uitloop van de groef wordt de spoed vergroot, de "arm maakt een slinger" om een eventueel aanwezig afslagmechanisme van de platenspeler te activeren. Er zijn echter uitzonderingen: onder andere op ''[[On the Threshold of a Dream]]'' van de [[Moody Blues]] en ''[[Sgt. Pepper's Lonely Hearts Club Band (hoofdbetekenis)|Sgt. Pepper's Lonely Hearts Club Band]]'' van [[The Beatles]] loopt het geluid door tot in het eind van de groef, waardoor de laatste passage eindeloos herhaald wordt (als de plaat niet afslaat).
 
Tussen de muzieknummers in is de loop van de groef wat groter om de gebruiker in staat te stellen de naald halverwege de plaat in de groef te laten zakken. Ter plaatse glimt het plaatoppervlak wat meer en is de pauze of overgang gemakkelijk te herkennen met weinig risico voor groefbeschadiging.