Ernst Casimir van Nassau-Weilburg: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Retireduser3768 (overleg | bijdragen)
k →‎Huwelijk en kinderen: kleine correctie
Retireduser3768 (overleg | bijdragen)
k Kleine correcties en aanvullingen, link gecorrigeerd
Regel 10:
| mederegent = [[Willem Lodewijk van Nassau-Saarbrücken|Willem Lodewijk]]<br>[[Johan van Nassau-Idstein|Johan]]<br>[[Otto van Nassau-Neuweilnau|Otto]]
| voorganger = [[Lodewijk II van Nassau-Saarbrücken|Lodewijk II]]
| opvolger = n.v.t.
| functie2 = [[Bestand:Nassau_wapen.svg|10px]] [[Lijst van heersers van Nassau|Graaf van Nassau-Weilburg]]
| regeerperiode2 = [[1629]]-[[1655]]
Regel 17:
| mederegent-naam2 =
| mederegent2 =
| voorganger2 = n.v.t.
| opvolger2 = [[Frederik van Nassau-Weilburg|Frederik]]
| rang = [[Kolonel]] in het [[Staatse leger]]
Regel 45:
[[File:Weilburg Hochschloss Merian 1655.jpg|thumb|Gravure van Slot Weilburg door Matthäus Merian uit 1655]]
[[File:Weilburg Stadt Merian 1655.jpg|thumb|Gravure van de stad Weilburg door Matthäus Merian uit 1655]]
Ernst Casimir was de achtste zoon van graaf [[Lodewijk II van Nassau-Saarbrücken|Lodewijk II]] en [[Anna Maria van Hessen-Kassel (1567-1626)|Anna Maria van Hessen-Kassel]],<ref name="huberty" /><ref name="medlands" /><ref name="dek" /> dochter van [[landgraaf (titel)|landgraaf]] [[Willem IV van Hessen-Kassel]] en [[Sabina van Württemberg]].<ref name="huberty" /><ref name="medlands" /><ref name="dek" />
 
=== Graaf van Nassau-Weilburg ===
Regel 52:
Op 7 juli 1629 besliste het [[Rijkskamergerecht]] in het geschil tussen [[Opper-Lotharingen|Lotharingen]] en Nassau dat stad en kasteel [[Sarrewerden|Saarwerden]], [[Bouquenom|Bockenheim]] en [[Vibersviller|Wiebersweiler]] als lenen van [[Prinsbisdom Metz|Metz]] aan Lotharingen gegeven zouden moeten worden; de rest van het [[graafschap Saarwerden]] zou bij Nassau moeten blijven. De hertog van Lotharingen nam echter onmiddellijk bezit van het hele graafschap Saarwerden en de voogdij Herbitzheim. Willem Lodewijk begaf zich naar de vorstendag te [[Regensburg (stad)|Regensburg]] en verkreeg op 23 juli 1631 de keizerlijke [[Leen (feodalisme)|belening]] (hoewel hij had geweigerd zich bij de [[Katholieke Liga (1609)|Katholieke Liga]] aan te sluiten of er troepen voor beschikbaar te stellen).
 
Op 24 november 1632 overleed de jongste broer Otto en op 11 december werd Ernst Casimir meerderjarig. In 1634 schikten de broers Nassau in [[Frankfurt am Main]] met de [[heren van Geroldseck]] over hun eigendomsrechten op de [[heerlijkheidHeerlijkheid (bestuursvorm)|heerlijkheid]] [[Lahr/Schwarzwald|Lahr]].
 
=== Dertigjarige Oorlog ===
In de [[Dertigjarige Oorlog]] (1618-1648) had Lodewijk II een voorzichtige [[neutraalNeutraal land|neutraliteit]] gehandhaafd, die knellende [[inkwartiering]]en in zijn bezittingen echter niet voorkomen kon. Toen koning [[Gustaaf II Adolf van Zweden]] aan het einde van het jaar 1630 naar de [[Rijn]] kwam, stelden Ernst Casimir en zijn broers zich te zijner beschikking en verklaarden daarmee de oorlog aan hun keizer. Nadat koning Gustaaf Adolf op 16 november 1632 was gesneuveld, verbonden de drie graven zich op de bijeenkomst van de protestantse [[standStand (maatschappelijk)|standen]] in [[Heilbronn (stad)|Heilbronn]] met de Zweedse [[rijkskanselier]] [[Axel Oxenstierna]].
 
Na nederlagen van Zweden en zijn bondgenoten ontnam keizer [[keizer Ferdinand II|Ferdinand II]] Ernst Casimir en zijn broers hun landen. Op 30 mei 1635 sloot een reeks [[rijksstanden]], waaronder [[Keurvorstendom Brandenburg|Keurbrandenburg]] en [[Keurvorstendom Saksen (1547-1806)|Keursaksen]], de [[Vrede van Praag (1635)|Vrede van Praag]], waarbij de graven van Nassau uitdrukkelijk werden uitgesloten. In november 1635 verscheen de keizerlijke commissaris [[Bertram von Sturm zu Vehlingen|Bertram von Sturm]] in de Nassause landen en verklaarde de drie broers vervallen van hun graafschappen en al hun bezittingen.
Regel 64:
 
=== Na de oorlog ===
Ernst Casimir ging in 1651 met zijn broer Johan en hun neven [[Johan Lodewijk van Nassau-Ottweiler|Johan Lodewijk]], [[Gustaaf Adolf van Nassau-Saarbrücken|Gustaaf Adolf]] en [[Walraad van Nassau-Usingen|Walraad]] over tot een nieuwe verdeling, waarbij zij gezamenlijk bleven bezitten [[Kasteel Nassau|Nassau]], [[Bad Ems|(Bad) Ems]],<ref>Huberty et al. (1981): Het bezit van Ems was theoretisch want het is evident dat Ems sinds 1255 gezamenlijk bezit van het huis Nassau was en dat de Ottoonse Linie het in 1404 gedeeld had met Hessen (zie ''Handbuch der historische Stätten Deutschlands'' V, 23 en Spielmann, p. 112).</ref> [[graafschapGraafschap Saarwerden|Saarwerden]] met [[Herbitzheim]] en [[Wadgassen]],<ref>Huberty et al. (1981): Herbitzheim en Wadgassen waren bezet door de hertog van Lotharingen tot 1670 (zie Spielmann, p. 185).</ref> [[Homburg (Saar)|Homburg]]<ref>Huberty et al. (1981): Homburg was bezet door de hertog van Lotharingen tot 1697 (zie Spielmann, p. 185).</ref> (in [[de Palts]]), [[kloosterKlooster Rosenthal|Rosenthal]], [[Oberrosbach|Ober]]- en [[Niederrosbach|Nieder-Rosbach]].<ref name="huberty" /> Ernst Casimir ontving als zijn bezit Weilburg, [[Merenberg]], [[Krofdorf-Gleiberg|Gleiberg]], [[Reichelsheim (Wetterau)|Reichelsheim]], [[Kirchheimbolanden|Kirchheim]], [[Stauf]], [[Hüttenberg (Hessen)|Hüttenberg]] (gezamenlijk bezit met [[Landgraafschap Hessen|Hessen]]), [[Langgöns|Cleeberg]] en [[Löhnberg]].<ref name="huberty" /><ref name="medlands" />
 
Ernst Casimir werd begraven in de Sint-Maartenskerk, [[Weilburg]].<ref name="wehrum">Wehrum.</ref> In 1909 werd hij herbegraven in de nieuwe [[crypte]] in de [[slotkerkSlotkerk (Weilburg)|slotkerk]] van Weilburg.<ref name="wehrum" />
 
== Huwelijk en kinderen ==