Regenten: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
MoiraMoira (overleg | bijdragen)
k Wijzigingen door 178.85.45.243 (Overleg) hersteld tot de laatste versie door Hannes Karnoefel
Regel 3:
 
==Oorsprong==
dit is saai [[Bestand:Andries Bicker.jpg|thumb|De Amsterdamse regent [[Andries Bicker]]]]
Het regentenpatriciaat als heersende klasse binnen de stad stamt al van voor de tijd van de [[Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden]]. Het heeft zich in de loop van de tijd gevormd onder invloed van verschillende gebeurtenissen.
De Hollandse steden zijn over het algemeen ontstaan in de [[middeleeuwen]], zo rond de [[13e eeuw]]. De steden wisten handig gebruik te maken van de onderlinge machtsstrijd tussen de vorst en de adel om haar eigen positie te versterken, waardoor de stad een nieuw machtselement werd in de middeleeuwse [[feodalisme|feodale samenleving]] waar ten slotte noch vorst noch adel omheen kon. De vele oorlogen kostten de adel en landsheren ook veel geld en de directe opbrengsten van hun bezittingen waren dikwijls niet voldoende om [[huurling]]en te betalen of hun eigen leger goed uit te rusten. De enige andere geldbron was de opkomende koopliedenklasse in de groeiende steden. Deze wilden wel geld verstrekken maar dan wel onder zekere voorwaarden. Door middel van deze financiële steun aan de landsheer verkregen de steden aldus [[stadsrechten]], privileges en een zekere mate van zelfstandigheid in het regelen van hun interne verhoudingen.
 
== Het ontstaan van de regentenstand ==
[[Bestand:Andries Bicker.jpg|thumb|De Amsterdamse regent [[Andries Bicker]]]]
Deze nieuwe verworven autonomie bracht met zich mee dat naast de afgevaardigde van de landsheer, de [[schout]], er een aantal mensen moesten zijn die de stad konden besturen. Zie hier de geboorte van de stedelijke bestuurder, wiens macht niet gebaseerd was op afkomst maar op rijkdom. Want de middeleeuwse stedelingen waren van mening dat de [[vroedschap]], waaruit de stedelijke bestuurders werden gekozen, moesten bestaan uit ''de weisten, treffelijksten en rijksten van de stadsbevolking''.{{Bron?||2011|09|06}}
 
Deze mening kwam voort uit de gedachte dat mensen met rijkdom de beste waarborg waren voor de voorspoed van de stad. De handelaren en kooplieden die zitting hadden in de vroedschap zouden het meest gebaat zijn bij vrede want vrede was goed voor de handel. Voorts zouden rijken zich niet zo snel bezoldigen uit de schatkist van de stad daar zij zelf al zeer rijk waren.
 
==Toenemende macht==
Tot in de eerste helft van de [[16e eeuw]] werd er, van bovenaf, nog wel het een en ander veranderd door de [[Bourgondische tijd|Bourgondische]] en de [[Habsburgers|Habsburgse dynastieën]]. Zij bevorderden dedetoch situatieveel waarinvan dehaar stedelijke bestuurders, de regenten, een groter gezag over de stad en haarburgerlijke inwonerswaarden kondenbleven uitoefenenbehouden.
Van onderaf probeerden de regenten hun groep af te sluiten van de rest van de burgers. Alhoewel in sommige steden de [[gilde (beroepsgroep)|gilde]]n nog wel een stem hadden in de keuze van het stadsbestuur, waren ze in de meeste steden toch uitgesloten van inspraak. Zo bestond de [[vroedschap]] voornamelijk uit rijke handelaren en kooplieden.
 
De vroedschap mocht ieder jaar een nominatie opmaken voor de functies van de burgemeesters en de schepenen. Deze functies werden voor een jaar bekleed door de leden van de families die ook voor het leven zitting hadden in de vroedschap.
Daar men voor het leven werd benoemd, en de vroedschap zich door coöptatie aanvulde wisten de patriciërs hun stand in grote mate af te sluiten. Deze afsluiting werd nog versterkt door middel van onderlinge huwelijken.
 
Werden de regenten van onderaf vrijwel niet in toom gehouden, opmerkelijk is dat door de Nederlandse opstand tegen Spanje ook vrijwel iedere teugel van bovenaf kwam te vervallen.
In 1581 werd de landsheer, [[Filips II van Spanje|Filips II]], afgezworen en na nog wat mislukte experimenten met andere buitenlandse vorsten ging de prille Republiek vanaf 1588 zonder landsheer verder. Vanaf dan waren de stedelijke regenten de baas in de Republiek. Wel ontstonden in de loop van de 17e eeuw diverse conflicten met de [[stadhouder]]. De macht van de regenten was het grootst tijdens het [[Eerste Stadhouderloze Tijdperk]] (1650-1672).
 
De Republiek ontwikkelt zich in de loop van de 17e eeuw tot een van de rijkste en machtigste naties van Europa. Aan de basis van deze macht stonden de regenten, die ondanks al die welvaart toch veel van haar burgerlijke waarden bleven behouden.
 
== De regentenstand verandert ==