Dialect: verschil tussen versies
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
k Wijzigingen door 213.34.57.242 (Overleg) hersteld tot de laatste versie door Kwaremont |
Geen bewerkingssamenvatting |
||
Regel 22:
Vanuit taalkundig oogpunt heeft de vraag of een bepaalde taalvariëteit een op zichzelf staande [[taal]] is of een dialect weinig zin; er zijn namelijk geen vaste onderscheidende criteria. Zowel een taal als een dialect hebben een eigen [[grammatica]]al systeem, een eigen [[woordenschat]] en soms - maar niet altijd - een overkoepelende standaardvariant, die het interne [[dialectcontinuüm]] (de geleidelijke overgangen binnen taal of dialect) overstijgt en als ''algemene'' gebruiksvariant geldt.<ref>Harrie Scholtmeijer, ''Naast het Nederlands. Dialecten van Schelde tot Schiermonnikoog'', Amsterdam/Antwerpen 1999:24-25</ref>
Volgens een
Dit kan alleen gelden voor dialecten die in aan elkaar grenzende gebieden worden gesproken en met elkaar een continuüm vormen. De verstaanbaarheid neemt af wanneer de geografische afstand groter wordt en zo zijn Zuid-Limburgs, Westvlaams en Oost-Gronings onderling nauwelijks meer verstaanbaar. Een vaak aangehaald voorbeeld over de overkoepelende 'taal' Nedersaksisch, die in dialectvarianten van de [[Achterhoek]] tot in [[Pommeren]] gesproken zou worden en in dit gehele gebied verstaanbaar zou zijn, is een aanname die niet berust op een communicatiepraktijk.
Recent is een politisering gaande van de discussie over taal en dialect. De Europese regelgeving kent een hogere wettelijke status en bijbehorende rechten toe aan talen boven dialecten, en daarom streven voorstanders van dialecten naar een 'taalstatus' voor hun dialect(en). Wezenlijk voor de toepassing van een juridische status van een taal is echter het bestaan van een standaardnorm waaraan de taalrechten gebonden kunnen worden en de sprekers gehouden zijn om zich
==Taalgebruikers==
Er is een verschil in [[sociale status]] tussen een “taal” (dat is dan de benaming voor een taalvariant die aanzien geniet) en een “dialect” (een taalvariant die met minder achting, soms zelfs met verachting wordt bezien).<ref>Bijvoorbeeld Scholtmeijer, p. 25</ref> Deze sociale status straalt af op de gebruikers van de taalvariant, althans zo kan dit worden gevoeld. Door de niet-dominante rol van de dialectvarianten, en hun gebruik in een
Ondertussen juichen andere taalgebruikers het verdwijnen van regionale taalvarianten juist toe als het verlaten van knellende, de vooruitgang remmende sociale verbanden. Zij zien in de overgang op moderner en grootschaliger gefundeerde talen een sociale en communicatieve winst. Ook het terugdringen van de Nederlandse taal aan de universiteiten, men zou kunnen zeggen de dialectisering van het Standaard
== Verwante begrippen ==
|