Euroscepsis: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
FNAS (overleg | bijdragen)
k →‎Definitie: Auteursnamen weggevallen.
FNAS (overleg | bijdragen)
Regel 8:
* '''Harde euroscepsis''': dit slaat op het volledig verwerpen van het project van Europese economische en politieke integratie en oppositie tegen het lid worden of lid blijven van de EU door een bepaald land. Dit kan betekenen dat iedere vorm van Europese economische of politieke integratie wordt afgewezen. In de praktijk krijgt deze harde euroscepsis echter vaak de vorm van het afwijzen van de huidige vorm van Europese integratie. Belangrijke argumenten daarvoor kunnen nationale soevereiniteit zijn of het idee dat de Europese integratie diep gewortelde waarden aantast of de drager is van verkeerde waarden.
 
* '''Zachte euroscepsis''': Dit omvat gedeeltelijk of gekwalificeerd verzet tegen Europese integratie. Dit kan de vorm krijgen van 'beleidseuroscepsis' of 'nationaal-belangeuroscepsis'.' Bij beleidseuroscepsis verwerpt men de EU niet in haar geheel maar is fel gekant tegen een bepaald beleidsdomein of specifieke beleidsinitiatieven. Zo kan men bijvoorbeeld als linkse politieke partij de meerwaarde inzien van Europese integratie, maar fel gekant zijn tegen de vrije markt handelsagenda van de EU. Omgekeerd kan een rechtse partij die handelspolitiek steunen maar de sociale agenda, de kosten van het Europese ambtenarenapparaat en het immigratiebeleid verwerpen als inbreuk op de eigen soevereiniteit.
:Nationaal-belangeuroscepsis behelst het benadrukken van het opkomen voor het nationaal belang binnen de Europese context. Dit is verenigbaar met steun voor het Europese project in principe.
 
Regel 14:
* Radicaal links is doorgaans sterk eurosceptisch, vanuit het besef dat de EU een centrum-rechts project is dat aanstuurt op uitbreiding van de markteconomie, niet de gewenste inperking, en de perceptie dat dit niet binnen de huidige structuren te veranderen valt.
* Centrum-links beschouwt Europese integratie van oudsher als een mes dat aan twee kanten snijdt: het biedt mogelijkheden voor uitbreiding van het [[Sociaaldemocratie|sociaaldemocratische]] model in Zuid-Europa, maar een gevaar oplevert voor de verworvenheden in het Noorden. De eurosceptische vleugel binnen de sociaaldemocratie, in de jaren 80 de grootste eurosceptische kracht in het bestel van diverse landen, is sindsdien grotendeels verdwenen.
* [[Groene politiek|Groene partijen]] zijn doorgaans voorstander van Europese integratie, vooral waar deze milieuwetgeving betreft. Evenals de sociaaldemocraten hebben veel groene sommige een ontwikkeling doorgemaakt van (radicale) euroscepsis naar principiële steun voor het Europese project. Partijen die groene politiek combineren met radicaal-linkse standpunten zijn gemengder in hun steun voor 'Europa'.'
* Centrum-rechts is vanaf het begin de drijvende kracht van Europese integratie geweest en daarmee de belangrijkste pro-Europese stroming. Wel bestaat er een spanningsveld tussen [[Conservatisme|conservatieven]], die gericht zijn op behoud van de natiestaat, en [[Neoliberalisme (hedendaags)|neoliberalen]], die bereid zijn de natiestaat te verzwakken ten gunste van verdere economische integratie.
* Radicaal rechts/nieuw rechts kent een sterk eurosceptische houding, die vooral is ingegeven door de wens om nationale [[soevereiniteit]] en [[Identiteitspolitiek|identiteit]] te behouden. Deze partijen zijn gekant tegen de migratie die de open grenzen van Europa faciliteren, tegen het Europees Parlement en tegen het [[Handvest van de grondrechten van de Europese Unie|Grondrechtenhandvest]].
Hoewel de links-rechts-as een belangrijke [[Onafhankelijke en afhankelijke variabele|verklarende variabele]] voor euroscepsis vormt, pleiten Hooghe, Marks en Wilson voor een tweede as die de positie van partijen duidt op de thema's libertair-[[Autoritarisme (politicologie)|autoritair]], alternatief-traditioneel en groen-nationalistisch, zodat een [[Hoefijzermodel|hoefijzervormig model]] van steun voor Europese integratie ontstaat.
 
Van Elsas, Hakhverdian en Van der Brug<ref>Van Elsas, E.J., Hakhverdian, A., Van der Brug, W. (2016). [https://doi.org/10.1080/01402382.2016.1175244 United against a common foe? The nature and origins of Euroscepticism among left-wing and right-wing citizens]. ''West European Politics'' 39(6).</ref> passentoetsen ditzelfdedit model toe op Europese burgers, inom plaatste zien of de standpunten van partijen overeenkomen met die van hun achterban. Zij laten zien dat dit het geval is en verder dat de hoefijzervorm verdwijnt als onderscheid wordt gemaakt naar de reden om eurosceptisch te zijn. Linkse burgers zijn eerder geneigd tot een zachte euroscepsis, voortkomend uit sociaaleconomische grieven en gericht tegen de werkelijk bestaande instituten en de manier waarop die functioneren. Rechtse burgers vertonen vaker een harde, principiële euroscepsis uitop cultuurpolitieke motievengronden, gericht tegen Europese integratie als zodanig.
 
== Euroscepsis in België ==