Late oudheid: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Herschikking
Regel 87:
Een andere belangrijke gebeurtenis in zijn regeringstijd was de bouw van een nieuwe hoofdstad: [[Constantinopel]], de „Stad van Constantijn“, het ''Nieuwe Rome'. Daarmee verschoof het zwaartepunt van het rijk zich naar het oosten, in de economisch sterkere helft van het Imperium. Kort voor het begin van een geplande veldtocht tegen het Sassanidenrijk stierf Constantijn in de buurt van [[Nicomedia]]. Hij had zich, hetgeen destijds niet ongebruikelijk was, vlak voor zijn dood laten dopen.
 
=== De dynastieDynastie van Constantijn ===
[[Bestand:Julian vs Persien.png|thumb|300px|De Sassanidenveldtocht van Julianus.]]
 
Regel 163:
 
Eenmaal aan de macht zag Zeno de situatie wel in, maar het loslaten van het Oude Rome viel toch zwaar. Zeno sloot in 488 een verdrag met de Oost-Gotische koning [[Theodorik de Grote|Theodorik]] en stuurde hem in het jaar 489 naar Italië. De achtergronden zijn echter omstreden. De keizer profiteerde hier in elk geval tot in zoverre van, dat hij een potentieel gevaar wegstuurde, terwijl Theoderik nieuwe en rijke vestigingsgronden verlangde. Theoderik, de man die later op grond van zijn verdiensten „de Grote“ werd genoemd, slaagde er spoedig in, het hele land onder zijn controle te brengen. In 493 vermoordde hij Odoaker en regeerde formeel als stadhouder van de keizer in Italië, waarbij hij echter een zeer eigenzinnige politiek bedreef. In het koninkrijk van de Oost-Goten hield men vast aan de Romeinse bestuursstructuur, terwijl het land cultureel een late bloeitijd beleefde.(zie ook [[Boëthius]]).
 
=== De zesde eeuw: Oost-Romeinse hegemonie ===
In het Oosten duurde de antieke oudheid voort tot in de 7e eeuw, en de invloed van het rijk, met zijn Laat-Romeinse karakter, was op de geschiedenis van het Westen in de gehele zesde eeuw aanzienlijk. Keizer [[Anastasius I (keizer)|Anastasius I]] bevrijdde de Oost-Romeinse staat vlak voor 500 van de invloed van de Isauriërs en liet, op basis van een slimme economische politiek, zijn opvolger de grootste staatsschat in de Romeinse geschiedenis na. Hij bestreed met succes een aantal pogingen tot een staatsgreep en toonde in de politiek-godsdienstige zaken respect met betrekking tot de positie van de paus. Pas zijn opvolger [[Justinus I]] beëindigde in 519 het ''[[Acaciaans schisma|Acaciaanse schisma]]'', dat de kerken van Constantinopel en Rome ongeveer 30 jaar lang had verdeeld. Hij verscherpte door deze toenaderingspoging tot het Westen echter het conflict met de [[monofysitisme|monofysieten]].
 
[[Bestand:Justinian Byzanz.png|thumb|De laat-antieke wereld omstreeks 560 n.Chr.: het Oost-Romeinse rijk op het hoogtepunt van zijn macht.]]
 
Justinius neef [[Justinianus I]], een van de grote heersers in de late oudheid, kon vanaf 534 een groots opgezette restauratiepolitiek gaan uitvoeren. Deze poging tot herstel van het Imperium had een beperkt, maar opmerkelijk resultaat tot gevolg: met Noord-Afrika, Italië en Zuid-Spanje werden de kerngebieden van het rijk weer aan het Romeinse gezag onderworpen. Spoedig gingen belangrijke delen van Italië, die eerst na harde gevechten waren veroverd, kort na de dood van Justinianus weer verloren aan de [[Longobarden]]. Tegelijkertijd werd het rijk vanaf 541 getroffen door een verschrikkelijke [[Pest van Justinianus|pestepidemie]] wat tot een demografische en – daaruit voortvloeiende – economische en militaire crisis leidde. In het Oosten moest Justinianus zich bovendien teweer stellen tegen de Perzen, waarbij hun koning [[Khusro I]] zich tot een grote tegenstander van de keizer ontwikkelde. Desondanks beleefde de cultuur van de late oudheid onder Justinianus een laatste hoogtepunt. De op zijn bevel voorgenomen codificatie van het Romeinse recht bewees in de praktijk een duurzame aanwinst te zijn, en de keizerlijke machtsaanspraken werden door de meeste overgebleven Germanenrijken (waarschijnlijk met uitzondering van de Frankenkoning [[Theudebert I]]) geaccepteerd. Toen Justinianus in 565 na een regeerperiode van 38 jaar stierf, was Constantinopel ondanks alle crisissymptomen dé supermacht van het Middellandse Zeegebied.
 
In het Oost-Romeinse Rijk leefde het ''Imperium Romanum'' staatsrechtelijk voort. Ook ging de beschaving van de antieke wereld verder. Het culturele leven in het Oosten onderging in de volgende eeuwen een keerpunt en het rijk ging reeds spoedig na Justinianus, die als laatste keizer het [[Latijn]] als [[moedertaal]] kende, zijn eigen weg. Een aantal interne hervormingen lieten het Rijk langzaam zijn Laat-Romeinse karakter verliezen. Daar kwam bij dat de druk op de grenzen van buitenaf steeds verder toenam. Tussen 540 en 630 bevond het Oost-Romeinse Rijk zich, gedurende een lange tijd, in een steeds verbetener oorlog met het [[Sassanidenrijk]] die slechts door twee korte periodes van vrede (562 tot 572 en 591 tot 602) werd onderbroken (zie [[Romeins-Perzische oorlogen]]). 15 jaar na de val van keizer [[Mauricius]], die in 591 een gunstige vrede kon sluiten met Perzië en succesvol had gestreden tegen de [[Avaren (Europa)|Avaren]] en [[Anten (volk)|Anten]] op de Balkan gingen de Balkanprovincies grotendeels verloren aan de Avaren. De laatste keizer, die nog actief en effectief in de geschiedenis van het westen kon ingrijpen, was de, in de bronnen slecht bekendstaande, [[Phocas (keizer)|Flavius Phocas]].
 
=== De zevende eeuw: de „ondergang“ van de oude wereld ===
[[Bestand:Solidus-Heraclius-sb0764.jpg|thumb|150px|''[[Solidus (munt)|Solidus]]'' van Heraclius met zijn zonen [[Constantijn III van Byzantium|Constantijn III]] en [[Heraklonas]].]]
In de eerste jaren van de 7e eeuw veroverden de Sassaniden tot het jaar [[619]] achtereenvolgens Egypte, Syrië en Klein-Azië. Slechts met veel moeite lukte het de Romeinen om onder [[Herakleios|Heraclius]] enig succesvol verweer te bieden. Heraclius startte in [[622]] een tegenoffensief en kon de Perzen, die nog in 626 tevergeefs Constantinopel belegerden, eind [[627]] definitief verslaan. Grootvorst [[Khusro II]] werd vervolgens onttroond en vermoord. De Sassaniden droegen de veroverde gebieden weer over aan Constantinopel, terwijl Perzië in chaos wegzonk.
 
Het militair en economisch verzwakte Oost-Romeinse Rijk kon weinig uitrichten tegen de [[Arabieren]]. Het verloor in [[636]] de strijd in de [[Slag aan de Jarmuk]] en verloor in de daaropvolgende jaren opnieuw zijn oostelijke en zuidelijke provincies, ditmaal definitief. Als laatste viel in het jaar [[698]] ook het Oost-Romeinse [[Carthago]]. De resten van het, nu geheel vergriekste, rijk bevonden zich in de volgende decennia in een vertwijfelde strijd om het hoofd boven water te houden, zodat de keizer het West-Romeinse Rijk geheel aan zichzelf moest overlaten. De kortstondige verschuiving van de keizerlijke residentie naar Italië onder [[Constans II van Byzantium|Constans II]] bleef een eenmalige gebeurtenis.
 
Toen de situatie in de late 8e eeuw weer was gestabiliseerd, was uit het laatklassieke Constantinopel definitief het middeleeuwse, Griekse [[Byzantijnse Rijk|Byzantium]] ontstaan, dat nog eeuwen stand zou houden. De Perzen daarentegen werden in [[636]] en [[642]] door de Arabieren vernietigend verslagen. De laatste grootvorst [[Yazdagird III]] werd in [[651]] vermoord, waarmee het Sassanidenrijk ophield te bestaan.
 
=== Van de antieke wereld naar de middeleeuwen ===
{{Zie ook|[[Vroege middeleeuwen]]}}
In de loop van de 6e eeuw onderging het Westen een langzame transformatie naar een Germaans-Romeinse wereld. In Britannia ging de Romeinse cultuur al in de 5e eeuw ten onder na de verovering door de Angelen, Saksen en Juten, die oorspronkelijk, na de aftocht van de keizerlijke troepen rond 407, door de Romeinse bevolking als foederaten naar hun land waren geroepen. Alleen in Wales werden nog in de 6e eeuw Latijnse teksten geschreven. Het [[Visigotische rijk|Tolosaanse rijk]] van de [[Visigoten]], dat zich sinds de late 5e eeuw over geheel Spanje uitbreidde, is daarentegen in veel opzichten een voorbeeld voor de [[symbiose]] van de Romeinse samenleving en Germaanse heerschappij. De Westgoten verloren het grootste deel van Gallia reeds rond 507 aan de Franken en trokken zich grotendeels terug op het Iberisch Schiereiland. Hoofdstad werd nu [[Toledo (Spanje)|Toledo]] (''Toledaanse rijk''). Hun rijk werd in de vroege 8e eeuw door de, naar het noorden opdringende, moslims overlopen en vernietigd. Het door [[Geiserik]] in Noord-Afrika gestichte rijk van de [[Vandalen]] beleefde in de 5e eeuw een bloeitijd, kwam vervolgens onder steeds sterker wordende druk van Mauretanische stammen, en ging in 533 ten onder door de aanval van het Oost-Romeinse leger onder leiding van [[Belisarius]].
 
Regel 197 ⟶ 181:
 
Aan de andere kant is voor de daarop volgende tijd vaak niet eens het voortbestaan van de belangrijke bisdommen vastgesteld. [[Aartsbisdom Keulen|Keulen]] kent een gat in de [[lijst van aartsbisschoppen van Keulen|bisschopslijst]] tussen ongeveer 400 tot het midden van de 6e eeuw. Toch schijnt de materiële en economische antieke cultuur in vele plaatsen, ook in het noorden; een voorbeeld is [[Trier]], langere tijd te hebben voortbestaan, terwijl zij deze duistere periode afwachtten. De [[middeleeuwen]] verhieven zich niet overal in dezelfde tijd uit deze duisternis. De Frankische middeleeuwen met de Merovingische rijksstichting en dynastieke consolidatie, op de fundamenten van de Romeinse bestuursstructuren, zette reeds vroeg in. Romeinse steden verder in het noorden en noordoosten waren een ander lot beschoren. Zo wordt [[Wenen]] (Laat-antieke ''Vindomina'' of ''Vindomana'') voor het laatst genoemd door [[Jordanes]] in zijn Gotengeschiedenis en pas in het jaar 881 is er weer sprake van de stad (nu ''Wenia'').
 
=== De zesdeZesde eeuw: Oost-Romeinse hegemonie ===
In het Oosten duurde de antieke oudheid voort tot in de 7e eeuw, en de invloed van het rijk, met zijn Laat-Romeinse karakter, was op de geschiedenis van het Westen in de gehele zesde eeuw aanzienlijk. Keizer [[Anastasius I (keizer)|Anastasius I]] bevrijdde de Oost-Romeinse staat vlak voor 500 van de invloed van de Isauriërs en liet, op basis van een slimme economische politiek, zijn opvolger de grootste staatsschat in de Romeinse geschiedenis na. Hij bestreed met succes een aantal pogingen tot een staatsgreep en toonde in de politiek-godsdienstige zaken respect met betrekking tot de positie van de paus. Pas zijn opvolger [[Justinus I]] beëindigde in 519 het ''[[Acaciaans schisma|Acaciaanse schisma]]'', dat de kerken van Constantinopel en Rome ongeveer 30 jaar lang had verdeeld. Hij verscherpte door deze toenaderingspoging tot het Westen echter het conflict met de [[monofysitisme|monofysieten]].
 
[[Bestand:Justinian Byzanz.png|thumb|De laat-antieke wereld omstreeks 560 n.Chr.: het Oost-Romeinse rijk op het hoogtepunt van zijn macht.]]
 
Justinius neef [[Justinianus I]], een van de grote heersers in de late oudheid, kon vanaf 534 een groots opgezette restauratiepolitiek gaan uitvoeren. Deze poging tot herstel van het Imperium had een beperkt, maar opmerkelijk resultaat tot gevolg: met Noord-Afrika, Italië en Zuid-Spanje werden de kerngebieden van het rijk weer aan het Romeinse gezag onderworpen. Spoedig gingen belangrijke delen van Italië, die eerst na harde gevechten waren veroverd, kort na de dood van Justinianus weer verloren aan de [[Longobarden]]. Tegelijkertijd werd het rijk vanaf 541 getroffen door een verschrikkelijke [[Pest van Justinianus|pestepidemie]] wat tot een demografische en – daaruit voortvloeiende – economische en militaire crisis leidde. In het Oosten moest Justinianus zich bovendien teweer stellen tegen de Perzen, waarbij hun koning [[Khusro I]] zich tot een grote tegenstander van de keizer ontwikkelde. Desondanks beleefde de cultuur van de late oudheid onder Justinianus een laatste hoogtepunt. De op zijn bevel voorgenomen codificatie van het Romeinse recht bewees in de praktijk een duurzame aanwinst te zijn, en de keizerlijke machtsaanspraken werden door de meeste overgebleven Germanenrijken (waarschijnlijk met uitzondering van de Frankenkoning [[Theudebert I]]) geaccepteerd. Toen Justinianus in 565 na een regeerperiode van 38 jaar stierf, was Constantinopel ondanks alle crisissymptomen dé supermacht van het Middellandse Zeegebied.
 
In het Oost-Romeinse Rijk leefde het ''Imperium Romanum'' staatsrechtelijk voort. Ook ging de beschaving van de antieke wereld verder. Het culturele leven in het Oosten onderging in de volgende eeuwen een keerpunt en het rijk ging reeds spoedig na Justinianus, die als laatste keizer het [[Latijn]] als [[moedertaal]] kende, zijn eigen weg. Een aantal interne hervormingen lieten het Rijk langzaam zijn Laat-Romeinse karakter verliezen. Daar kwam bij dat de druk op de grenzen van buitenaf steeds verder toenam. Tussen 540 en 630 bevond het Oost-Romeinse Rijk zich, gedurende een lange tijd, in een steeds verbetener oorlog met het [[Sassanidenrijk]] die slechts door twee korte periodes van vrede (562 tot 572 en 591 tot 602) werd onderbroken (zie [[Romeins-Perzische oorlogen]]). 15 jaar na de val van keizer [[Mauricius]], die in 591 een gunstige vrede kon sluiten met Perzië en succesvol had gestreden tegen de [[Avaren (Europa)|Avaren]] en [[Anten (volk)|Anten]] op de Balkan gingen de Balkanprovincies grotendeels verloren aan de Avaren. De laatste keizer, die nog actief en effectief in de geschiedenis van het westen kon ingrijpen, was de, in de bronnen slecht bekendstaande, [[Phocas (keizer)|Flavius Phocas]].
 
=== De zevendeZevende eeuw: de „ondergang“ van de oude wereld ===
[[Bestand:Solidus-Heraclius-sb0764.jpg|thumb|150px|''[[Solidus (munt)|Solidus]]'' van Heraclius met zijn zonen [[Constantijn III van Byzantium|Constantijn III]] en [[Heraklonas]].]]
In de eerste jaren van de 7e eeuw veroverden de Sassaniden tot het jaar [[619]] achtereenvolgens Egypte, Syrië en Klein-Azië. Slechts met veel moeite lukte het de Romeinen om onder [[Herakleios|Heraclius]] enig succesvol verweer te bieden. Heraclius startte in [[622]] een tegenoffensief en kon de Perzen, die nog in 626 tevergeefs Constantinopel belegerden, eind [[627]] definitief verslaan. Grootvorst [[Khusro II]] werd vervolgens onttroond en vermoord. De Sassaniden droegen de veroverde gebieden weer over aan Constantinopel, terwijl Perzië in chaos wegzonk.
 
Het militair en economisch verzwakte Oost-Romeinse Rijk kon weinig uitrichten tegen de [[Arabieren]]. Het verloor in [[636]] de strijd in de [[Slag aan de Jarmuk]] en verloor in de daaropvolgende jaren opnieuw zijn oostelijke en zuidelijke provincies, ditmaal definitief. Als laatste viel in het jaar [[698]] ook het Oost-Romeinse [[Carthago]]. De resten van het, nu geheel vergriekste, rijk bevonden zich in de volgende decennia in een vertwijfelde strijd om het hoofd boven water te houden, zodat de keizer het West-Romeinse Rijk geheel aan zichzelf moest overlaten. De kortstondige verschuiving van de keizerlijke residentie naar Italië onder [[Constans II van Byzantium|Constans II]] bleef een eenmalige gebeurtenis.
 
Toen de situatie in de late 8e eeuw weer was gestabiliseerd, was uit het laatklassieke Constantinopel definitief het middeleeuwse, Griekse [[Byzantijnse Rijk|Byzantium]] ontstaan, dat nog eeuwen stand zou houden. De Perzen daarentegen werden in [[636]] en [[642]] door de Arabieren vernietigend verslagen. De laatste grootvorst [[Yazdagird III]] werd in [[651]] vermoord, waarmee het Sassanidenrijk ophield te bestaan.
 
== Socio-culturele basis ==