Landstorm: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Regel 22:
De Vrijwillige Landstorm werd opgericht bij het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog op 4 augustus 1914. Deze militaire eenheden werden gevormd om de grote stroom vrijwilligers (circa 20.000), die Nederland wilden helpen beschermen bij het uitbreken van de grote oorlog, in goede banen te leiden en een plek te geven in de krijgsmacht. Deze vrijwilligers werden ingedeeld in de Vrijwillige Landstorm en trainden in hun vrije tijd. Ze kregen wapens en militaire uitrusting uitgereikt. Ook na WO1 bleef de Vrijwillige Landstorm bestaan. In 1918 ook aangevuld met de Bijzondere Vrijwillige Landstorm. Deze BVL was een aparte categorie van bijzondere vrijwilligers binnen de Vrijwillige Landstorm. In het kort komt het hier op neer, dat bij de dreiging van het uitbreken van een revolutie in november 1918 dienstplichtige militairen zonder mobilisatiebestemming in de gelegenheid werden gesteld bij de Vrijwillige Landstorm als bijzondere vrijwilliger onder de wapenen te komen om de overheid te hulp te komen bij het handhaven van de binnenlandse orde en rust. Na 1920 werden een aantal gespecialiseerde Vrijwillige Landstormkorpsen opgericht, dat waren de Vrijwillige Landstormkorpsen, Motordienst, Vaartuigendienst, Spoorwegdienst, Luchtwachtdienst en de Luchtafweerdienst.
 
In 1939, het jaar waarin de Nederlandse krijgsmacht mobiliseert in verband met het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog, bestond de Vrijwillige Landstorm uit ruim 90.000 vrijwilligers. Hiervan wordt ruim de helft gemobiliseerd. In de meidagen van 1940 leverden zij strijd en moesten de eenheden de nodige gesneuvelden betreuren. Door de bezetter werd de Nederlandse krijgsmacht, inclusief de Vrijwillige Landstorm, in 1940 opgeheven. De ‘Landstorm Nederland’ die later tijdens de bezettingsperiode bestond heeft niets te maken met de Vrijwillige Landstorm van de Koninklijke Landmacht in periode 1914-1940. De Duitse bezetter misbruikte de vertrouwde naam voor eigen doeleinden. Tijdens de bezetting introduceerde de bezetter de [[Technische Nothilfe|Technische Noodhulp]] (TeNo) die in lokale afdelingen opereerde.
 
In 1948 was er opnieuw behoefte aan een snel inzetbaar vrijwilligerskorps. Het grootste deel van de landmacht bevond zich in Nederlands-Indië, terwijl op dat moment in Europa de Koude Oorlog oplaaide (o.a. blokkade van Berlijn en de val van Praag). Defensie besloot op 15 april 1948 tot oprichting van de Nationale Reserve voor extra bescherming van het Nederlandse grondgebied. Het huidige Korps Nationale Reserve van de Koninklijke Landmacht zet de tradities voort van de Vrijwillige Landstorm uit 1914. Ter ere van het 100-jarig korpsjubileum is op 4 augustus 2014 op het ereveld op de Grebbeberg in Rhenen een monument onthuld ter ere van de gevallenen van de Vrijwillige Landstorm in de meidagen van 1940. Het beeld toont symbolisch de bereidheid van de burger (een landman met spade in de grond en geweer op de rug) om bij dreiging de overheid hulp te bieden. Het monument is vervaardigd door Roel van der Burg (PhotoSculptura) en is een replica van een in 1923 gemaakt beeld door [[August Falise]]. Het beeld werd toen aangeboden aan de voorzitter van de Nationale Landstormcommissie, het lid van de Tweede Kamer L.F. Duymaer van Twist. Het originele beeld ging verloren in 1945 tijdens het geallieerde bombardement op het Bezuidenhout in Den Haag. Het beeldonderschrift luidde: ‘Als ’t moet’. Deze inscriptie was het credo van de vrijwilliger: naast burger, ook soldaat!