Richard Taylor (natuurkundige): verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
kGeen bewerkingssamenvatting
Correcties
Regel 1:
{{Infobox Nobelprijswinnaar
| naam = Richard Taylor
| periode = [[2 november]] [[1929]] – [[22 februari]] [[2018]]
| afbeelding = Richard E. Taylor.jpg
| onderschrift =
Regel 7:
| geboorteplaats = [[Medicine Hat]]
| nationaliteit =
| plaatsvanoverlijden = [[Stanford (Californië)|Stanford]]
| typeprijs = [[Nobelprijs voor de Natuurkunde|Natuurkunde]]
| jaar = [[1990]]
| reden = Voor hun bevindingen naar diepe niet-elastische verstrooiing van elektronen op protonen en gebonden neutronen."
Regel 17:
| portaal = Natuurkunde
}}
'''Richard Edward Taylor''' ([[Medicine Hat]], [[2 november]] [[1929]] – [[Stanford (Californië)|Stanford]], [[22 februari]] [[2018]]) was een Canadees natuurkundige die in [[1990]] de [[Nobelprijs voor de Natuurkunde]] deelde met [[Jerome Friedman]] en [[Henry Kendall]]: "Voor hun bevindingen naar diepe niet-elastische verstrooiing van [[elektron]]en op [[Proton (deeltje)|protonen]] en gebonden [[neutron]]en, die van essentieel belang waren voor de ontwikkeling van het [[quark]]model in de [[elementair deeltje|elementaire deeltje]]fysica."
 
== Biografie ==
Regel 42:
Hij onderbrak zijn studie om in Frankrijk te helpen met de bouw van een lineaire elektronenversneller.<ref name="CA" /> Na drie jaar bij het ''Laboratoire de l'Accélérateur Linéaire'' te [[Orsay]] en een jaar bij het ''[[Lawrence Berkeley National Laboratory|Lawrence Berkeley Laboratory]]'' in Californië keerde Taylor in 1962 terug naar Stanford waar hij zijn promotie afrondde. Zijn proefschrift betrof een experiment om π-mesonproductie te besturen met gepolariseerde gammastralen. Daarbij was men in Stanford begonnen met de bouw van het [[Stanford Linear Accelerator Center]] (SLAC). Samen met onderzoekers van [[Caltech]] en [[Massachusetts Institute of Technology|MIT]] werkte Taylor, onder supervisie van [[Wolfgang Panofsky]], aan het ontwerp en de constructie van apparatuur en was hij betrokken bij menigeen experiment.
 
De experimenten die eind 1960 en begin 1970 bij SLAC werden uitgevoerd betrof de verstrooiing van hoogenergetisch elektronenbundels op protonen, deuteronen en zwaardere nuclei. Bij lagere energieën was reeds gevonden dat de elektronen alleen verstrooiden bij lage hoeken. Echter, de SLAC-MIT-experimenten toonden aan dat bij hogere energieën de elektronen verstrooiden bij veel grotere hoeken met enig verlies van energie. Deze diepe, niet-elastische botsingen verschafte het eerste experimentele bewijs dat protonen en neutronen zijn opgebouwd uit puntvormige deeltjes, de up- en downquarks die eerder door [[Murray Gell-Mann]] en andere waren geïntroduceerd op zuiver theoretische gronden. Deze experimenten leverden ook het eerste bewijs op van het bestaan van [[gluon]]en. Voor dit werk ontving Taylor, samen met Friedman en Kendall, in 1990 de [[Nobelprijs voor de Natuurkunde]].
 
{{Appendix|2=