Zoölogie: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Regel 4:
De oude Grieken deden al aan dierkunde, [[Aristoteles]] formuleerde zelfs een soort van [[genetica|erfelijkheidsleer]]. Tot de 16e eeuw lag de nadruk op het verzamelen van beschrijvingen en verhalen over het liefst vreemdsoortige dieren. Dat resulteerde in boeken als de ''[[Physiologus]]'' (2e eeuw na Christus). In de [[Middeleeuwen]] werden veel ''[[bestiarium|bestiaria]]'' (beestenboeken) uitgegeven, met beschrijvingen en tekeningen van bestaande en verzonnen dieren. Meestal was de inhoud overgenomen uit oudere boeken.
 
[[Bestand:-Illustrations_de_Icones_animalium_quadrupedum_viviparorum_et_oviparorum-Tigre_et_léopard.jpeg|miniatuur|Pagina uit het eerste deel van [[Conrad Gesner]]s ''[[Historiae animalium]]'']]
Oorspronkelijk zoölogisch onderzoek werd er weer vanaf de 16e eeuw gedaan,. eerstEen bekend werk uit die tijd is de ''[[Historiae animalium]]'' van [[Conrad Gesner]]. Er werd meer [[anatomie|anatomisch]] onderzoek verricht (geïllustreerd door bijvoorbeeld de ''Anatomische Les van Dr. Nicolaes Tulp'' van [[Rembrandt van Rijn|Rembrandt]] uit 1632) en later ook [[taxonomie|taxonomisch]] onderzoek. De ontwikkeling van de [[microscoop]] stelde onderzoekers als [[Jan Swammerdam]] en [[Antoni van Leeuwenhoek]] in staat de cellen in verschillende weefsels te bestuderen. Classificatie van soorten gebeurde systematisch vanaf de 18e eeuw ([[Carolus Linnaeus|Linnaeus]]).
 
Tot de formulering van de [[evolutietheorie]] door [[Charles Darwin]] in 1859, was de dierkunde vooral beschrijvend van aard. Daarna kwam er ook een verklarend element in: het bestaan, het [[evolutie (biologie)|evolueren]], het [[uitsterven]], de [[Morfologie (biologie)|morfologie]] en fysiologie van diersoorten werd verklaard als het gevolg van (gebrek aan) aanpassing aan omstandigheden ([[natuurlijke selectie]]).