Gerard Callenburgh: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Teunie (overleg | bijdragen)
k opmaak
O E P~nlwiki (overleg | bijdragen)
sp
Regel 3:
Gerard Callenburgh, zoon van een houthandelaar, trad in dienst bij de [[Admiraliteit van de Maze]]. In 1666, tijdens de [[Tweede Engels-Nederlandse Oorlog]] was hij tweede luitenant. Op 10 februari 1671 werd hij bevorderd tot luitenant. Tijdens de [[Derde Engels-Nederlandse Oorlog]] werd hij , luitenant op de ''Zeven Provinciën'' in de [[Slag bij Solebay]], benoemd tot buitengewoon kapitein op 15 maart 1673 en hij was tweede vlaggekapitein op de ''Zeven Provinciën'' samen met [[Pieter de Liefde]] in de [[Slag bij Kijkduin]]; op 13 februari 1674 werd hij bevorderd tot gewoon kapitein. In 1676 was hij kapitein op de ''Eendragt'' bij het eskader van [[Michiel Adriaanszoon de Ruyter]] in de Middellandse Zee, na diens sneuvelen werd hij voor de duur van de campagne waarnemend vice-admiraal als eskadercommandant van de voorhoede.
 
In 1688 was hij kapitein op de ''Maagd van Dordrecht'' bij de vloot waarmee [[stadhouder Willem III]] de Britse Eilanden binnenviel, een vloot die voornamelijk uit Amsterdamse schepen bestond. Op 16 april 1689 werd hij vice-admiraal van de [[Admiraliteit van het Noorderkwartier]]. Hij vocht in de [[Slag bij Bevesier]] in 1690 op de ''Beschermer'' (90 kanons). Op 18 april 1692 verhuisde hij weer terug naar de admiraliteit van Rotterdam. Daar had hij de vierde ''Zeven Provinciën'' zelf als vlaggeschipvlaggenschip. Echter op 20 november 1697 kwam hij weer bij het Noorderkwartier maar nu als luitenant-admiraal. Hij deed in 1704 mee aan de Engels-Nederlandse aanval waarbij [[Gibraltar]] veroverd werd. Op 14 februari 1709 ging hij naar de [[Admiraliteit van Amsterdam]] om uiteindelijk op 19 februari 1711 te eindigen waar hij begonnen was, de Maze. Dit soort verschuivingen werd op het eind van de 17e eeuw veel gebruikelijker, eerst omdat de gewestelijke autonomie meer ondergeschikt werd gemaakt aan het gezag van de [[admiraal-generaal]], i.c. stadhouder Willem III, waarvan Callenburgh een trouw en gehoorzaam dienaar was; later was er een gebrek aan carrièreplaatsen. Een ander kenmerk van die tijd is dat marineofficieren steeds meer tot de regentenstand behoren of gaan behoren: Callenburgh was lid van de vroedschap van [[Vlaardingen]] van 1678 tot 1711 en regelmatig burgemeester van deze plaats.
 
[[Categorie:Nederlands zeevaarder|Callenburg]]