Herman II van Hessen: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
k sp
Regel 19:
Tijdens zijn bewind werd het kapitaal van het landgraafschap Hessen en van hemzelf fors uitgebreid door de Sterneroorlog tegen [[vorstendom Göttingen|Brunswijk-Göttingen]]. Nadat hij volwaardig landgraaf was geworden, besliste Herman om het kapitaal van Hessen nog meer uit te breiden door een taks in te voeren op alle geïmporteerde etenswaren, kledingstukken en ijzerwaren. Deze taks maakte echter de steden en de landadel ontevreden. Op 11 januari 1377 beslisten vertegenwoordigers van alle steden in [[Landgraafschap Hessen-Kassel|Neder-Hessen]] tijdens een bijeenkomst in de stadshal van [[Kassel (Duitsland)|Kassel]] om deze taks onder alle omstandigheden niet te betalen. In 1378 vormden deze steden een alliantie, waaraan de landadel zich toevoegde. Vervolgens belegerde de landadel het kasteel van de landgraaf. Na bemiddeling van landgraaf [[Balthasar van Thüringen]] werd er uiteindelijk in mei 1378 een compromis bereikt.
 
Dit hield Herman niet tegen om in 1384 een nieuwe grondwet in te voeren die de volledige autonomie van Kassel teniet deedtenietdeed en hemzelf de absolute heerser van de stad maakte. De burgers van Kassel richtten zich vervolgens opnieuw tot landgraaf Balthasar van Thüringen, die samen met hertog [[Otto II van Brunswijk-Göttingen]] en bisschop [[Adolf van Nassau-Wiesbaden-Idstein (1353–1390)|Adolf I van Mainz]] een alliantie vormde tegen landgraaf Herman II van Hessen. De geallieerde troepen vielen de stad Kassel tot driemaal toe aan, maar telkens zonder succes. De situatie nam echter een wending toen bisschop Adolf I van Mainz in 1390 stierf en in 1394 sloot hij in [[Frankfurt am Main]] een vredesverdrag met diens opvolger [[Koenraad II van Weinsberg]]. In 1400 kwam de oorlog definitief ten einde door het verdrag van [[Rijksstad Friedberg|Friedberg]] met Mainz en Brunswijk.
 
Tijdens zijn bewind slaagde Herman II er ook in om het landgraafschap Hessen uit te breiden. In 1399 verwierf hij [[Ulrichstein]], kort daarna gevolgd door [[Schotten (Duitsland)|Schotten]] in de [[Vogelsbergkreis]]. In 1402 bemachtigde hij [[Hauneck]], in 1406 [[Vacha]] en in 1408 het oostelijk deel van het land van Itter.