Prefix (taalkunde): verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Mar(c) (overleg | bijdragen)
k ook hier
k voorbeeld erbij
Regel 3:
Het taalkundig verschijnsel waarbij een zelfstandig woord wordt voorafgegaan door een prefix, '''prefigering''', is een studieobject binnen de [[morfologie (taalkunde)|morfologie]].
 
Prefixen komen in bijna alle [[talen van de wereld]] voor, behoudens de [[isolerende taal|isolerende talen]]. Voorbeelden van Nederlandse prefixen zijn ''her-'' als in ''her''halen, ''her''inneren, ''her''kennen, en ''ver-'' als in ''ver''kijken, ''ver''zwikken, ''ver''anderen, zich ''ver''gissen en ''ver''gaan. ''Pre-'' (''voor-''), is een Latijns voorvoegsel dat in Latijnse [[leenwoord]]en als ''pre''fix, ''pre''destinatie, ''pre''matuur voorkomt. Daarnaast is ''pre-'' als leen[[morfeem]] in het Nederlands zelf [[productiviteit (taalkunde)|productief]] geweest in begrippen als ''pre''fabricage, ''pre''advies, ''pre''pensioen.
 
Zowel prefixen als suffixen komen in de meeste [[natuurlijke talen]] voor, maar suffixen vaker dan prefixen. Er zijn veel talen waarin voornamelijk suffixen worden gebruikt en bijna geen prefixen. Nog veel zeldzamer zijn echter [[disfix]]en, [[confix]]en, [[transfix]]en, [[infix]]en, [[suprafix]]en en [[simulfix]]en.