Acrobatische gymnastiek: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
A. ter Hoek (overleg | bijdragen)
k Wijzigingen door 88.159.82.95 (Overleg) hersteld tot de laatste versie door Xxmarijnw
Regel 20:
Een team bestaat uit een onderpartner(s) en een bovenpartner. Hierbij voert de bovenpartner elementen uit en doet de onderpartner als het ware als "turntoestel" na. Dit betekent niet dat de onderpartner alleen sterk hoeft te zijn! Soms tilt of gooit de onderpartner(s) de bovenpartner in een houding waar niet alleen kracht maar bijvoorbeeld ook lenigheid voor nodig is. De bovenpartner en de onderpartner moeten goed op elkaar ingespeeld zijn. De timing is vooral bij tempo-onderdelen van groot belang.
 
Als de bovenpartner wil oefenen zonder onderpartner heeft men hiervoor een hulpmiddel, de 'handstandpaaltjes' ook wel paaltjes of de blokjes genoemd. Dit is een houten plaat met twee palen erop. De palen fungeren als nabootsing van armen of benen van de onderpartner(s) zodat de bovenpartner kan oefenen. Zo kunnen steuntjes als hurksteun, hoeksteun, spreidhoeksteun, heffen of handstand, t handstanddraai, krokodilkroko worden geoefend en ook handstanden.
 
Bij balanselementen wordt er een houding aangenomen die minimaal drie seconden moet worden aangehouden, bij tempo-elementen wordt de bovenpartner geworpen, waarbij deze bijvoorbeeld een [[salto (gymnastiek)|salto]] maakt. Normaal gesproken wordt er een combinatieoefening uitgevoerd, bij hogere niveaus is er een aparte balansoefening en tempo-oefening. Op het hoogste niveau, de A-lijn, worden er drie oefeningen getoond. Alle drie met dans en individuele turnelementen, maar een oefening heeft alleen tempo-elementen, een ander alleen balanselementen en een derde oefening kent zowel balans- als tempo-elementen.
 
== Wedstrijd ==
Tijdens een wedstrijd worden de oefeningen op muziek getoond aan een jury. Deze jury geeft cijfers voor moeilijkheid, technische uitvoering en artisticiteit. Een oefening bestaat uit tempo-elementen, statische balansdelen, dans, ballet, lenigheid en gronddelen. Van de oefening kan een salto of [[Schroef (gymnastiek)|schroef]], uitgevoerd door de bovenpartner met steun van de onderpartner, deel uitmaken. Er dienen ook individuele elementen zoals een [[radslag]] of een salto in verwerkt te zijn. Niet alleen de elementen tellen mee met de punten telling maar ook de dans en de individuele elementen.