Jean-Jacques Rousseau: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 135:
Zijn hele leven had Rousseau last van urineretentie. Hiervoor had hij een grote voorraad [[katheter]]s in huis. De kwaal bezorgde hem vaak helse pijnen, met name in de wintermaanden. Soms brak er een naald af in zijn pisbuis. Om te verbergen dat er bij hem een katheter was ingebracht, droeg hij een aantal jaren een traditionele Armeense jas - die dik en wijd zijn. Veel tijdgenoten meenden daarentegen onterecht dat hij die jas droeg om op te vallen of om zich af te scheiden van de maatschappij, mede vanwege de bijbehorende bontmuts. Madame de Warens was een van de weinigen die wist van zijn urineproblemen, maar het grote publiek kwam het pas te weten na de postume publicatie van zijn autobiografie.
 
Rousseau dacht dat zijn urineretentie te wijten was aan een niersteen die naar zijn blaas was afgezakt en de pisbuis blokkeerde. Ook dacht hij dat zijn urineproblemen verergerd werden door een vergrote prostaat, maar uit het sectierapport bleek dat er op die plaatsen geen mankementen waren. Zeer waarschijnlijk was zijn urineretentie een gevolg van de zeer zeldzame ziekte onder de naam ''spierklep'' (valvule musculaire), een aandoening die doorgaans ontstaat na een ontsteking en bij een sectie mede door zijn zeldzaamheid gemakkelijk over het hoofd wordt gezien. De klep bevindt zich aan het begin van de pisbuis en is door de ziekte vaak opgezwollen, waardoor bij Rousseau alleen een katheter uitkomst kon bieden. De kwaal beperkte Rousseau ook in zijn seksuele activiteiten. In ieder geval na 1762 heeft hij enkele jaren geen seks gehad, omdat de pijnen anders alleen maar toenamen.<ref>Mercier, L.-Aug.; (1859) Toelichting bij de ziekte van J.-J. Rousseau en hoe zijn karakter en geschriften daardoor beïnvloed zijn. Parijs</ref>
 
Rousseau was daarnaast een [[hypochonder]] en zou last hebben gehad van [[impotent]]ie. Hij werd in zijn latere leven geplaagd door problemen met zijn [[galblaas]]. Daar kwam bij dat Rousseau zich in gezelschap niet op zijn gemak voelde en het idee kreeg dat iedereen het op hem gemunt had. <!--Hij gaf de voorkeur aan vriendschap op afstand.<ref>Damrosch, Leo (2011) p. 288</ref>-->