Doornik: verschil tussen versies

[[Keizer Karel V]] voegde in [[1521]] de stad bij zijn Nederlandse erflanden, waarop een periode van godsdiensttwisten en economisch verval volgde. In die tijd werd Doornik een [[calvinistisch]] bolwerk onder invloed van predikanten als [[Ambrosius Wille]]. In 1561 schreef [[Guido de Brès]] er zijn [[Nederlandse Geloofsbelijdenis]] bedoeld als uitleg aan de Spaanse koning ([[Filips II van Spanje|Filips II]]) van de inhoud van het christelijke geloof. Na de [[Beeldenstorm]], die de stad op 23 augustus 1566 bereikte, eisten de calvinisten (die beweerden driekwart van de Doornikse bevolking uit te maken<ref>{{aut|W.J.F. Nuyens}}, [http://books.google.com/books?id=PYw6AAAAcAAJ&printsec=frontcover&hl=nl#v=onepage&q&f=false ''Geschiedenis der nederlandsche beroerten in de XVIe eeuw: Geschiedenis van den oorsprong en het begin der nederlandsche beroerten: (1559 - 1567)''] (1866) 163.</ref>) eigen kerken. De [[Filips van Montmorency|graaf van Horne]] was door [[Margaretha van Parma]] gestuurd om de rust te herstellen, en hij wilde dat bereiken middelsdoor middel van een soort religievrede, waarbij hij de calvinisten toeliet onder andere hun eigen kerken te bouwen; de koning en landvoogdes namen hem dit zeer kwalijk en riepen Horne terug.<ref>Encarta-encyclopedie Winkler Prins (1993-2002) s.v. ''Horne''. Microsoft Corporation/Het Spectrum.</ref> Op 2 januari 1567 heroverde [[Filips van Noircarmes]] Doornik zonder slag of stoot en ontwapende de burgers.<ref>{{aut|J.L. Motley & R.C. Bakhuizen-van den Brink}}, [http://books.google.nl/books?id=9F1bAAAAQAAJ&printsec=frontcover#v=onepage&q&f=false ''De opkomst van de Nederlandsche Republiek, Volume 2''] (1860) 165.</ref> Als gevolg van het [[Eeuwig Edict (1577)]] verlieten de Spaanse troepen de stad. In 1581 werd zij door de Spaanse landvoogd [[Alexander Farnese]], heroverd na een [[Beleg van Doornik (1581)|langdurig beleg]]. Parma was politiek slimmer dan zijn meester, koning [[Filips II van Spanje|Filips II]]: in plaats van de protestanten uit te moorden, gaf hij ze een jaar de tijd om hun bezittingen te verkopen en te emigreren. Dat voorbeeld droeg ertoe bij dat bij latere belegeringen de protestanten minder geneigd waren om tot het einde door te vechten.