Elektriseermachine: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 3:
De eerste elektriseermachine werd gemaakt door [[Otto von Guericke]] die ook de [[Maagdenburger halve bollen]] introduceerde. Zijn apparaat bestond uit een bol van [[zwavel]] die door middel van een zwengel snel werd rondgedraaid. Als dan iemand zijn handen op de bol legde werd deze door de wrijving elektrisch geladen. Latere modellen gebruikten glazen bollen of glazen schijven. Met deze elektriseermachines was het voor het eerst mogelijk om [[elektrische lading]] doelbewust te manipuleren. Een grote verbetering was de uitvinding van de eerste [[condensator]] om lading in op te slaan: de [[Leidse fles]]. In de [[18e eeuw]] werden de machines steeds groter en een van de grootste die ooit gebouwd is, de machine van [[Martinus van Marum]], kan men heden nog bezichtigen in [[Teylers Museum]] te [[Haarlem]]. De lading die hiermee geproduceerd kan worden is zo groot, door de opslag in een hele batterij Leidse flessen, dat deze bij ontlading absoluut ''dodelijk'' voor mensen is. Volgens een waarschijnlijk 'apocriefe' anekdote heeft men ter demonstratie eens een [[stier (rundvee)|os]] gedood met de ontlading.
 
In de [[19e eeuw]] werd een nieuw model elektriseermachine ontwikkeld die van [[influentie]] tussen twee tegengesteld draaiende schijven gebruik maakt: de machine van [[James Wimshurst]]. In de jaren voor de [[Tweede Wereldoorlog]] bouwde de Amerikaanse natuurkundige [[Robert van de Graaff]] een influentie machineinfluentiemachine die werkt met een rubber band over rollen: de [[Van de Graaffgenerator]].
Deze twee machines zijn de bekendste elektriseer machineselektriseermachines die vaak voor proeven in natuurkunde onderwijs gebruikt worden. Er zijn ook hobbyisten die graag zulke apparaten bouwen. Op [[internet]] zijn hiervoor veel bouwtekeningen en aanwijzingen te vinden.
 
[[Categorie:Elektriciteit]]