Paradigma (wetenschapsfilosofie): verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
→‎Etymologie: Toevoeging diacriticum
Te veel '
Regel 1:
In de [[wetenschapsfilosofie]] duidt ''''paradigma'''' op het stelsel van [[model (wetenschap)|modellen]] en [[theorie]]ën dat, binnen een gegeven [[vakwetenschap|wetenschappelijke discipline]], het denkkader vormt van waaruit de '[[werkelijkheid]]' geanalyseerd en beschreven wordt. Langer bestaande paradigma's worden vaak niet meer bewust beleefd. [[Onderwijs]] maakt een paradigma 'vanzelfsprekend'.
 
== Etymologie ==
''''Paradigma'''', een [[leenwoord]] ontleend aan het [[Oudgrieks]]e παράδειγμα, betekent oorspronkelijk ‘voorbeeld’; het Griekse meervoud παραδείγματα ''paradigmata'' wordt vaak vernederlandst tot 'paradigma's'.
 
In de ''[[Timaeus (Plato)|Timaeus]]'' van [[Plato]] is ''paradigmata'' één van de synoniemen die Plato in zijn [[ideeënleer|leer]] gebruikt voor 'ideale' (uit de bovenwereld afkomstige) 'oerbeelden' of [[ideeënleer|''Ideeën'']]. Aan de hand van deze Ideeën kon 'De goddelijke werkman' de aardse wereld vormgeven.
Regel 9:
 
== Paradigma in de wetenschapsfilosofie ==
''Een nieuwe wetenschappelijke waarheid overwint niet door de tegenstanders te overtuigen en hen het licht te laten zien, maar omdat de tegenstanders ten slotte sterven en er een nieuwe generatie opgroeit die ermee vertrouwd is.'' ([[Max Planck]], in zijn wetenschappelijke autobiografie.)''
 
De wetenschapsfilosoof [[Thomas Kuhn]] beschreef de voortschrijdende ontwikkeling van kennis in de vorm van 'paradigma's'<ref>Thomas S Kuhn, ''The structure of scientific revolutions'' ( 1st. ed., Chicago: Univ. of Chicago Press, 1962)</ref>. Bij het toepassen van een [[wetenschappelijke methode]] komen steeds opnieuw waarnemingen naar boven die niet in de bestaande modellen of paradigma's passen ([[anomalie (filosofie)|anomalieën]]). Gedurende enige tijd is het mogelijk om via kleine aanpassingen van een model de nieuwe waarneming in te passen, maar soms gebeurt het dat deze opeengestapelde aanpassingen een model steeds meer onder spanning zetten: het model is niet langer mooi, maar kent vele uitzonderingen of bijzondere situaties. Op zulke momenten kan een nieuwe set theorieën ontstaan, een nieuw paradigma, dat op een andere manier alle tot dan toe bekende waarnemingen kan verklaren. Er zal zich rond de nieuwe theorie een groep wetenschappers vormen die de nieuwe theorie aanhangen, maar tegelijkertijd zal er onder andere wetenschappers een weerstand opkomen tegen deze verandering; deze laatste groep zal de oude theorie blijven verdedigen. Wanneer de nieuwe theorie succesvol blijkt, en steeds meer aanhang krijgt, spreekt men van een ''[[paradigmaverschuiving]]''.
 
Een dergelijke paradigmawisseling betekent volgens Kuhn overigens niet dat er een beter, ''vooruitgegaan'' paradigma voor het oude in de plaats komt, m.a.w. dat er sprake zou zijn van toenemende kennis. Hij stelt dat de opeenvolgende paradigma's onderling gelijkwaardig zijn: het menselijk denkkader verandert bij iedere wisseling zo sterk dat de wereld er nadien onvergelijkbaar anders uitziet. Er is, aldus Kuhn, geen sprake van onderling meer- of minderwaardige maar van ''verschillende'' paradigma's. Binnen ieder afzonderlijk paradigma bleken in het verleden nieuwe wetenschappelijke inzichten steeds mogelijk, natuurwetenschappers slagen er op enig moment in vraagstukken op te lossen binnen het dan geldende paradigma. <br />Kuhn bestrijdt verder [[Karl Popper]] wat betreft het belang dat deze hecht aan de [[falsifieerbaarheid|''falsificatie'']] voor de wetenschap. Kuhn stelt dat tijdens de periode van ''gelijk bewijzen'' van het op dat moment heersende paradigma er geen serieuze falsificatie geduld wordt, terwijl tijdens een paradigmaverschuiving of ''wetenschappelijke revolutie'' geen redelijke discussie tussen oud en nieuw paradigma mogelijk is.