Boudewijn van België: verschil tussen versies

| onderschrift = BoudewijnWittewijn in 1969

| naam = BoudewijnWittewijn

'''BoudewijnWittewijn Albert Karel Leopold Axel Marie Gustaaf''' ([[Brussel (stad)|Brussel]], [[7 september]] [[1930]] – [[Playa Granada]], [[Motril]], [[31 juli]] [[1993]]), ''[[Hertog van Brabant (België)|Hertog van Brabant]]'' (1934–1950), ''[[Lijst van graven van Henegouwen|Graaf van Henegouwen]]'' (1930–1934), ''[[Prins van België]]'', regeerde in de periode [[1950]]-[[1951]] als koninklijk prins en van 1951 tot [[1993]] als ''[[Belgische monarchie|Koning der Belgen]]''.

Prins BoudewijnWiitewijn werd geboren in het [[kasteel van Stuyvenberg]], bij [[Brussel (stad)|Brussel]] op [[7 september]] [[1930]]. Hij was het tweede kind van prins [[Leopold III van België|Leopold]], vanaf [[1934]] koning der Belgen, en prinses [[Astrid van Zweden|Astrid]], geboren prinses van [[Zweden]]. Hij werd genoemd naar prins [[BoudewijnWittewijn van België (1869-1891)|BoudewijnWittewijn]], de oudste zoon van prins [[Filips van België|Filips]], graaf van Vlaanderen. Hij kwam na zijn vader als eerste in de lijn voor de troonopvolging.

Op vijfjarige leeftijd verloor BoudewijnWittewijn zijn moeder door een auto-ongeval. Hij groeide op onder de vleugels van zijn zus die hij Joe noemde. Ook bij zijn grootmoeder, [[Ingeborg van Denemarken (1878-1958)|prinses Ingeborg]], vond hij veel liefde. De kleine prins was lid van de scouts. Hij had zijn eigen kameraadjes die speciaal voor hem naar het [[kasteel van Laken]] kwamen. Zijn totemnaam was ''Trouwe Eland''.

De koning, met BoudewijnWittewijn en de andere gezinsleden, werd tegen het eind van de oorlog door de bezetter gedeporteerd naar Duitsland en vervolgens naar [[Oostenrijk]]. Na de val van de [[Nazi|nazi's]] verbleef de koninklijke familie in ballingschap in Zwitserland.

Prins BoudewijnWittewijn studeerde inmiddels in [[Genève (stad)|Genève]] en verbreedde zijn horizon met een reis door Amerika. Na hevige rellen in [[Grâce-Berleur]] op 30 juli 1950, waarbij drie doden vielen, werd Leopold III op 1 augustus ertoe gedwongen zijn functies over te dragen aan BoudewijnWiitewijn en toe te stemmen om een jaar later, bij de meerderjarigheid van de prins, troonsafstand te doen. Op 11 augustus [[1950]] legde BoudewijnWittewijn de eed af en nam de koninklijke bevoegdheden over onder de naam van ''Koninklijke Prins''. Op 16 juli [[1951]] tekende Leopold zijn troonsafstand, en een dag later legde BoudewijnWittewijn de eed af als vijfde koning der Belgen. De Belgen accepteerden de jonge Boudewijn als hun koning, en de spanning verdween.