Slag op het Lechveld: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 21:
 
== Aanloop ==
In 953 waren de [[Hongaren]] door [[Heilig Roomse Rijk|Duitse]] opstandelingen te hulp gevraagd en de Hongaren waren maar al te graag bereid deze hulp te bieden om tegelijkertijd plundertochten te houden in Duitsland. In 954 boden deze plundertochten Otto echter al de gelegenheid de adel achter zich te verenigen en de opstand te onderdrukken. Toen de Hongaren doorgingen met hun plundertochten, die in snel tempo zich uitbreidden van Duitsland tot zelfs Italië, Frankrijk en noord-Spanje, besloot Otto definitief met ze af te rekenen. In het verleden was al gebleken dat de oversteekplaats van de [[Lech (rivier)|Lech]], bij het [[Lechfeld|Lechveld]] in [[Augsburg (stad)|Augsburg]], een geschikte plaats was om terugkerende Hongaren te verslaan: doordat de heuvels daar dicht aan de rivier liggen was daar geen ruimte voor de Hongaren om hun gevreesde lichte cavalerie te laten manoeuvreren - en als die zich niet snel kon verplaatsen waren ze geen partij voor de Duitse zware cavalerie. Daarbij kwam nog het voordeel dat een terugkerend leger was verzwakt door de plundertocht, was beladen met buit, vermoedelijk minder gedisciplineerd was en bovenal zich niet eenvoudig kon terugtrekken: de weg naar het veilige thuisland werd immers door de tegenstander bezet.<br />
De Hongaren moesten de Duitsers dus uit hun kot lokken en tot een beslissende slag dwingen op een terrein dat door hen zelf werd gekozen. Om dit te bereiken belegerden ze [[Augsburg (stad)|Augsburg]], een bisschopstad onder leiding van [[bisschop]] [[Ulrich van Augsburg|Ulrich]]. Otto I verzamelde terzelfde tijd zijn troepen te [[Ulm (Baden-Württemberg)|Ulm]]. De Hongaren hoorden dat de koning onderweg was en reden hun tegenstanders tegemoet. In het beboste gebied ten zuidwesten van Augsburg, het [[Rauherforst]], waren de Duitsers (redelijk) veilig voor de Hongaarse pijlen maar was hun gezichtsveld zeer beperkt.