Revolutionair Opstandsleger van Oekraïne: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
→‎Machno’s tegenaanval: Spelfout gecorrigeerd
Labels: Bewerking via mobiel Bewerking via mobiele app
Labels: Bewerking via mobiel Bewerking via mobiele app
Regel 65:
Denikin probeerde het Zwarte Leger te omsingelen toen deze aan het vluchten was. Dit lukte in de buurt van het stadje [[Oeman]], die onder de controle was van de nationalisten van Petljoera. De nationalisten en de anarchisten spraken een wapenstilstand af. De nationalisten gaven Machno het recht om zijn 8.000 gewonde soldaten te laten behandelen in de ziekenhuizen en ze mochten hun kamp opzetten in de buurt van Oeman. Maar na 4 dagen begonnen de nationalisten te onderhandelen met Denikin. De Witten mochten over Petljoera’s grondgebied de machnovisten omsingelen. Op 24 september 1919 was het gehele Zwarte Leger omsingeld. Het Zwarte Leger had hier de beschikking over 8.000 soldaten, terwijl het Witte Leger een totaal van 20.000 man had.<ref name="banquetdesgeneraux.com">http://www.banquetdesgeneraux.com/article2.html</ref>
 
Aan de westkant was het Witte Leger minder sterk dan in het oosten. Maar Machno koos ervoor om niet meer westwaarts te vluchten, maar om door de oostelijke witte linie te breken. In plaats van verder naar het westen te trekken – zoals ze twee maanden gedaan hebben – gingen ze oostwaarts richting op het hoofdbestanddeel van het Witte Leger af. Op eerste gevechten waren in de buurt van het dorp [[Kroetenkoj]]. De Witten trokken zich oostelijk terug met de verwachting dat de machnovisten achter hen aan zouden komen. Dit gebeurde niet, waardoor de monarchisten dachten dat het Zwarte Leger verder naar het westen ging. De witte commandanten verwachtten dat de anarchisten de kleine regimenten in het westen gingen aanvallen, zodat zij met hunhet grote mainforcehoofdbestanddeel de anarchisten in hun rug aan konden vallen.
 
De infanterie van het Zwarte Leger werd naar het dorpje [[Peregenovika]] – ten oosten van Oeman – gestuurd, waar ze positief werden ontvangen door de bewoners. De bevolking van het dorpje begon zichzelf te wapenen met pistolen, hooivorken en zeisen. De witte hoofdmacht dacht dat ze met weinig geweld het dorpje kon innemen, want zij dachten dat het Zwarte Leger naar het westen trok, maar het bleekt dus dat de machnovistische infanterie in het dorpje zat. De strijd begon op 26 september tussen 3 uur en 4 uur ’s nachts. Rond 9 uur leek het dat de zwarte infanterie ging verliezen. Maar langzaam werd het mitrailleurvuur van de Witten steeds zwakker. Het bleek dat Machno met zijn cavalerie de vijand aanviel vanuit de flank. De cavalerie was via een ravijn de vijand aan de zijkant benaderd, waar de Witten niet op waren voorbereid. Dit was slim, want de anarchistische cavalerie zou weerloos zijn als ze vanuit Peregenovika aanvielen. Nu waren de mitrailleuren van de Witten nutteloos, want het werd een gevecht op korte afstand waarbij de zwarte ruiters zwaarden gebruikten. De Zwarte infanterie viel de verwarde Witten vanuit het dorp aan. De Witten raakten in paniek en begonnen te vluchten. Ze probeerden te vluchten door de rivier Sinjoecha over te zwemmen, waarbij vele honderden soldaten verdronken. Aangekomen aan de andere kant van de rivier, stonden de snelle zwarte cavalerie al op hen te wachten. De meesten gaven zich over en diegene die toch wilde verzetten werden doodgeschoten.<ref name="Peter Archinov 1921"/>