Beleg van Wenen (1683): verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Regel 49:
== Slag om Wenen ==
[[Bestand:King John III Sobieski blessing Polish attack on Turks in Vienna 1683.PNG|thumb|Sobieski geeft letterlijk zijn zegen aan de beslissende cavaleriecharge]]
Ondertussen was Karel van Lotharingen druk bezig geweest zijn veldleger op te bouwen. Habsburgse versterkingen marcheerden inderhaast uit het westen naar de Donau. Men nam terecht aan dat Lodewijk XIV zich niet zou blameren door onder dit soort omstandigheden een offensief tegen de Rijnposities te beginnen; wel viel de Franse koning [[Kortrijk]] aan wat leidde tot de [[Frans-Spaanse Oorlog (1683-1684)]]. Als keizer van het Heilige Roomse Rijk kon Leopold een beroep doen op alle andere Duitse vorsten om een ''Reichsheer'' te vormen. Dat leidde echter niet tot een algehele Duitse mobilisatie. De meeste heersers hielden hun troepen thuis, in het geval van [[Brandenburg-Pruisen|Brandenburg]] ondanks toezeggingen van steun, omdat ze de Fransen vreesden of erdoor omgekocht waren. Kleinere contingenten verschenen echter onder aanvoering van [[Johan George III van Saksen]], [[Maximiliaan II Emanuel van Beieren]] die een strijdmacht commandeerde met rijksmaarschalk [[George Frederik van Waldeck-Eisenberg]], en [[Julius Frans van Saksen-Lauenburg]]. Verder waren er troepen uit het [[Koninkrijk Hannover]] en uit [[Zwaben]] en [[Franken (gebied)|Frankenland]]. Ook werden er zoveel mogelijk soldaten plaatselijk geronseld en was er een kleine instroom van vrijwilligers.
[[Bestand:Vienna Battle 1683.jpg|left|thumb|De Slag bij de Kahlenberg]]
Het belangrijkste was dat de [[Pools-Litouwse Gemenebest|Poolse]] koning [[Jan Sobieski]], die op het eind van de laatste Pools-Turkse oorlog de Ottomanen in het nauw gebracht had, zijn verdragsverplichting nakwam, op 18 juli Warschau verliet en met een groot ruiterleger van zo'n twintigduizend [[huzaren]], versterkt door zestienduizend voetknechten, via Krakau naar Oostenrijk oprukte. Dat deed hij overigens niet met groot enthousiasme. Hij bedong dat hij volledig voor zijn inspanningen kosteloos gesteld zou worden. Omdat hij een Hongaarse inval in zijn eigen koninkrijk vreesde, liet hij de helft van zijn leger onder leiding van de [[hetman]] van het aan Polen verbonden [[Litouwen]], [[Jan Casimir Sapieha de Jongere]], naar Opper-Hongarije oprukken.
 
Nog voor de Polen arriveerden, begon Karel van Lotharingen richting Wenen op te rukken. Eind augustus versloeg hij troepen van Thököly bij [[Bisamberg]], zo'n vijf kilometer van de hoofdstad maar wel op de noordoever van de Donau, dus aan de andere kant van de rivier. Sobieski verenigde zich op 31 augustus met het keizerlijke leger en trok op 6 september bij [[Tulln an der Donau]] de rivier over. De gezamenlijke strijdmacht, ruim tachtigduizend man sterk en met 150 veldkanonnen, begon zich nu langs de zuidoever naar het oosten te bewegen. Het leger werd onder opperbevel van de Poolse koning gesteld.