Abdij Onze-Lieve-Vrouw Ten Duinen: verschil tussen versies
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Regel 31:
De abdijgemeenschap wilde, koste wat het kost, veiliger oorden opzoeken. Men verzamelde al het waardevolle materiaal en bracht dat onder in ''Ten Bogaerde''. Terwijl de [[Heilig Kruisprocessie]] in Veurne uittrok, verlieten de monniken en lekenbroeders in [[1627]], met de lijkkist van Idesbald, het abdijhof richting [[Nieuwpoort (België)|Nieuwpoort]]. Vandaar ging het dan naar [[Brugge]], waar de [[Refugehuis|refuge]] van de afgeschafte abdij [[Ter Doest]] betrokken werd.
In [[1628]] startten de religieuzen met de bouw van een nieuwe abdij aan de Potterierei te Brugge (nu het [[Grootseminarie van Brugge
Veel later, in [[1819]], verzamelden de nog 5 resterende monniken zich nog eenmaal in Koksijde. Op de plaats waar eens hun abt Idesbald begraven lag, bouwden ze een kapel. Op [[23 maart]] [[1833]] stierf de laatste monnik, [[Nicolaas de Roover]]. Deze monnik zorgde er ook voor dat de verluchte handschriften in goede handen, maar vooral ook samenbleven. De handschrifen van Ter Doest en Onze-Lieve-Vrouw Ten Duinen vormen het hart van de handschriftencollectie van het Groot-Seminarie te Brugge. Een tweede belangrijk deel van de collectie rust in de Stedelijke Bibliotheek '[[Biekorf (cultuurcentrum)|Biekorf]]' te Brugge.
|