Geschiedenis van Polen: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Regel 84:
 
== Geschiedenis van 1795 tot 1918 ==
Na de ondergang van de Poolse onafhankelijkheid in 1795 weken veel Poolse edelen uit naar het [[Eerste Franse Republiek|revolutionaire Frankrijk]], waar zij zich aansloten bij een [[Pools Legioen]], onder leiding van generaal Dąbrowski, dat onder het opperbevel van [[Napoleon Bonaparte]] in [[Apennijns Schiereiland|Italië]] tegen de Oostenrijkers streed. In de kringen van dit legioen werd een lied gedicht, bekend onder de benamingen "[[Mazurek Dąbrowskiego]]" of "Nog was Polen niet verloren", dat in 1923 het [[nationaal volkslied]] zou worden van de nieuwe Poolse staat. De dichter en componist van deze hymne zullen zeker niet gedacht hebben dat het nog ongeveer 120 jaar zou duren voordat er weer een onafhankelijke Poolse staat zou komen.
 
In 1807 kregen de Poolse patriotten een gedeeltelijke genoegdoening, toen Napoleon na zijn overwinning op Pruisen aan dit land een groot deel van zijn buit van de drie Poolse delingen ontnam om daaruit het [[hertogdom Warschau]] te creëren. Na Napoleons overwinning op Oostenrijk in 1809 werd hieraan nog de Oostenrijkse buit van de Derde Poolse deling toegevoegd. Het groothertogdom had nu een oppervlakte van bijna 150.000 km², met bijna 4,5 miljoen inwoners, dat ongeveer 60% van de etnische Polen omvatte. Om Oostenrijk niet te veel te verbitteren liet Napoleon na om ook Galicië, de Oostenrijkse buit van 1772, aan de nieuwe vazalstaat toe te voegen, hetgeen een domper zette op de vreugde van de Polen. Hertog van Warschau werd [[Frederik August I van Saksen|Frederik August I]], keurvorst van Saksen en kleinzoon van de voormalige koning August III. Legeraanvoerder van de nieuwe staat werd [[Józef Poniatowski]], een neef (oomzegger) van Polens laatste koning Stanislaus Poniatowski.
 
Hertog van Warschau werd [[Frederik August I van Saksen|Frederik August I]], keurvorst van Saksen en kleinzoon van de voormalige koning August III. Legeraanvoerder van de nieuwe staat werd [[Józef Poniatowski]], een neef (oomzegger) van Polens laatste koning Stanislaus Poniatowski.
 
Het hertogdom Warschau was natuurlijk in feite een Franse vazalstaat, maar de Polen waren er redelijk enthousiast over. Bovendien waren zij gebrand op wraak op de Russische erfvijand. De ongeveer 100.000 Poolse soldaten die deel uitmaakten van de "Grande Armée", waarmee Napoleon in 1812 Rusland binnenviel, behoorden tot de meest enthousiaste soldaten die onder de keizer dienden. Helaas keerden weinigen van hen levend terug en toen het Russische leger in 1813 Pools grondgebied betrad, was het met het groothertogdom gedaan.
 
Op het [[Congres van Wenen]] werd in 1815 besloten dat Polen verdeeld zou blijven onder Rusland, Pruisen en Oostenrijk. De invloedssferen veranderden echter wel. Het gebied van het [[hertogdom Warschau]] werd nu toegewezen aan Rusland, met uitzondering van de provincie [[Posen (provincie)|Posen]] (Poznań), die weer onder Pruisisch bestuur kwam. Oostenrijk behield Galicië.
 
Het Russische deel van Polen kreeg een ruime mate van zelfbestuur. Het werd een [[Congreskoninkrijk Polen]], waarvan de Russische tsaar koning was. Congres-Polen, anders gezegd [[Russisch-Polen]], dat ruim 50% van de etnische Polen huisvestte, kreeg zelfs een althans op papier tamelijk liberale grondwet.
 
Even leek het erop dat er misschien een periode van Pools-Russische verzoening zou aanbreken, maar de "wittebroodsweken" duurden niet lang. Het was een merkwaardige situatie dat de tsaar in Warschau constitutioneel vorst was, die in samenwerking met een parlement regeerde, maar in Moskou en Sint-Petersburg een absolute autocraat. Dat gaf spanningen, die ertoe moesten leiden dat op den duur ofwel ook Rusland een constitutionele monarchie zou worden, ofwel de constitutie in Polen de nek zou worden omgedraaid. In de praktijk had tsaar [[Alexander I van Rusland|Alexander]] reeds de neiging om de Poolse grondwet vaak te negeren. Dat werd nog een stuk erger toen hij in 1825 werd opgevolgd door zijn autoritaire broer [[Nicolaas I van Rusland|Nicolaas]].
 
Het Russische deel van Polen kreeg een ruime mate van zelfbestuur. Het werd een [[Congreskoninkrijk Polen]], waarvan de Russische tsaar koning was. Congres-Polen, anders gezegd [[Russisch-Polen]], dat ruim 50% van de etnische Polen huisvestte, kreeg zelfs een althans op papier tamelijk liberale grondwet. Even leek het erop dat er misschien een periode van Pools-Russische verzoening zou aanbreken, maar de "wittebroodsweken" duurden niet lang. Het was een merkwaardige situatie dat de tsaar in Warschau constitutioneel vorst was, die in samenwerking met een parlement regeerde, maar in Moskou en Sint-Petersburg een absolute autocraat. Dat gaf spanningen, die ertoe moesten leiden dat op den duur ofwel ook Rusland een constitutionele monarchie zou worden, ofwel de constitutie in Polen de nek zou worden omgedraaid. In de praktijk had tsaar [[Alexander I van Rusland|Alexander]] reeds de neiging om de Poolse grondwet vaak te negeren. Dat werd nog een stuk erger toen hij in 1825 werd opgevolgd door zijn autoritaire broer [[Nicolaas I van Rusland|Nicolaas]].
In november 1830 brak de [[Poolse Novemberrevolutie van 1830]] uit in het Russisch deel, en zij sloeg in minder gewelddadige vorm over naar de andere delen. Politie brak de protesten en adhesiebetuigingen daar, terwijl in het Russische deel militairen nodig waren en gevechten uitbraken. Deze opstand zou tsaar Nicolaas verhinderen te interveniëren in de [[Belgische Opstand]]. Na enkele maanden verzet, moesten de Poolse opstandelingen capituleren. Honderden van hen werden geëxecuteerd en duizenden anderen werden naar [[Siberië]] verbannen. Vele anderen gingen in ballingschap, en vestigden zich vooral in Parijs.
 
In november 1830 brak de [[Poolse Novemberrevolutie van 1830]] uit in het Russisch deel, en zij sloeg in minder gewelddadige vorm over naar de andere delen. Politie brak de protesten en adhesiebetuigingen daar, terwijl in het Russische deel militairen nodig waren en gevechten uitbraken. Deze opstand zou tsaar Nicolaas verhinderen te interveniëren in de [[Belgische Opstand]]. Na enkele maanden verzet, moesten de Poolse opstandelingen capituleren. Honderden van hen werden geëxecuteerd en duizenden anderen werden naar [[Siberië]] verbannen. Vele anderen gingen in ballingschap, en vestigden zich vooral in [[Parijs]]. Als strafmaatregel werd aan het koninkrijk Polen zijn autonomie ontnomen. Er ontwikkelde zich nu een fatale spiraal van toenemend [[verzet]], dat door steeds scherpere [[repressie]] zou worden beantwoord.
 
In de 19e eeuw waren de Polen verdeeld over drie staten, Rusland (ca. 60%), Pruisen (ca. 15%) en Oostenrijk (ca. 25%), drie van de vijf grote mogendheden van Europa. Het land te bevrijden van drie onderdrukkers tegelijk leek lange tijd onbegonnen werk. De Poolse adelsklasse (en de opkomende burgerij) ontwikkelde de nieuwe gedachte dat de Polen één natie waren, waartoe niet alleen de adel maar ook de burgers en analfabete plattelanders behoorden. Die laatsten, tot ver in de 19de eeuw lijfeigenen, moesten zich nog tot politiek bewustzijn emanciperen.
 
De Poolse adelsklasse (en de opkomende burgerij) ontwikkelde de nieuwe gedachte dat de Polen één natie waren, waartoe niet alleen de adel maar ook de burgers en analfabete plattelanders behoorden. Die laatsten, tot ver in de 19de eeuw lijfeigenen, moesten zich nog tot politiek bewustzijn emanciperen. Een geluk was dat in de 19e eeuw het reizen over de grenzen betrekkelijk weinig problemen met zich mee bracht. En als de Poolse [[cultuur]] onderdrukt werd in Rusland en Pruisen, dan was het altijd mogelijk uit te wijken naar het Oostenrijkse deel van Polen ... of naar Frankrijk. Het was nauwelijks een overdrijving te beweren dat in de 19e eeuw Parijs de culturele hoofdstad van Polen was. De dichter [[Adam Mickiewicz]] en de componist [[Frédéric Chopin]], bijvoorbeeld, brachten daar een belangrijk deel van hun scheppend leven door.
 
In Pruisisch Polen woonden de meeste Polen in de provincie [[Posen (provincie)|Posen]] waar, na aanvankelijke tolerantie, sinds de opstand van 1860 een straffe [[germanisering]]spolitiek werd doorgevoerd. In Oostenrijks-Polen beschikten de Polen evenwel over een verregaande culturele autonomie en de Poolse adel nam daarbij een politiek dominerende plaats in. Dat stimuleerde overigens niet haar streven naar onafhankelijkheid. De [[Roes (volk)|Roethenen]] in het oostelijke deel ([[Galicië (Centraal-Europa)|Galicië]]) werden onder Poolse dominantie kort gehouden en zij zochten bescherming bij de Oostenrijkse autoriteiten.
 
Om de voortdurende opstandigheid van de Polen voorgoed de baas te worden waren in 1860 executies en verbanningen in Russische-Polen nog talrijker dan in 1831. Nu werd zelfs het Koninkrijk Polen opgeheven en de status van het land werd gedegradeerd tot een Russische "[[goebernia]]" (provincie). De autonomie werd afgeschaft en het [[Russisch]] werd de bestuurstaal. Terreuraanslagen[[Terreur]]aanslagen tegen Russische ambtenaren bleven met regelmaat doorgaan. De Russische autoriteiten verboden nu alle onderwijs in het [[Pools]]. De haat tegen de Russen die door die maatregel werd opgeroepen is nog tot vandaag levend gebleven in het Poolse bewustzijn. Sinds die tijd was de [[Rooms-Katholieke Kerk]] het toevluchtsoord voor het Poolse nationale bewustzijn, de taal en de cultuur. De Russische regering durfde de Kerk niet aan te pakken en dat zou opnieuw zo zijn onder de [[Sovjet Unie|Sovjet]]-dominantie, een eeuw later.
 
In 1860 werd de reactionaire Nicolaas I in Rusland opgevolgd door zijn zoon [[Alexander II van Rusland|Alexander II]], die serieuze hervormingen ondernam. De hervormingsgezinde tsaar en de hervormingsgezinde Polen slaagden er echter niet in een gemeenschappelijke taal te vinden. Ook in letterlijke zin niet, want het Pools zou als tweede taal door het Russisch als enige vervangen worden. Zijn opvatting van hervorming omvatte ook de bestuurlijke centralisering en culturele homogenisering van zijn rijk.
De band met Rusland had economisch wel voordelen. Door de relatief hoge volksontwikkeling, de opheffing van de lijfeigenschap, en het relatief dichte spoorwegnet[[spoorweg]]net in de tamelijk dichtbevolkte Poolse provincie, werd Russisch-Polen een van de centra van [[industrialisatie]] in het Russische Rijk. De toegang tot de Russische markt was zeer voordelig voor de opkomende Poolse industrie. Deze industrie werd overigens vooral door Joden en Duitsers ontwikkeld.
 
Warschau was na Sint-Petersburg en Moskou de derde stad van het Russische Rijk en ontwikkelde zich in snel tempo tot een belangrijke industriestad. De stad, die na het verlies van de Poolse onafhankelijkheid in 1795 gedurende de eerste decennia flink was achteruitgegaan, vertoonde in de 2e helft van de 19e eeuw een zeer snelle groei: in 1892 werd een bevolkingsaantal van 500.000 bereikt. Nog spectaculairder was de groei van het textielcentrum[[textiel]]centrum [[Łódź (stad)|Łódź]], soms wel het "Poolse Manchester" genoemd, dat in 1830 nog slechts een groot dorp van 4.000 inwoners was, maar in 1900 ongeveer 300.000 inwoners telde.
 
Ondanks de snelle groei van de industrie en de steden leefde omstreeks 1900 nog bijna 70% van de bevolking op het platteland. Keuterboertjes[[Keuterboer]]tjes met te weinig grond om behoorlijk van te kunnen leven vormden de meerderheid. In die tijd kwam een grote emigratie op gang naar Duitsland en de [[Amerikaanse immigratie in de 19e eeuw|Verenigde Staten]].
 
== Polen tijdens het interbellum ==