Hagedissen: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 23:
 
== Verspreiding en habitat ==
[[Bestand:World.distribution.sauria.1.png|thumb|400px|Het mondiale verspreidingsgebied van de hagedissen in het zwart, soorten in [[Canada (hoofdbetekenis)|Canada]] zijn niet weergegeven.<ref>Cogger, H.G & Zweifel, R.G. (1998). Reptiles & Amphibians". {{ISBN|0-12-178560-2}}</ref>]]
Hagedissen komen vrijwel wereldwijd voor, alleen in het noorden van [[Noord-Amerika]] en het uiterste noorden van [[Azië]] komen geen soorten voor. Hagedissen leven in vochtige [[Tropen (geografie)|tropische]] en [[Subtropisch klimaat|subtropische]] gebieden maar er zijn ook soorten die leven in meer gematigde gebieden of zich hebben gespecialiseerd in droge, schrale omgevingen zoals bergstreken, steppen en zelfs [[woestijn]]en. In tegenstelling tot de [[krokodilachtigen]], de [[schildpadden]] en de [[slangen]] is er geen enkele hagedis die permanent in zee leeft.<ref name="GRZ" />
 
Het verspreidingsgebied hangt samen met de familie, agamen bijvoorbeeld komen in alle werelddelen voor maar anolissen leven alleen in [[Zuid-Amerika|Zuid-]] en [[Midden-Amerika]] en [[dove varanen]], slechts vertegenwoordigd door één soort, zijn uitsluitend te vinden op het eiland [[Borneo (hoofdbetekenis)|Borneo]].
 
Hagedissen komen voor in zeer uiteenlopende habitats, zowel qua hoogte en vegetatietype als de bijbehorende (lucht)vochtigheid en temperatuur. Sommige hagedissen leiden een gravend bestaan onder de grond en andere leven op de bodem tussen rotsblokken of klimmen in bomen en struiken. Deze verschillende levenswijzen kunnen weer verder worden onderverdeeld; een voorbeeld zijn hagedissen die in bomen leven. Deze soorten hebben vaak een meer specifiek deel van de boom als habitat wat de [[habitat|microhabitat]] wordt genoemd. Zo zijn er soorten die meer in de lagere takken leven, soorten die liever tegen de stam van de boom kruipen en soorten die juist hoger in de kruin te vinden zijn.
Regel 32:
=== In Nederland en België ===
{{Zie ook|Zie ook de [[Lijst van reptielen en amfibieën in Nederland]]}}
In [[Nederland]] en [[België]] komen vier soorten hagedissen voor waarvan één pootloze soort; de [[hazelworm]] (''Anguis fragilis''). Deze glanzende, egaal bruin tot grijs gekleurde hagedis lijkt oppervlakkig op een slang maar blijft kleiner tot 50&nbsp;cm, heeft in tegenstelling tot een slang oogleden en is veel stijver dan een slang. De duinhagedis of [[zandhagedis]] (''Lacerta agilis'') leeft op zandgronden als verstuivingen en duinen, mannetjes zijn in het voorjaar fel groen van kleur de vrouwtjes zijn bruin. De [[muurhagedis]] (''Podarcis muralis'') leeft op steenhopen en muren, in Nederland alleen in [[Limburg (Nederland)|Limburg]]. Ten slotte de [[levendbarende hagedis]] (''Zootoca vivipara'') die zich evenals de hazelworm heeft aangepast door de eitjes in het lichaam te laten ontwikkelen. Hierdoor profiteren de embryo's van de lichaamswarmte van de moeder en kan de hagedis zich toch voortplanten in meer gematigde streken. De omgevingstemperatuur is hier te laag voor de ontwikkeling van eitjes die op de bodem worden afgezet.<ref>André Van Hecke - '''De levendbarende hagedis (''Lacerta vivipara'') in het Natuurreservaat “Westmalse heyde”''' - [http://www.freanonherping.be/pdf/Wh/LacVivWH.pdf Website (PDF)]</ref>
 
== Kenmerken ==
Regel 85:
De meeste hagedissen hebben vier poten met elk vijf relatief lange tenen die nagels dragen. De poten en met name de klauwen verschillen afhankelijk van de functie in vorm, grootte en kracht, dit hangt vaak samen met de groep waartoe de hagedis behoort. Soorten die in bomen leven hebben grote poten met kromme klauwen en vaak lange, kromme nagels.<ref name="TLL" /> Een voorbeeld zijn de kameleons, die klauwen hebben die aan wanten doen denken, de vingers en tenen zijn gepaard en staan tegenover elkaar. Hierdoor kunnen ze zich goed vasthouden aan een tak maar over takken rennen of snel over de bodem lopen is niet mogelijk en veel kameleons verplaatsen zich hier langzaam en zijn zeer kwetsbaar. Andere voorbeelden zijn de franjeteenhagedissen uit het geslacht ''[[franjeteenhagedissen|Acanthodactylus]]'', die in woestijnen leven en over het hete zand rennen. Om de poten te beschermen tegen verbranding hebben ze een soort 'sneeuwschoenen' onder hun tenen bestaande uit geschubde flapjes.
 
Gekko's en anolissen hebben ''[[lamellae]]'', kleine gleufjes met een relatief groot aantal kleine haartjes die elk weer veel uitlopers hebben. Hierdoor wordt het absolute contactoppervlak zeer groot waardoor ze overal tegen blijven plakken, zelfs ondersteboven tegen gladde oppervlakken zoals [[glas (hoofdbetekenis)|glas]].
 
Hagedissen die op de bodem leven hebben eveneens vaak grote, krachtige poten en lange klauwen en tenen om zich snel uit de voeten te kunnen maken. Veel bodembewoners zijn erg bedreven in het graven van holen om snel weg te kruipen bij gevaar en te schuilen bij slechte omstandigheden. Sommige soorten kunnen zelfs op de achterpoten wegrennen, zoals de [[basilisk (dier)|basilisken]]. Deze hagedis kan tot acht meter over het water rennen dankzij een speciale looptechniek. Hagedissen die veel zwemmen hebben korte maar krachtige poten, de tenen zijn vaak voorzien van vliezen om efficiënter te kunnen zwemmen. Dergelijke soorten zijn veelal boombewoners, die bij gevaar in het water springen om te ontkomen. Slechts enkele soorten, zoals de [[zeeleguaan]], zoeken actief naar voedsel onder water. Een aantal hagedissen heeft gereduceerde ledematen of helemaal geen poten, voorbeelden zijn [[skinken]] en [[hazelwormen]]. Bij een aantal soorten ontbreken de voorpoten volledig en zijn de achterpoten sterk [[degeneratie|gedegenereerd]]. Ze worden niet meer gebruikt om te lopen maar spelen nog wel een rol bij de [[paren|paring]].
Regel 115:
| {{Galerijbestand groot|Flying Dragon Mivart.png|...deze worden verstevigd door de aangepaste ribben.}}
|}
Hagedissen hebben ongeveer dezelfde organen als zoogdieren, het [[maag-darmstelsel|spijsverteringsstelsel]] neemt de meeste ruimte van de lichaamsholte in en bestaat uit de [[slokdarm]], [[maag]], [[dunne darm|dunne]] en [[dikke darm]] en de lever, die een uniforme roodpaarse kleur heeft.<ref name="AUT">{{Citeer web|url = http://www.chameleonnews.com/02MayGreek.html |titel = Necropsy Examination|auteur = Dr. Tom Greek M.S., D.V.M}}</ref> Het [[hart (hoofdbetekenis)|hart]] wordt omgeven door het [[pericard|hartzakje]] of ''pericardium'', de nieren zijn gekwabd. Het ademhalingssysteem is in de bovenzijde van de lichaamsholte gelegen, de [[long (orgaan)|longen]] bestaan uit een roze-rode zak met een netachtige structuur. De geslachtsorganen bevinden zich in het midden van de bovenzijde van het lichaam, de [[teelbal]]len van het mannetje zijn relatief groot. De [[eierstok]]ken van het vrouwtje zijn te herkennen aan de bolvormige, witte eieren in ontwikkeling, de grootte hiervan hangt af van de ontwikkelingsfase. Volledig ontwikkelde eitjes zijn aanzienlijk groter, ze bevinden zich soms in de eileider.<ref name="AUT" />
 
Slangen hebben door hun langwerpige lichaam maar één functionele long om de lichaamsruimte efficiënter te benutten, bovendien liggen de nieren en testikels in elkaars verlengde. Bij een aantal slangen ontbreekt de [[linkerlong]] soms volledig. Hagedissen daarentegen hebben altijd twee gelijkwaardige longen en ook de nieren en testikels liggen naast elkaar.
Regel 128:
[[Bestand:Bloedsomloop van een reptiel.svg|270px|thumb|Een vereenvoudigde weergave van de bloedsomloop van reptielen met een driekamerig hart. In tegenstelling tot de zoogdieren kan het zuurstofrijke bloed (<font color="red">'''rood'''</font>) en zuurstofarme bloed (<font color="blue">'''blauw'''</font>) worden gemengd (<font color="Deeppink">'''roze'''</font>).]]
Hagedissen lijken inwendig op andere reptielen en hebben dezelfde organen en ongeveer dezelfde bouw als bijvoorbeeld [[brughagedissen]] en [[krokodilachtigen]].
Hagedissen hebben net als de meeste reptielen een driekamerig [[hart (hoofdbetekenis)|hart]], in tegenstelling tot [[krokodilachtigen]], vogels en zoogdieren die een vierkamerig hart bezitten. Het hart van de hagedis bestaat uit een linker- en een rechterboezem, verbonden door een enkele [[ventrikel (hart)|ventrikel]]. De ventrikel wordt echter verdeeld door een gespierd [[Interventriculair septum|septum]], dat op een opening na een tussenschot vormt.
 
De linkerzijde van de ventrikel loopt vol zuurstofrijk bloed uit de linkerkamer en pompt dit naar het lichaam. De rechterzijde van de ventrikel wordt van zuurstofarm bloed voorzien door de rechterboezem en pompt het naar de longen waar het gereoxideerd wordt. Bij de contractie of [[Systole (hart)|systole]] wordt het bloed uit de ventrikel gepompt waarbij de beide zijden van de ventrikel met elkaar in verbinding staan. Tijdens het vollopen van het hart tijdens de relaxatie of [[Diastole (hart)|diastole]] wordt de opening in het ventrikel echter volledig gesloten. Dit zorgt ervoor dat het zuurstofrijke en zuurstofarme bloed gescheiden blijft waardoor de enkele ventrikel dezelfde werking heeft als een dubbele ventrikel.<ref name="TLL" /> Hierdoor functioneert het driekamerige hart van de hagedissen toch als een vierkamerig hart zoals bij de zoogdieren. Dit heeft onder andere als voordeel dat een hogere bloeddruk kan worden gehandhaafd.
Regel 139:
== Voedsel ==
[[Bestand:Varan du nil mange.jpg|thumb|270px|Een [[nijlvaraan]] eet een [[bruine anolis]].]]
Hagedissen zijn in de regel vleesetend of [[carnivoor]], ze eten levende prooidieren en zijn meestal niet erg kieskeurig. Ze pakken alles wat beweegt, niet repulsief of gevaarlijk lijkt, er eetbaar uitziet en in de bek past. Omdat veel soorten niet zo groot worden eten de meeste hagedissen voornamelijk [[insecten]], [[slakken]] en andere kleine [[ongewervelden]]. Grotere soorten eten ook wel de eieren van verschillende dieren of kleine gewervelden zoals muizen of andere hagedissen. Ook kleine soortgenoten worden niet gespaard, veel hagedissen zijn erg [[kannibalisme|kannibalistisch]]. Heel grote soorten zoals [[varanen]] en [[korsthagedissen]] jagen actief op grotere prooien zoals wat grotere [[knaagdieren]] of [[vogels (hoofdbetekenis)|vogels]].
 
Tot de soorten met een bijzonder menu behoort de [[groene leguaan]] die als juveniel op prooien jaagt maar eenmaal volwassen enkel planten eet en [[herbivoor]] is. Het komt wel meer voor bij een aantal grotere [[leguaanachtigen]] (Iguania) dat de dieren naarmate ze ouder worden een meer vegetarisch dieet krijgen en uiteindelijk alleen plantendelen eten zoals bloemen of vruchten. De [[zeeleguaan]] leeft van [[algen]] en duikt in de zee om die onder water van de rotsen te schrapen. [[Dracaena (hagedis)|Kaaimanteju's]] hebben zich gespecialiseerd in [[slakken]], enkele soorten hagedissen leven van [[mieren]] en [[termieten]] en zijn [[formicivoor]]. Alleen viseters ([[piscivoor]]) ontbreken bij de hagedissen, met uitzondering van bepaalde uitgestorven zeereptielen zoals de [[mosasaurus|maashagedissen]]. De [[komodovaraan]] heeft weleens [[mens (hoofdbetekenis)|mensen]]en aangevallen en jaagt soms op grote gewervelden als [[hoefdieren]].
 
Enkele soorten blijven stilzitten en wachten de prooi op om plotseling toe te slaan, bijvoorbeeld de kameleons en sommige leguaanachtigen. De meeste hagedissen zijn echte jagers die actief foerageren en aangetrokken worden door bewegende prooien. Veel hagedissen sporen de prooi op door de tong te gebruiken, zie ook onder de sectie ''[[#Schedel|schedel]]''. De tanden dienen voornamelijk om de prooi vast te houden; hagedissen maken vaak wel een soort kauwbeweging maar dit dient om de prooi te doden of enigszins te verkleinen zodat uitsteeksels als poten en vleugels worden verloren. Ze slikken de prooi echter in één keer door.
Regel 149:
Hagedissen worden bejaagd door verschillende vijanden, de voornaamste zijn [[roofvogels]], [[slangen]] en rovende [[zoogdieren]]. Roofvogels plukken de hagedis van de bodem terwijl veel zoogdieren de hagedis in het hol achtervolgen. Ook veel soorten grotere hagedissen en [[slangen]] hebben hagedissen op het menu staan. De belangrijkste vijand is echter de mens die door landschapsverandering en verdroging de natuurlijke habitat van veel soorten vernietigt.
 
Veel soorten hagedissen zijn uitgestorven of worden bedreigd door de introductie van dieren als [[hond (hoofdbetekenis)|honden]]en, [[kat (dier)|katten]], [[Rattus|ratten]] en [[varkens]] in hun leefgebied, die meeliften met de mens. Honden en katten jagen op de hagedissen, ratten en varkens graven de eitjes op. Een voorbeeld van een soort die door de introductie van [[exoot|exoten]] is uitgestorven is de [[Rodrigues daggekko]] (''Phelsuma edwardnewtoni'').
 
Een aantal soorten [[vogels (hoofdbetekenis)|vogels]] en slangen zijn sterk afhankelijk van hagedissen als voedselbron. Een voorbeeld is de [[katslang]], waarvan het gif alleen werkzaam is op hagedissen, andere dieren zijn niet gevoelig voor het gif.
 
Hagedissen kennen een beperkte vorm van passieve verdediging zoals bepaalde kleuren. Veel soorten hagedissen met felle kleuren worden door de mens ten onrechte als giftig gezien en door de lokale bevolking doodgemaakt. Alleen de twee soorten [[korsthagedissen]] uit [[Mexico (land)|Mexico]] zijn giftig voor de mens en hebben gele of roze tot rode kleuren. De bonte kleuren spelen bij alle andere hagedissen alleen een rol bij het afleiden van vijanden en het lokken van de andere sekse in de voortplantingstijd. De kleuren hebben niets met gevaar of giftigheid te maken, in tegenstelling tot sommige giftige en felgekleurde slangen zoals de [[koraalslangen]]. Sommige soorten die sprekend lijken op slangen, zoals de in Nederland en België levende [[hazelworm]], worden daardoor onterecht als gevaarlijk beschouwd. In stedelijke gebieden hebben ze hieronder te lijden, terwijl in de natuur juist hagedissen leven die slangen duidelijk imiteren. De [[zwartkopschubpoothagedis]] imiteert met zijn bruine kleur en zwarte kop de zeer giftige [[taipan|Australische taipan]]. Dit nabootsen van gevaarlijke soorten wordt [[mimicry|mimicry van Bates]] genoemd.
Regel 226:
De hagedissen splitsen zich vermoedelijk af in het midden van het [[Trias]], zo'n 230 miljoen jaar geleden. Er zijn echter maar weinig goede vondsten uit die periode bewaard gebleven: we kunnen de ouderdom voornamelijk afleiden uit het feit dat de brughagedissen toen al bestonden en de hagedissen er dus ook moeten zijn geweest. De laatsten maakten kennelijk geen belangrijk deel uit van de fauna. Dat veranderde tijdens het [[Jura (periode)|Jura]] en [[Krijt (periode)|Krijt]]; toen begonnen de hagedissen dezelfde [[Niche (ecologie)|niche]]s te vullen, die ze tegenwoordig nog bezetten: die van kleine insectenetende roofdieren en wat grotere jagers die een hinderlaag leggen voor hun prooi (andere hagedissen, de kleine zoogdieren van die tijd) of nesten leegroven, bijvoorbeeld van [[dinosauriërs]]. Tijdens het [[Mesozoïcum]] was het hete aardklimaat erg gunstig voor koudbloedige dieren en er moeten vele tienduizenden hagedissensoorten geëvolueerd zijn, ofschoon ze wel concurrentie ondervonden van de vaak nog talrijke brughagedissen.
 
Als groep overleefden de hagedissen de [[Krijt-Paleogeengrens|massa-extinctie die de dinosauriërs deed uitsterven]], vermoedelijk omdat ze als koudbloedige dieren weinig voedsel nodig hadden en als holengravers beschermd werden tegen de warmtestraling die de [[meteoriet]]inslag veroorzaakte. Tijdens het opnieuw hete [[Paleogeen]] verdrongen ze kennelijk de brughagedissen. Door de afkoeling tijdens het [[Neogeen]] werden echter belangrijke delen van het aardoppervlak voor hagedissen door koude onbewoonbaar, en andere streken zo droog dat de vormenrijkdom er af moet zijn genomen. Lokaal speelden ze echter een belangrijke rol, zoals de in het [[Pleistoceen]] levende, acht meter lange [[varanen|varaan]] ''[[Varanus prisca]]'' (''Megalania''). Deze varaan was in die tijd voor zover bekend de [[predator (hoofdbetekenis)|toppredator]] van [[Australië (continent)|Australië]].
 
De meeste groepen hagedissen behielden al die tijd de bouw, ofwel [[morfologie (biologie)|morfologie]], van de allereerste reptielen: landbewoners met poten in spreidstand die meestal op hun buik voortschuifelen. Tegenwoordig zijn ze, met uitzondering van de twee nog levende soorten brughagedissen, de enige dieren die er nog zo uit zienuitzien. Dat kan ertoe leiden dat vroege groepen reptielen voor hagedissen worden aangezien, hoewel ze daar niet bijzonder verwant aan waren.
 
Sommige groepen hagedissen zouden zich echter sterk specialiseren. Eén daarvan waren de [[Mosasauridae]] die evolueerden tot reusachtige zeereptielen. Een andere groep betreft de slangen. Slangen behoren evolutionair gezien tot de hagedissen maar wijken toch sterk af door het ontbreken van poten, de afwijkende anatomie van het oog en het grote aantal wervels. De slangen zijn in tijd een zeer oude afsplitsing; ongeveer 150 miljoen jaar geleden begon een [[Evolutie (biologie)|evolutieproces]] dat leidde naar de slangen in het [[Krijt (periode)|Krijt]]. Op dat moment hadden de meeste moderne hoofdgroepen van de hagedissen zich echter al gevormd. Dit is de reden van de totaal andere bouw en levenswijze van slangen ten opzichte van de hagedissen terwijl ze hier toch van afstammen; ze hebben zich al zeer lang geleden afgesplitst.
Regel 276:
Alleen varanen en korsthagedissen zijn als echt gevaarlijk aan te merken en dit komt bij de varanen hoofdzakelijk door de gevaarlijke bacteriën in de bek. [[Korsthagedissen]] hebben een gif dat op het zenuwstelsel werkt en doordat ze erg krachtig bijten en vasthoudend zijn heeft het gif een grotere efficiëntie. Zie voor gevaarlijke hagedissen ook onder het kopje ''[[#Vijanden en verdediging|vijanden en verdediging]]''.
 
Hagedissen worden soms beschouwd als [[bushmeat]], met als bekendste voorbeeld de [[groene leguaan]]. Deze hagedis wordt hierdoor in [[Suriname (hoofdbetekenis)|Suriname]] wel met ''boomkip'' aangeduid, omdat het vlees naar kip zou smaken. Vooral de staart wordt beschouwd als een ware delicatesse. In [[Afrika (hoofdbetekenis)|Afrika]] en [[India]] staan voornamelijk doornstaartleguanen (''[[Uromastyx]]'') op het menu.
In vergelijking met andere reptielen, zoals slangen en schildpadden, spelen hagedissen een bescheiden rol in oude culturen en symboliek. Een uitzondering vormen de varanen, die door hun afschrikwekkende gestalte een van de bekendste groepen zijn. Varanen werden volgens een [[India]]se legende gebruikt om de muren van het fort [[Sinhagad]] van een motief te voorzien.
 
Regel 285:
* [[Lijst van reptielen]]
* [[Slangen]]
 
 
== Bronvermelding en externe links ==