Lucius Tarquinius Superbus: verschil tussen versies
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
versie van Northerner van 5 okt 2016 om 12:50 (47606252) teruggeplaatst - vandalisme |
Geen bewerkingssamenvatting |
||
Regel 12:
Lucius Tarquinius Superbus was een zoon van [[Tarquinius Priscus]]. Nadat hij en zijn broer Arruns voor de opvolging van hun vader waren verdrongen door hun [[adoptie]]broer [[Servius Tullius]], wilde deze zich met hen verzoenen, en gaf hij hun zijn eigen dochters ten huwelijk. De oudste, Tullia, gehuwd met de in haar ogen te weinig ambitieuze Arruns, begon echter een relatie met haar zwager Lucius, die meer aan haar smaak beantwoordde. Samen vermoordden ze eerst respectievelijk hun broer en zus, waarna Tullia haar minnaar ertoe aanzette ook af te rekenen met haar vader. Daarop hitste Lucius Tarquinius de [[Senaat (Rome)|Senaat]] op tegen zijn schoonvader, die in de straten van Rome werd afgemaakt, en hij nam zelf het bewind over.
Lucius voerde vanaf dat ogenblik, onder de passende naam Tarquinius ''Superbus'' (''de trotse'') een waar schrikbewind. Zo begon hij zijn regering met de terdoodveroordeling van de senatoren die zijn schoonvader gesteund hadden. Hij liet ook de panelen vernietigen waarop
De algemene haat tegen Tarquinius Superbus bereikte een hoogtepunt toen zijn zoon [[Sextus Tarquinius Superbus|Sextus]] als gevolg van een uit de hand gelopen braspartij het vrome meisje [[Lucretia (Romeinse geschiedenis)|Lucretia]] verkrachtte, de vrouw van zijn neef [[Lucius Tarquinius Collatinus|Collatinus]]. Lucretia vertelde haar echtgenoot dat Sextus wel haar lichaam, maar niet haar ziel had onteerd. Zij liet hem zweren het haar aangedane onrecht te wreken en benam zich daarop het leven. Collatinus en zijn verwanten, onder wie [[Lucius Junius Brutus]], zwoeren bij haar lijk om voor altijd een einde te maken aan het gehate koningschap. Brutus sprak op het Forum de bevolking toe, en herinnerde aan de misdaden van de Tarquinii. Een storm van verontwaardiging stak op. Toen koning Tarquinius, die in die dagen een militaire campagne nabij [[Ardea (gemeente)|Ardea]] leidde, onverwijld naar de stad terugkeerde om de opstand in de kiem te smoren, vond hij de stadspoorten gesloten. Hij begreep dat de zaak voor hem verloren was, en vluchtte naar de [[Etrusken]], met wie hij plannen beraamde om zich te wreken.
|