Hanns Albin Rauter: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Paul B (overleg | bijdragen)
Ander portaal in infobox
n.a.v. wijziging lemma oorlogsmisdaad in doorverwijspagina.
Regel 46:
Op 3 mei 1948 werd hij door het Bijzonder Gerechtshof ter dood veroordeeld. Dit werd op 12 januari 1949 in hoger beroep bevestigd.
 
Van het proces tegen Rauter werd een filmverslag gemaakt. Hierin is te zien dat Rauter niet vond dat hij zich schuldig had gemaakt aan [[oorlogsmisdaadoorlogsmisdrijf|oorlogsmisdaden]], zelfs niet toen hij zijn [[geweten]] had onderzocht. Dit bleek ook uit een interview dat de historicus [[Jacques Presser|J. Presser]], kort na het vonnis, met hem had over de Jodenvervolging;<ref>[[Jacques Presser|Dr. J. Presser]], ''[[Ondergang: De vervolging en verdelging van het Nederlandse Jodendom 1940-1945|Ondergang]]'', p. 145</ref> citaat:
{{cquote|1=In hartstochtelijke bewoordingen, min of meer een herhaling van de betuigingen tijdens zijn proces, verwierp hij alle medewetenschap; ook toen riep hij uit, dat hij als generaal liever de epauletten van zijn schouders had gerukt dan tot die massamoord mede te werken; tijdens dit proces had hij zich maar één straf voor zulk een misdaad kunnen indenken: ''"auf dem Scheiterhaufen lebendig verbrannt zu werden"'' (op de brandstapel levend te worden verbrand). Maar dan herleest men weer de teksten van brieven en redevoeringen van deze man, ook van brieven tot hem gericht, van redevoeringen, door hem aangehoord, alles uit de tijd, waarin hijzelf, zijn meerderen en zijn minderen, zich nog konden laten gaan, omdat de zekerheid der overwinning al bij voorbaat alle verantwoording overbodig en alle verantwoordelijkheid onvoelbaar maakte, men stelt zich dat alles voor ogen en laat daar achter die vele tienduizenden wegtrekken naar de verschrikkelijke dood, die hen, mannen, vrouwen, kinderen wachtte.}}