Karel Weyler: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Sonuwe (overleg | bijdragen)
k Link naar doorverwijspagina gerepareerd (La Flandre Libérale naar La Flandre Libérale (dagblad)), met behulp van pop-ups
Regel 48:
Eveneens in [[Belgische verkiezingen 1921|1921]] werd hij verkozen tot [[Senaat (België)|provinciaal senator]], alwaar hij op 16 december de eed aflegde. Hij zou zetelen in de commissies 'kunsten en wetenschappen' en 'verzoekschriften'. Een belangrijk thema in deze [[legislatuur]] was (wederom) de vernederlandsing van de RUG, waarbij hij zich achter het wetsvoorstel van een geleidelijke vervlaamsing van [[Frans Van Cauwelaert]] schaarde. Hoewel door een nipte meerderheid goedgekeurd in de [[Kamer van Volksvertegenwoordigers]], werd het voorstel in de [[Senaat (België)|Senaat]] verworpen. Bij de daarop volgende [[Belgische verkiezingen 1925|verkiezingen van 1925]] werd hij rechtstreeks gekozen als senator voor het [[kiesarrondissement Antwerpen|arrondissement Antwerpen]]. Hij werd secretaris van de commissies 'kunsten en wetenschappen' en 'koloniën', en bleef daarnaast lid van de commissie 'verzoekschriften'.
 
Bij de [[Belgische verkiezingen 1929|verkiezingen van 1929]] werd hij niet herkozen als rechtstreeks senator. Ook bij de verkiezing van de provinciaal gecoöpteerde senatoren in de Antwerpse provincieraad kreeg hij geen nieuw mandaat in de Senaat toegewezen. Bij de geheime stemming hadden immers vier leden van de katholieke partij hun stem uitgebracht voor [[Jan Van Mierlo]] van het [[Vlaamsche Front]]. Weyler verliet hierop de actieve politiek en volgde [[André de Kerchove de Denterghem]] (die senator werd) op als [[provinciegouverneur]] van [[Oost-Vlaanderen]], een mandaat dat hij tot aan zijn dood in 1935 uitoefende. Tevens verliet hij de Antwerpse gemeenteraad. In de [[socialisme|socialistische]] krant ''[[Vooruit (Belgische krant)|Vooruit]]'' werd gesteld dat 'beiden van positie waren geruild omdat de Frontpartij hun parten speelde en werden ze benoemd als gelukkige slachtoffers van het extremisme'. De Vooruit toonde zich wel positief over het feit dat met de komst van Weyler als gouverneur, omdat er zo gebroken werd met de traditie waarbij enkel [[adel]] en hoge [[magistraat|magstraten]] in aanmerking kwamen voor de positie van gouverneur. Het [[Vlaams-nationalisme|Vlaams-nationalistisch]] blad ''[[De Schelde (krant)|De Schelde]]'' stelde op haar beurt dat Frans Van Cauwelaert een belangrijke rol had gespeeld in de benoeming en volgens ''[[La Flandre Libérale (dagblad)|La Flandre Libérale]]'' was het Louis Franck - toen gouverneur van de [[Nationale Bank van België|Nationale Bank]] - die zijn invloed had aangewend bij premier [[Henri Jaspar]].
 
De eerste daad als gouverneur was een aanpak van de weerkerende overstromingen in de provincie Oost-Vlaanderen. Zo kon hij bedingen dat de centrale overheid de ophoging van de Scheldedijken mee zou financieren, alsook de aanleg van de [[Isabellapolder]] tussen [[Eeklo]] en [[Zelzate]]. Andere belangrijke thema's tijdens zijn gouverneurschap waren de aanpak van de "[[watervervuiling|vuilwaterproblematiek]]" van de Oost-Vlaamse waterlopen, met in het bijzonder de [[Dender]] en de [[Spierbeek]]. Evenals de uitbouw van de [[haven van Gent]] en de strijd tegen [[werkloosheid]] door de [[Grote Depressie]] van de jaren 30. In 1932 kwam hij in opspraak na het verbieden van een manifestatie van werklozen die hij had uitgevaardigd voor het [[gerechtelijk arrondissement Oudenaarde]]. Hierop werd door [[Omer Van Trimpont]] ([[Belgische Werkliedenpartij|BWP]]) een [[ordemotie]] ingediend.